Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 21 juli 2010

Jonge zangers, jonge componist

Schubert, door Rosanne van Sandwijk, David Murray en Malcolm Martineau. 19 juli, Concertgebouw, Amsterdam. Volgende concerten 21 en 23/7.

Drie avonden lang klinkt er deze week muziek van een tiener in het Concertgebouw. Met zes zangers verkent pianist Malcolm Martineau de schat aan liederen die Schubert schreef in de jaren 1815-17. Dat de jonge Franz, amper 20, als componist desondanks al volkomen volwassen was, hoeft geen betoog.

Het mini-Schubertfestival, onderdeel van de Robeco-zomerconcerten, wordt woensdag en vrijdag voortgezet. Bij elk concert treden twee vocalisten aan, merendeels dertigers. De Schotse pianist Martineau is met zijn vijftig jaar de nestor.

Bij het eerste optreden werd hij geflankeerd door de Britse tenor Robert Murray en de jonge Nederlandse mezzo Rosanne van Sandwijk. Murray is een zanger met een krachtig stralende tenor, die af en toe wel erg heftig van leer trok, maar allengs meer respect toonde voor de vele gevoelvolle nuances. Hoewel het aandeel van Van Sandwijk naast deze volgroeide zanger vooral naturel en onbevangen aandeed, beschikt ook zij over een groot geluid en rijkgeschakeerde expressiemogelijkheden, en weet bovendien de teksten telkens de juiste kleuring te geven.

Martineau is een doorgewinterd begeleider met een uitgebreid pianistisch palet. Minstens zo belangrijk is zijn ordenende hand als programmeur. Uit de veelzijdige collectie liederen heeft hij een afwisselden en coherente keus gemaakt. Zo opende het optreden met Laura am Klavier, een omvangrijk lied, dat niet alleen een hele catalogus van muzikale effecten bevat, maar ook voor een deel in recitatiefstijl is geschrevent. In Dem Unendlichen, waarmee de eerste helft besloot, keren die elementen terug, nu in een wat metafysischer verband. Daartussenin klonk een keur aan kortere liederen op teksten van onder anderen Goethe en Klopstock, die reiken van een lustig loflied op de vriendschap tot hemelse liefdespoëzie.

In de tweede helft werd het wat sentimenteler, zeker in een blokje met teksten van de dichter Hölty. Maar uitgerekend hier heeft Martineau drie liederen over nachtegalen achter elkaar gezet, die onder Schuberts handen natuurlijk telkens anders klinken. Een dialoog tussen Hector en Andromache bood dramatisch tegenwicht, en met een tweede duet, Licht und Liebe, waarin tenor en sopraan hun geluid in volmaakte eendracht versmolten, kreeg dit optreden een perfecte afsluiting.


© Frits van der Waa 2010