Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 november 2012

Mooier kan het niet

Bach, Fasch en Hertel door Miklós Spányi. 31 oktober, Slot Loevestein. Herh: Deventer (2), Zeist (3), Limbricht (4/11)

Als tussen imposante, metersdikke muren een instrument klinkt met een zo fragiel geluid dat je je oren een stuk wijder moet openzetten, heeft dat iets paradoxaals. Toch kan het ongeveer niet mooier. De 'Grote Camer' in Slot Loevestein is de ideale ambiance voor een klavichordconcert, vooral wanneer de muzikant een man is als Miklós Spányi, die zich langjarig heeft verdiept in de geheimen van het instrument.

Een klavichord is geen klavecimbel. Bij een klavecimbel worden de snaren op mechanische wijze aangetokkeld, bij het klavichord als het ware aangedrukt, alsof je bij een gitaar alleen een linkervinger op de snaar laat neerkomen. Voordeel: een grote rijkdom aan kleur- en geluidssterktegradaties. Nadeel: de klank is bescheiden en uiterst intiem. Klavichordmuziek is in de meest letterlijke zin kamermuziek. De Organisatie Oude Muziek heeft de optredens van Spányi dan ook op de meest kleinschalige podia in het circuit geprogrammeerd.

Het klavichord, dat ruim tweehonderd jaar geleden werd verdrongen door de piano, is meer dan een curiositeit. En dat is vooral te danken aan J.S. Bachs tweede zoon, Carl Philipp Emanuel Bach, die een grote voorliefde had voor het instrument en er veel muziek voor heeft geschreven. Carl Philipp Emanuel was in zijn tijd befaamd, maar hij is nadien vermorzeld tussen muzikale kolossen als zijn eigen vader en de twintig jaar jongere Mozart. Ten onrechte, want hij heeft sublieme muziek geschreven, die inderdaad reminiscenties oproept aan bekendere voorgangers en navolgers, maar toch ook een heel eigen stempel draagt.

Spányi laat horen dat C.Ph.E. fantasie, expressie en constructie op een meesterlijke manier met elkaar in balans wist te brengen. En dat de contrasten tussen virtuoos lijnenspel in de diepte en ragfijn zingende akkoorden in de hoogte binnen een bijna orkestrale gloed krijgen. Voeg daarbij een voordracht waarin energie gepaard gaat met elegantie, en subtiele versieringen met het vermogen een verhaal te vertellen, en dan ontvouwt die op het eerste gehoor zo beperkte klankwereld van het klavichord zich tot een waar universum.

Nog zo'n paradox: dat zowel dit soort kleinschalige, vluchtige concerten als de museale functie van dat gigantische kasteel bedreigd worden door de cultuurbezuinigingen. Naar verluidt heeft een landelijke restaurantketen al begerige blikken laten vallen op het eeuwenoude slot.


© Frits van der Waa 2012