Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 december 2009

Humeur van pianist blijkt van gewicht

Britten, Hindemith, Beethoven en Mahler, door Amsterdam Sinfonietta o.l.v. Candida Thompson. 12 december, Muziekgebouw, Amsterdam. Herhaling: Amsterdam, 15/12.
Mozart, Hindemith en Beethoven, door het Nederlands Kamerorkest o.l.v. Gordan Nikolic. 13/1, Concertgebouw, Amsterdam. Herhaling: 14 en 15/12.

Bloed, zwarte en gele gal en slijm zijn de lichaamssappen die dezer dagen door zowel het Nederlands Kamerorkest als Amsterdam Sinfonietta in een muzikale metafoor worden gegoten. Beide gezelschappen hebben namelijk Paul Hindemiths Die Vier Temperamente op het programma gezet, een werk voor piano en strijkers dat bij balletgezelschappen wel met enige regelmaat te horen is, maar op het concertpodium niet erg in zwang is. Daar is geen duidelijke reden voor, want deze balletcompositie doet het zonder visuele extra's ook prima.

Dat visuele speelt hoe dan ook een rol, want Enrico Pace, die bij Sinfonietta de solopartij speelt, zit met zijn neus naar de musici en zijn rug naar het publiek, terwijl Benjamin Kobler, de solist bij het Kamerorkest, juist frontaal de zaal in blikt. Hoewel beide pianisten alle humeuren op hun palet hebben, blijkt het temperament van de solist een gewichtige factor te zijn.

Pace neigt meer naar het sanguinische, met zijn montere, soms uitbundige voordracht en zijn lustig gezwaai naar de musici als hij even de handen vrij heeft. Kobler legt zich uitsluitend toe op helder en precies pianospel, met versmolten samenklanken die doen denken aan jazz-akkoorden. Een flegmaticus zou je zeggen, ware het niet dat hij in de laatste van de vier variaties, de cholerische, een paar fraaie driftuitbarstingen ten gehore brengt – en dat het publiek hem op dat punt ruimschoots overtrof met een onverstoorbaar gehoest.

Beide orkesten vinden blijkbaar dat Hindemith zich goed laat combineren met Beethoven. Sinfonietta heeft, wat avontuurlijker, gekozen voor Mahlers bewerking van het grensverleggende Strijkkwartet op.95, en komt tot een vertolking die net als Beethoven zelf voortdurend zwenkt tussen balsturigheid en bezonkenheid. Als afsluiting fungeert het beroemde Adagietto uit Mahlers Vijfde Symfonie, dat verstild en met veel bezieling gespeeld wordt. Alleen moet het orkest in een dergelijk stuk wel tol betalen voor zijn besluit om de leiding toe te vertrouwen aan concertmeester Candida Thompson, die natuurlijk haar handen toch te vol heeft om alle puntjes op de i te zetten.

En Beethovens eveneens door honderden dirigenten aangescherpte Pastorale lijdt bij het NKO onder precies hetzelfde euvel. De musici weren zich kranig, maar er treedt een zekere afvlakking in, ondanks het driftige en soms zelfs komische voetenwerk dat aanvoerder Gordan Nikolic vanaf de eerste lessenaar ten beste geeft.


© Frits van der Waa 2009