Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 24 april 2010

Alice en Leopold

Geen aangename ervaring om als kind tot hoofdpersoon gebombardeerd te worden. Christopher Milne, die model stond voor Christopher Robin in Winnie the Pooh heeft een boekje opengedaan over hoe verschrikkelijk het is je leven lang publiek bezit te zijn. Hoe moet het Alice Liddell dan wel niet vergaan zijn, het meisje dat Lewis Carroll inspireerde tot dat nog veel beroemdere Alice in Wonderland?

Dat weten we niet. Voer voor de verbeelding dus. De Amerikaanse schrijfster Melanie Benjamin heeft het gegeven nader uitgewerkt in Ik was Alice, waarin ze Alice als oude dame laat terugblikken op haar leven. Hoewel Benjamin zich heeft verdiept in het onderwerp, komt de relatie tussen Alice en Dodgson niet echt uit de verf. De personages keuvelen maar door, en haar portrettering van de schrijver blijft te veel steken in het clichébeeld van de vriendelijke stamelaar. Het antwoord op de belangrijkste vraag – waarom het tot een verwijdering kwam – houdt de schrijfster bovendien op kunstmatige manier achter tot het eind van het boek.

Curieuzer is het middendeel, waarin Dodgson buiten beeld raakt en zich een romance ontwikkelt tussen Alice en prins Leopold, de jongste zoon van koningin Victoria. Op het eerste gezicht lijkt het ongeloofwaardig, maar er zit een kern van waarheid in. De twee hebben elkaar in elk geval gekend, en later noemde Alice een van haar zoons 'Leopold' terwijl de dochter van de prins 'Alice' heette – dat is toch wel erg toevallig.

Gevoegd bij het feit dat Alice, die later trouwde met Reginald Hargreaves, twee van haar drie zoons verloor in de Eerste Wereldoorlog, bevat haar levensverhaal stof te over voor een boeiend verhaal. Dat heeft Benjamin goed gezien. Het is jammer dat het boek uiteindelijk niet ontstijgt aan de sfeer van een vlot geschreven damesroman.

Melanie Benjamin: Ik was Alice. Uit het Engels vertaald door Erica Feberwee. Orlando; 400 pagina's; € 15,-. ISBN 978 90 229 5970 1.


© Frits van der Waa 2010