Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 20 augustus 2016

Dirigent Gatti laat horen wat hij vermag

Debussy, Dutilleux, Saint-Saëns en Stravinsky, door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti. 18 augustus, Concertgebouw, Amsterdam.

Daniele Gatti moet nog twintig nachtjes slapen voor hij officieel op het schild wordt geheven als nieuwe chefdirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO). Maar de 54-jarige maestro en zijn aanstaanden zijn zich al flink aan het warmlopen. Volgende week neemt Gatti met een Brucknersymfonie een duik in het kernrepertoire van het orkest, en donderdag liet hij tijdens de Robeco Summer Nights horen wat hij vermag met de ongeveer net zo belangrijke Franse poot van het KCO-erfgoed.

Daarbij hoort ook een werk als Métaboles van Henri Dutilleux, die in 2013 is overleden, drie jaar voor zijn honderdste geboortejaar. Métaboles zelf stamt uit 1964 en is dus ook al meer dan een halve eeuw oud. Het stuk sluit aan de ene kant naadloos aan op de klassieke orkesttraditie, maar ook het avantgardisme van die tijd heeft er sporen in nagelaten.

Leuk om te constateren dat Gatti, anders dan zijn weinig avontuurlijke voorganger Mariss Jansons, blijkbaar iets heeft met 'moderne' muziek. Hij gaf de mild-dissonante klanken van Dutilleux helder gestalte, bouwde het uit vijf aaneengesloten delen bestaande werk met vaste hand op, en haalde betoverende tinten uit het orkest, van wonderlijk verwaaiende aeolusharp-achtige klanken tot blazersguirlandes die zich als kolkingen door het hele orkest voortplantten.

Debussy's Jeux, weer een halve eeuw ouder dan Métaboles maar ook aardig 'modern', kwam minder overtuigend uit de verf. Na een schoorvoetende opening ontvouwde het stuk zich als losse gebeurtenissen met wisselende scherpte die pas aan het dansante slot met de pootjes op de grond terechtkwamen.

Sol Gabetta, speelbeest uit Argentinië, glorieerde in het Celloconcert van Saint-Saëns, al plooide het orkest zich bij vlagen wat te nadrukkelijk om haar niet zeer krachtige toon. Gatti leek vooral tegen het slot wat moeite te hebben om het temperament van de celliste bij te benen. In de toegift, Faurés Après un rêve, kreeg het dankbare publiek er nog een hele handvol cello's bij.

Stravinsky's voor Parijs gecomponeerde Petroesjka maakte de Franse staalkaart compleet en het programma een beetje overvol. De orkest-wemelingen klonken soms wat roezemoezig, maar Gatti schakelde voortreffelijk tussen de speeldoosmuziekjes, de wervelende motorische dansjes en de groteske solo-uitspattingen.


© Frits van der Waa 2016