Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 mei 2013

Mukaiyama ontvouwt intrigerende netwerkjes van noten

Tarnopolski, Raskatov en Sjostakovitsj, door het Residentie Orkest en Asko/Schönberg o.l.v. Reinbert de Leeuw. 11/5, Dr. Anton Philipszaal, Den Haag.

Het Residentie Orkest roert zich de laatste tijd met Russen. Na het nogal futloze laatromantische programma van een week of twee terug revancheerde het gezelschap zich zaterdag met spetterende vertolkingen van moderne componisten. Gangmakers waren dirigent Reinbert de Leeuw en pianiste Tomoko Mukaiyama, die het voortouw nam in Night Butterflies, het nieuwe pianoconcert dat Alexander Raskatov in opdracht van het RO voor haar componeerde.

De 60-jarige Raskatov laat met dit nieuwe werk horen dat hij over een rijke fantasie beschikt. Het concert duurt ruim een half uur en heeft niet zoals gebruikelijk drie of vier delen, maar bestaat uit twaalf aaneengesloten karakterstukken, waarin de componist telkens andere types vlinders laat fladderen. In zijn vorm doet het dus eerder denken aan een werk als Moessorgski's Schilderijententoonstelling, waarnaar Raskatov hier en daar zelfs lijkt te verwijzen, bijvoorbeeld met een paar heftige, stampende akkoorden. Want zijn vlinders kunnen ook bijten, steken en strelen.

Het idioom van het stuk is dissonant, maar de motieven en akkoorden volgen elkaar dikwijls trapsgewijs op, zodat het toch samenhangend en toegankelijk is. Vleugjes Stravinsky en Messiaen waaien langs. De soliste ontvouwt intrigerende netwerkjes van noten en rakelt complexe arpeggio's uit het klavier, maar er is ook ruimte voor bespiegeling en voor dialogen met het orkest, dat nu eens geteisterde, en dan weer fijnzinnige geluiden laat horen. Aan het slot wordt de muziek grondtonig en zingt de pianiste, zichzelf begeleidend, een gevocaliseerde volksliedachtige melodie. Een mondharp heeft het laatste woord.

Het nieuwe stuk werd voorafgegaan door Foucault's Pendulum van Vladimir Tarnopolski, uitgevoerd door een combinatie van orkestleden en het ensemble Asko/Schönberg, dat het stuk in 2004 in première bracht. In dit intrigerende werk vol verglijdende timbres, sterk gekleurd door een cimbalom, twee accordeons en veel slagwerk, duikt onverwacht een metronoom op, die een wonderlijk web van pulsen ontketent, dat geleidelijk weer verdwijnt, waarna de muziek omkiepert in een baaierd van neerwaarts gebroken akkoorden.

In Sjostakovitsj' Negende Symfonie schitterde het orkest in de aaneenschakeling van overspannen circusmuziek en vale, bleke klanken waarmee de componist zich in 1945 van zijn meest sardonische en satirische kant liet zien. Alle emoties die de muziek verklankt, staan tussen aanhalingstekens, en in handen van De Leeuw krijgen die ook nog eens weerhaakjes. Pijnlijk, maar geweldig.


© Frits van der Waa 2013