Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 mei 2014

Andriessen-touch is onmiskenbaar

Wat de jarige componist in zijn leven ook heeft aangeraakt, zijn muzikale vingerafdrukken zijn overal herkenbaar. Zelfs in een speeldoosmelodietje.

AMSTERDAM - 'Mijn theorie is: muziek is uit', poneert Louis Andriessen. 'Verbeelding en fantasie zijn tegenwoordig niet veel meer waard, je moet zorgen dat je geld hebt. Waar mensen wel voor warmlopen zijn bewegende beelden. Dat verklaart ook waarom opera zo succesvol is.'

Andriessen is 's Neerlands beroemdste componist, zo beroemd dat het woordje 'levende' er eigenlijk niet meer bij hoeft. Hij heeft nog een maand te gaan voor hij werkelijk 75 is, maar hij wordt het hele jaar al overstelpt met feestelijkheden, aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Maar nu, in het Amsterdamse Muziekgebouw is het tijd voor een thuiswedstrijd, een tweedaagse hommage, met films, speeches, interviews, cadeaus en bovenal veel muziek.

'Mijn broers hebben van binnen een bronnetje waar voortdurend muziek uit opwelt', zegt zijn oudere zus Caecilia Andriessen in gesprek met muziekjournaliste Thea Derks. De in 1996 overleden Jurriaan Andriessen was geruime tijd de meest in het oog springende telg uit het prominente Andriessen-geslacht, maar werd in de jaren tachtig allengs overvleugeld door zijn jongere broer Louis. Met zijn 'beukwerk' (aldus Caecilia), een cocktail van minimal, bigband-jazz en stravinskiaanse dwarsheid, legde die toen de basis voor wat nu de 'Haagse School' wordt genoemd.

Andriessens muziek heeft een flinke evolutie doorgemaakt, maar wat hij ook aanraakt, hij laat er prompt zijn vingerafdrukken op achter, in de vorm van bepaalde tournures, bepaalde akkoorden, bepaalde instrumentencombinaties. 'Typisch Andriessen, ik heb geen idee wat ze daar mee bedoelen', zegt hij daar zelf over. 'Ik houd me niet bezig met persoonlijke expressie. En wat sommige noten of akkoorden speciaal maakt, vind ik moeilijk te verklaren. Het heeft toch vooral te maken met stemvoering: waar een noot vandaan komt en waar hij naartoe gaat.'

Het mooiste bewijs van de Andriessen-touch klinkt meteen daarna wanneer zijn oud-leerling Ron Ford draaiend aan een speeldoosje Deuxième chorale uitvoert. Zelfs met die kale tinkeltoontjes, een reservoir van enkel witte toetsen, weet Andriessen in een tijdsbestek van twee minuten een muziekje neer te zetten dat geen ander zo had kunnen maken.

Niet alleen als componist, ook als docent geniet Andriessen wereldfaam. Tien van zijn pupillen eren hem met een marathon van minicomposities, waarin is te horen dat ze de lessen van het speeldoosje ter harte hebben genomen: wees zuinig met noten en haal iets nieuws uit die ogenschijnlijk zo versleten toonladders.

Naast de 'goede noten' die Andriessen tot zijn credo heeft verheven, zijn er nog merkwaardiger vindingen. Zo laat Richard Ayres vanaf een balkon een regen van gouden glittertjes neerdalen op het publiek en zet David Dramm een roeiende slagwerker in, compleet met losbarstend onweer, om de noten van een hobosolo te omlijsten.

Omdat de jarige bij een vorige gelegenheid al een eigen stoel heeft gekregen in het Muziekgebouw moest er iets nieuws verzonnen worden. Ditmaal is het iets waar alle bezoekers van het gebouw wat aan hebben: een jaar lang zal de 'pauzegong' de eerste noten van Andriessens De Stijl laten horen.

Reinbert de Leeuw, vriend en bentgenoot vanaf het eerste uur, memoreert in zijn toespraak in stappen van vijf jaar de hoogtepunten uit hun gezamenlijke carrière. Ook vertelt hij hoe hij vorig jaar, nadat hij voor het eerst sinds lange tijd weer aan het componeren was geslagen, 'als een schooljongen' de partituur bij Andriessen thuis kwam laten zien, die hem het advies gaf vooral zo door te gaan.

De zoektocht naar schoonheid die vanaf de jaren negentig in toenemende mate zijn intrede heeft gedaan in Andriessens scheppingen, krijgt vooral dankzij de etherische, maar expressieve stem van Claron McFadden subliem gestalte in Dances. Maar het ruige, door alle Andriessen-stijlen heen zappende La Passione uit 2002 biedt met zijn priemende dissonanten sterk tegenwicht. Andriessen heeft ook nu nog genoeg wilde haren over.


Festiviteiten in het Andriessen-jaar

Tapdance
Op 24 mei brengen Asko/Schönberg en slagwerker Colin Currie tijdens de wekelijkse Zaterdagmatinee in het Amsterdamse Concertgebouw de première van Andriessens nieuwe werk Tapdance, in combinatie met werk van John Adams en Steve Reich. Het stuk wordt op 5 oktober herhaald in het Londense South Bank Centre, samen met Andriessens sleutelwerk Hoketus, en klinkt bovendien op 16 november in Eindhoven.

De Materie
Vanaf 15 augustus brengt de Ruhrtriennale in Duisburg zes opvoeringen van het grootschalige De Materie in een nieuwe enscenering van Heiner Goebbels.

Solos for virtuosi
Attacca heeft een nieuwe Andriessen-cd uitgebracht, met een aantal korterere werken, getiteld Solos for virtuosi. Later dit jaar volgt Nonesuch met de cd-première van Andriessens opera La Commedia, waarin de rol van Lucifer wordt gezongen door de in 2012 overleden acteur Jeroen Willems.

Mysteriën
Op 5 juni zendt de Avro op Nederland 2 Imperfect Harmony uit, een film van Carmen Cobos over de aanloop naar de première van Andriessens orkestwerk Mysteriën door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons.


© Frits van der Waa 2014