Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 januari 2011

Alles is even opwindend bij het Juilliard Quartet

Schubert, Bartók en Beethoven, door het Juilliard Quartet. 12/1, Concertgebouw, Amsterdam. Herh.: 14/1.

Een dozijn muzikanten maakte sinds 1946 deel uit van het Juilliard Quartet. Deze maand is de dertiende aangetreden: de 32-jarige Joseph Lin volgt Nick Eanet als eerste violist op. Eanet heeft wegens een chronische ziekte slechts een jaar gespeeld in het roemruchte Amerikaanse strijkkwartet.

Het viertal speelde woensdag in de Amsterdamse Kleine Zaal. Als ensemble vormen ze een viereenheid, die de klassieke elementen van dit kwartet – evenwicht, kracht en transparantie – in stand houdt en ze vervult met de vreugde van het samenspel.

Vanavond herhaalt het gezelschap dit programma, een beproefde, maar immer boeiende combinatie van klassiek en modern. Het Derde strijkkwartet van Bartók stamt uit 1927, maar blijft een van de baanbrekende stukken in het genre, met verkenningen op ritmisch en harmonisch gebied, die zijn ingebed in traditionele technieken als contrapunt en motivische verwerking. De eenheid die de Juilliards aan de dag leggen is verbluffend. Snijdend non-vibrato, lieflijke tussendoortjes, bijna-chaos, alles is even opwindend.

Het contrast met het even gepolijste, maar veel vleziger geluid in Schuberts Strijkkwartet in g D173 is groot, maar die twee elementen komen op grootse wijze samen in Beethovens strijkkwartet opus 132. De hoekdelen hebben voortdurend oplaaiende stemmen. Daartussen schuilen wufte momenten, een knerpend draailiermuziekje en instrumentale recitatieven. Het hart is een intens 'Dankgesang', waarin de componist het kwartet transformeert tot een bijna renaissancistisch koor. Dit kwartet is met veertig minuten lengte een soort symfonie voor strijkkwartet, een stoutmoedige sprong voorwaarts. Het Juilliard bouwt voort op twee eeuwen kwartetspel, maar brengt ook dat aspect naar voren.


© Frits van der Waa 2011