Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 januari 2013

Meestervertellers en kers op de taart bij jubilerend Concertgebouw

Wagner, Beethoven, Mendelssohn, Prokofjev en Verdi, door het Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Mark Wigglesworth. 8 januari, Concertgebouw, Amsterdam.

Als over twaalf maanden de laatste noten van het jubeljaar 2013 zijn verklonken, zullen we misschien opgelucht ademhalen, maar ook een stuk wijzer zijn. Het Concertgebouw bestaat 125 jaar, en viert dat met een concertreeks waarin elke maand, in de Grote én de Kleine Zaal, een decennium uit de geschiedenis van het gebouw wordt belicht.

Zo opende het eerste concert van de reeks dinsdag met een groot geroezemoes, dat samen met de stem van inleider Geert Mak via luidsprekers de Grote Zaal inspoelde: een reminiscentie aan de beginjaren, toen het publiek de muziek nog zittend aan tafeltjes, keuvelend en sigarenrokend tot zich nam. Willem Kes, de eerste dirigent van het Concertgebouworkest, maakte er korte metten mee.

Ook het voor-elk-wat-wilskarakter van het concert was een echo van de grabbeltonprogrammering uit de begintijd. Hedendaagse programmeurs zouden er inspiratie uit kunnen putten, want het leverde een alleraardigste avond op, die niettemin, met twee solisten van formaat, wel een centje extra gekost zal hebben.

Overigens nam het Koninklijk Concertgebouworkest geen deel aan dit eerste feestgebeuren. Het gebouw en het orkest zijn sinds 1951 twee gescheiden organisaties en hebben dus ook hun eigen jubileumprogramma's – met veel raakpunten uiteraard. Zo is bij de tweede aflevering van de Jubileumconcerten het KCO alweer van de partij. Maar nu werden de honneurs waargenomen door het Nederlands Philharmonisch Orkest.

Dat stoomde onder de voortvarende leiding van de Brit Mark Wigglesworth op volle kracht door het Vorspiel en de Venusberg uit Wagners Tannhäuser en deed daar in een aantal delen uit Prokofjevs Romeo en Julia nog een schepje bovenop. Ook Wigglesworth' begeleiding van Mendelssohns Eerste pianoconcert was aan de nadrukkelijke kant. Maar solist Ronald Brautigam kan wel tegen een stootje: met speels gemak hield hij Mendelssohn overeind in een bruisende vertolking. Daarvoor al had hij in Beethovens wispelturige Fantasia laten horen dat hij in muzikaal opzicht net zo'n meesterverteller is als Geert Mak.

De kers op de taart daalde, gehuld in een rode robe, niet lang voor het slot de trappen naar het podium af. Met twee korte aria's eerde sopraan Eva-Maria Westbroek twee andere belangrijke jubilarissen, Wagner en Verdi. Op euforie volgde doorleefde smart. De kracht en volheid van Westbroeks stem zijn imposant, maar even indringend was die fluisterzacht gezongen, verbazend hoge toon, kort voor het slot van Verdi's Pace, pace, mio Dio. Voor het extatische publiek was het wel jammer dat haar optreden in ruim tien minuten alweer achter de rug was.


© Frits van der Waa 2013