Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 12 januari 2015

Gedrevenheid die je alleen bij jeugdorkesten aantreft

Tsjaikovski, Rachmaninov en Stravinsky, door het Nationaal Jeugd Orkest o.l.v. Xian Zhang. 9 januari, Orpheus, Apeldoorn. Herh.: Nijmegen (14) en Den Haag (15/1).

Ook de grootste kunstenaars putten altijd weer uit het verleden. Dat is deze week te horen bij het Nationaal Jeugd Orkest, dat vier Russische composities bijeenbrengt waarin uitvoerig wordt teruggeblikt. Tsjaikovski greep in zijn fantasie-ouverture Romeo en Julia terug op Shakespeare en in zijn Rococovariaties op de muziek van de 18de eeuw, Rachmaninov ging aan de haal met Paganini en Stravinsky vermengde in zijn Le baiser de la fèe invloeden van Russische voorgangers met volksmuziek.

Onder aanvoering van Xian Zhang, een dirigente met een napoleontisch postuur en dito gezag, krijgt dat programma een gestalte waarin beheersing en uitbundigheid hand in hand gaan. De klanken die de jonge Nederlandse en Vlaamse musici voortbrengen zijn niet ultragepolijst, maar dat compenseren ze met een eensgezindheid en een gedrevenheid die je eigenlijk alleen bij jeugdorkesten aantreft.

Ook de solisten behoren tot de jongste generatie. Lucas Jussen, solist in Rachmaninovs Paganini-rapsodie, is 21, maar al zo lang actief op de Nederlandse concertpodia dat het moeite kost hem niet te zien als jongetje, maar als de volwassen pianist die hij intussen is geworden. Zijn spel is soepel, de dynamische nuances zijn bewonderenswaardig en de manier waarop hij en de overige musici elkaar de bal toespelen, is een feest om te horen. Alleen is Jussens klankgeving wat eenzijdig; iets meer coloriet zou, zeker bij Rachmaninov, wel op zijn plaats zijn.

Daar schort het niet aan bij de twee jaar oudere celliste Harriet Krijgh, die in Tsjaikovski Rococovariaties haar instrument van meet af aan een volle, warme klank ontlokt, visueel kracht bijgezet door haar vermiljoenrode robe die nog wijder uitwaaiert dan haar strijkarm. Tsjaikovski laat de cello vooral lyrisch kwelen en biedt het publiek veel hoestopwekkende verstilling, maar later kan Krijgh laten horen dat ze ook de buitelende trippelnootjes en complexe dubbelgrepen haarscherp in de vingers heeft. Waarna het NJO het ietwat overladen programma besluit met de balletmuziek van een ook nog jonge Stravinsky – eigenlijk het avontuurlijkste onderdeel van het concert.


© Frits van der Waa 2015