Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 24 oktober 2015

Fusieorkest weet ook in het zware werk te overtuigen

Verbey en Mahler, door Philharmonie Zuidnederland o.l.v. Dmitri Liss. 22 oktober, Theater Heerlen, Heerlen. Herh.: Eindhoven (24/10).

Al twee jaar zit de Philharmonie Zuid-Nederland zonder dirigent. De fusie tussen het Brabantse en Limburgse symfonieorkest verliep niet vanzelf, zodat in die vacature niet was voorzien. Daar komt over een jaar een eind aan. Dan treedt de Rus Dmitri Liss (55) aan als chef-dirigent. Liss, die onder meer zijn sporen verdiend heeft als maestro van het Filharmonisch Orkest van de Oeral, stond donderdag voor het eerst sinds zijn officiële benoeming weer voor de Philharmonie.

Het combi-orkest telt aardig wat musici en het podium van het Theater Heerlen zat flink vol. Een beetje alsof je een leeuw in een fietsenhok stopt. Zo klonk het ook ongeveer.

In het nieuwe werk van Theo Verbey, Lumen Ad Finem Cuniculi, was dat niet zo'n bezwaar. Aanleiding tot dit in opdracht van het orkest geschreven werk was het Jaar van de Mijnen, de herdenking van de sluiting van de Limburgse mijnen in 1965. De titel betekent zoveel als 'licht aan het eind van de tunnel', maar dat is eerder metaforisch bedoeld dan dat dit beeld in de muziek doorklinkt. Die doet vooral denken aan Hollywood. Het werk bestaat uit verschillende secties, die gemeen hebben dat ze aangenaam doorkabbelen en met ijzeren regelmaat oprukken van akkoord naar akkoord – een harmonische hokjesgeest die op den duur afbreuk doet aan de spanning. De orkestratie is wel uitstekend, met een opvallende rol voor de marimba en ander slagwerk.

Zoals vrijwel al zijn collega's profileert Liss zich graag met Mahler en daarom besloot het programma met diens Vijfde Symfonie. Ondanks de akoestische overdruk geen gekke keus. De aanstaande chef straalt een geestdrift uit die zich merkbaar meedeelt aan de musici, en hij heeft een antenne voor de ongerijmde maar effectieve omslagen in Mahlers muziek.

In de spaarzame passages in het derde deel klonken wat vreemde parallelgeluiden die bij nadere bestudering uit de dirigent afkomstig bleken te zijn: de Philharmonie Zuidnederland heeft met Liss een meezinger in huis gehaald. Het deed niet af aan de romige klanken van het vrij vlot gespeelde Adagietto en aan de koortsachtig over elkaar heen vallende brokken muziek in het slotdeel, waarin het jonge orkest, enkel smetjes in het koper daargelaten, overtuigend liet horen dat het zo'n monumentaal werk goed aan kan.


© Frits van der Waa 2015