Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 20 maart 2013

Een koor van solisten of solozangers uit een koor

Bach: Matthäus Passion, door de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Peter Dijkstra. 16 maart, Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht. Herh.: Tilburg (21), Aardenburg (23) en Naarden (26,28,29,30/3). Radio 4: 28/3, 20.00 uur.
Bach: Johannes Passion, door Cappella Amsterdam en Il Gardellino o.l.v. Daniel Reuss. 17 maart, Muziekgebouw, Amsterdam.

De stofwolken rond de theorie dat Bachs passiecomposities met de allerminimaalste zangersbezetting zouden moeten worden zijn na tien jaar aardig helemaal neergedaald. Maar de gewoonte om solo- en koorpartijen door dezelfde zangers te laten zingen is in diezelfde tijd ongeveer gemeengoed geworden, zo bleek de afgelopen dagen.

De honorabele Nederlandse Bachvereniging deed dat met de Matthäus Passion in de Utrechtse noodmuziekzaal. De uitvoering, aangevoerd door Peter Dijkstra, was er niet minder luisterrijk om. Dijkstra, koordirigent van huis uit, tilt de stemmen boven het orkest uit, als lichte zwevende lijnen, met veel aandacht voor declamatie en frasering.

Onder de solisten die uit de beide koren naar voren stapten sprongen sopraan Johannette Zomer (invalster voor Monika Mauch) en alt Maarten Engeltjes eruit, met stralende bijdragen. Je hoort niet vaak zangers die zo veel in het simpele woord 'Ach!' leggen als Engeltjes doet. De partij van Christus werd op de eerste avond gezongen door André Morsch, een zanger met een welluidende bariton, die de partij net niet de diepgang wist te geven die je ervan verlangt. Een veelzeggend moment waren zijn laatste woorden 'Eli, Eli, lama sabachtani', waarvan de evangelist vervolgens op dezelfde noten de Duitse vertaling zingt, die uit de mond van Marcel Beekman beduidend feller en overtuigender klonken.

De eclatante stereo-effecten die Bach bereikt met een dubbel koor en orkest kregen extra reliëf doordat het tweede, kleinere orkest wat minder eensgezind leek dan het eerste. De dramatische momenten zijn als altijd opwindend, maar Dijkstra buit de contrrasten met de bespiegeling die daar steevast op volgt optimaal uit.

De Johannes Passion die Cappella Amsterdam die de volgende dag samen met het Vlaamse barokorkest Il Gardellino bracht, speelde zich eerder af in kamermuzieksferen en had iets meer niveauverschillen. Dat komt doordat bij de Bachvereniging het koor wordt gevormd door solozangers, terwijl bij Cappella de soli voor een belangrijk deel worden gezongen door koorzangers – een subtiel maar waarneembaar verschil.

Zo kreeg de aria Zerfließe, mein Herze van sopraan Cécile Kempenaars een lieflijke, maar wat iele gestalte, en kreeg de partij van Pilatus, hoe krachtig ook gezongen door Pierre-Guy Le Gall White, een vreemde, wat vochtig aandoende dictie. De dragende solisten, bas Mattijs van de Woerd als een ietwat stoïcijnse Christus en en de zoetgevooisde evangelist Thomas Hobbs, legden vocaal meer gewicht in de schaal.

Maar de kracht van Cappella Amsterdams uitvoering zit hem in de kwaliteit van het koor, dat onder aanvoering van zijn vaste dirigent, de bedaarde maar alerte Daniel Reuss, schitterde in zowel de bezonken koralen als het heftige 'Kreuzige ihn!'. Omdat de contrasten binnen de delen zelf niet altijd even scherp uit de verf kwamen school de theatrale kracht van de uitvoering juist in die flitsende overgangen.

Cappella Amsterdamj heeft het trouwens druk deze maand: na deze Johannes werkt het koor ook mee aan de Matthäus van het Rotterdams Philharmonisch Orkest (met internationale solisten) en het Oster-Oratorium van het orkest van de Achttiende Eeuw.


Twee weken vol passies

Vanaf 1899 voerde dirigent Willem Mengelberg jaarlijks de Matthäus Passion uit met het Concertgebouworkest. Het was het begin van een traditie die nu geen uithoek van Nederland onberoerd laat. Een bescheiden selectie uit de vele Matthäus Passionen:

Het Residentie Orkest olv Jan Willem de Vriend. Den Haag (29 en 30/3)
Het Rotterdams Philharmonisch Orkest en Cappella Amsterdam olv Daniel Reuss. Rotterdam 27, 28 en 29/3.
The Bach Choir and Orchestra olv Pieter Jan Leusink. Nog 14 uitvoeringen in diverse steden.
Het Limburgs Symfonie Orkest olv Reinbert de Leeuw, die hiermee op zijn 74ste zijn debuut maakt als Matthäus-dirigent. Heerlen (27), Maastricht (28), en Venlo (29/3)

Alternatieve Passies
Bach: Oster-Oratorium met Cappella Amsterdam en het Orkest van de Achttiende eeuw olv Kenneth Montgomery. Vlissingen (23), Amsterdam (25) en Zwolle (28/3).
Arvo Pärt ­ Johannespassie. Minimalistische neospiritualiteit door het Nederlands Kamerkoor olv Risto Joost. Rotterdam (21), Arnhem (22), Den Haag (23), Amsterdam (26/3)
Frank Martin ­ Golgotha. Het Koninklijk Concertgebouworkest olv Stéphane Denève geeft met dit oratorium uit 1948 van de Zwitsers/Nederlandse componist Martin een nieuwe draai aan een oude traditie. Amsterdam, 22 en 24/3.
[James MacMillan - Since it was the day of preparation. Vervolg op de Johannes Passion van deze hartstochtelijk katholieke componist, door Hebrides Ensemble en Synergy Vocals. Amsterdam, 21/3.]


© Frits van der Waa 2013