Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 maart 2016

Hemelse variëteit van gebroeders De Lantins

Le Miroir de Musique. Arnold & Hugo de Lantins: secular works. Ricercar.

Of Arnold en Hugo de Lantins broers waren, is niet eens zeker, maar ze waren allebei afkomstig uit Vlaanderen, ze waren tegelijk in Italië, ergens in het derde decennium van de 15de eeuw, en ze schreven beiden deksels mooie muziek.

Dat is te horen op de cd die het Zwitserse gezelschap Le Miroir de Musique heeft gewijd aan de wereldse werken van de twee – laten we het maar aannemen – gebroeders. Het gaat natuurlijk allemaal over de liefde, de muziek is hemels, transparant, bijna steeds driestemmig, zonder lage instrumenten, maar wát een variëteit, desondanks. Het ensemble kiest verschillende combinaties van stemmen en instrumenten, en strooit er een paar instrumentale stukken tussendoor. Vooral Hugo's Chanter ne scay ce poyse moy verbijstert door de sublieme combinatie van draailier, doedelzak, schalmei en schuiftrompet, waaraan niets vals is of jengelt.

De muziek uit deze vroege renaissancetijd is nog sterk polyfoon: de stemmen hebben een grote mate van onafhankelijkheid. Maar deze musici slagen erin het midden te bereiken tussen discreet lijnenspel en versmelting. Een speciale verrassing is Plaindre m'estuet de ma damme jolye, ook van Hugo, een prachtig ingetogen stuk over een ontrouwe geliefde. Alleen vormen de beginletters van de tekst een acrostichon dat de ware gedachten van de dichter blootgeeft: Putain de merde.

Lucia Swarts: The Italian origins of the violoncello. 7 Mountain Records.

Celliste Lucia Swarts is niet de eerste die op zoek is gegaan naar de oorsprong van haar instrument, maar de collectie muziek die ze heeft opgedolven uit de periode 1650-1700, bevat een aantal verrassende, onbekende werken. Bijvoorbeeld de alle kanten uitvliegende sonates van Giuseppe Jacchini. Befaamder is Domenico Gabrielli, de eerste componist die solostukken schreef voor de violoncello. Swarts geeft deze ricercares, waarvan de noten op papier soms wat lijzig achter elkaar lijken te staan, mooie verhalende spanningslijnen en haalt een waardige klank uit haar instrument, dat praktisch even oud is als deze muziek.

De afwisseling op de cd is groot. Johannette Zomer zingt aria's van Bononcini en Lulier, beide uiteraard met voorname cellopartijen. In de sonates van Domenico Scarlatti krijgt de celliste krachtig weerwoord van haar collega Richte van der Meer in het begeleidende continuo – zo krachtig dat in de derde sonate klavecinist Siebe Henstra er het zwijgen toe doet en er twee cello's overblijven.


© Frits van der Waa 2016