Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 9 december 2015

Vele pareltjes in reeks binnenskamerse schubertiades

Anima Eterna/Jos van Immerseel: Schubertiade. Alpha (4 cd's)

Schubert (1797-1828) was in zekere zin een binnenvetter. Hij was geen publieke persoonlijkheid als zijn voorgangers Mozart en Beethoven. Dat hoorde ook bij de tijd waarin hij leefde, een periode van politieke repressie en censuur, waarin ieder maar het liefst binnenskamers bij elkaar kroop.

In Schuberts geval leidde dat tot avonden vol vertier en muziek waarin het romantische escapisme voor het eerst zijn vleugels uitsloeg. De Vlaamse fortepianist Jos van Immerseel en zijn ensemble Anima Eterna hebben op eigen gezag uit het oeuvre van de componist vier van zulke schubertiaden samengesteld. Vrijwel alle aspecten van zijn werk komen op de 4 cd's aan bod. Uitzonderingen zijn uiteraard de symfonische muziek en, weloverwogen, de stukken voor piano solo. In plaats daarvan is er veel ruimte voor vierhandig werk, vreugdevol uitgevoerd op een schitterend klinkende Graf-fortepiano.

Naast highlights als het Forellenkwintet en de Arpeggione-sonate (op een pregnante violoncello piccolo) glinsteren hier nog onvermoede pareltjes als een reeksje Italiaanse aria's en hartveroverende vierstemmige gezangen. Bovendien munten de zangers uit door hun binnenskamerse behandeling van de muziek, zonder gezwollen strotten. De doos biedt meer dan vier uur hoogwaardig muziekgenot en verveelt geen moment.

Dämmerung: Zemlinsky. Von Brucken Fock, Von Dohnányi. Door Larissa Groeneveld en Frank van de Laar. Gutman (2 cd's)

Met de cellosonate van Gerard von Brucken Fock (1859-1935) brengen celliste Larissa Groeneveld en pianist Frank van de Laar de plaatpremi¸re van een veronachtzaamd maar voortreffelijk stuk uit het Nederlandse cellorepertoire.

Von Brucken Fock was geen nieuwlichter, maar wel een uitmuntend en soms bevlogen notensmid. Vooral het slotdeel van zijn sonate uit 1884 valt op door een bruisende vitaliteit. Groeneveld heeft een intense, warme toon en Van de Laar een voortvarendheid die een enkele maal omslaat in een iets te nadrukkelijke doortastendheid.

Naast twee werken van Alexander Zemlinsky, toch lang niet zo baanbrekend als zijn tijdgenoten Schönberg en Mahler, staat de cellosonate van Ernö von Dohnányi, dat een stuk steviger tegen allerlei grenzen aanschuurt.

Trio Cremeloque: Lalliet, Ravel, Poulenc en Rachmaninov. Solo Musica.

Blazers worden per traditie wat lager aangeslagen dan strijkers. De hoboïst en fagottist van het in Lissabon gevestigde Trio Cremeloque logenstraffen die vooringenomenheid met even virtuoos als expressief spel, ondersteund door de niet minder subtiele pianistiek van Savka Konjikusic.

De opening, een Terzet uit 1872 van de vrijwel onbekende Théodore Lalliet, biedt aanstekelijke goedhumeurmuziek, evenals het Trio dat Francis Poulenc ruim een halve eeuw later componeerde. De eigen bewerkingen van Ravels Pavane pour un infante défunte en Rachmaninovs Trio élégiaque overtuigen juist door hun diepgang.


© Frits van der Waa 2015