Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 21 juli 2011

Oud werk klinkt nieuw

Mozart en Beethoven door het Orkest van het Oosten o.l.v. Jan Willem de Vriend. 19 juli, Concertgebouw, Amsterdam.

Glunderend als twee jongetjes namen pianist Ronald Brautigam (56) en dirigent Jan Willem de Vriend (51) de ovaties in ontvangst die in het Concertgebouw opstegen na hun vertolking van Mozarts Pianoconcert no. 17. Dat klopte met de frisheid van hun benadering, waardoor het bekende werk bijna als nieuw klonk.

Brautigam bespeelde geen moderne concertvleugel, maar een lichter klinkende Lagrassa-fortepiano, waarmee hij Mozarts arpeggio's en toonladders als klaterende druppeltjes de zaal in sproeide. Als een kwinkelerende merel klonk het instrument boven alles uit. Het aandeel van het Orkest van het Oosten was overigens niet minder fijngevoelig.

En dat was alleen nog maar de opmaat voor een uitvoering van Beethovens Negende Symfonie die beschouwd mag worden als een voorlopige kroon op het werk dat De Vriend bij het Orkest van het Oosten heeft verricht. Het Enschedese gezelschap heeft een gelukkige hand van kiezen als het om chefdirigenten gaat. Halverwege de jaren negentig trad Jaap van Zweden aan, die het spelpeil van provinciaal naar landelijk niveau verhief. En de afgelopen vijf jaar heeft De Vriend, die zijn roots heeft in de sector oude muziek, de orkestklank verder bijgeslepen.

Het is dan ook wrang dat het orkest de komende jaren geconfronteerd wordt met een halvering van de subsidie. Om het orkest meer armslag te geven, heeft Provinciale Staten besloten de subsidie voor het komend jaar vervroegd beschikbaar te stellen.

De Vriends Negende is het sluitstuk van een Beethoven-cyclus die in zijn geheel op cd zal worden uitgebracht. Ook in dit werk realiseert hij door gebruik te maken van natuurhoorns een klankbeeld dat lichter is dan bij de gebruikelijke moderne orkesten het geval is. Het maakt dat hij de muziek stevig kan aanzetten zonder dat de klank zwaar wordt of dichtloopt. En dat is cruciaal bij Beethovens Negende, een werk dat altijd risico loopt te bezwijken onder zijn genadeloos doordenderende ritmes en zijn overladen finale.

De Vriend hield de turbulentie in de eerst twee delen voortreffelijk in de hand, waarbij hij zorgde voor fascinerende rustmomenten met spiegelgladde strijkers, die in het derde deel een nog rimpellozer hymnisch gezang liet horen.

De krachtproef van het slotdeel, Alle Menschen werden Brüder, doorstond het gezelschap met vlag en wimpel. Dat was niet alleen te danken aan de heldere klank van het semiprofessionele koor Consensus Vocalis en het voortreffelijke solistenkwartet, maar vooral aan de doseerkunst van de Vriend, die duidelijk wist te maken hoe schokkend modern dit bijna twee eeuwen oude werk destijds geweest moet zijn.


© Frits van der Waa 2011