Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 16 januari 2018

Ensembles die als puzzelstukjes in elkaar passen

Werk van Klas Torstensson. Doelen Ensemble en Charlotte Riedijk. 14/1, De Doelen, Rotterdam.

Van welke internationaal gevierde Nederlandse componist heeft hier te lande vorig jaar geen noot geklonken en het jaar daarvoor slechts één kort stuk? Akkoord, Klas Torstensson is dan wel geboren in Zweden, maar hij woont al 44 jaar in Nederland. En dat zijn muziek het aanhoren – en dus het uitvoeren – meer dan waard is, was zondag te horen in het Rotterdamse Doelen, dat een kleine inhaalactie heeft ondernomen door de 67-jarige Torstensson te benoemen tot 'composer in focus'.

Torstensson begon ooit als gestaald modernist, maar zijn werk is de afgelopen twintig jaar 'humaner' van karakter geworden. Schurende klanken en conflicten zijn er nog steeds, maar staan zij aan zij – of fuseren – met halfcitaten, verwijzingen en momenten van pure schoonheid.

De liedcyclus In grosser Sehnsucht uit 2004 voor sopraan en pianotrio is illustratief voor deze ontwikkeling. Torstensson portretteert hier vijf historische vrouwen die gevangen zitten in uitzichtloze situaties. Wederhelft Charlotte Riedijk en het Doelen Ensemble brachten in de grote zaal een semi-geënsceneerde uitvoering, wat in feite behelsde dat Riedijk, ondersteund door subtiele belichting, al zingend mimede, danste en acteerde, en daarmee de vijf verschillende persoonlijkheden, reikend van Frida Kahlo tot Rosa Luxemburg tot koningin Christina van Zweden, extra cachet verleende.

Dit werk verdient het vaker gehoord en gezien te worden. Torstensson is intussen zo gefascineerd geraakt door de Zweedse vorstin dat hij een complete cyclus aan haar gewijd heeft, die in mei zowel in Rotterdam als in Amsterdam te horen zal zijn.

Het avondprogramma bood de eerste Nederlandse uitvoering van een fascinerend drieluik: een stuk geschreven voor de combinatie van twee ensembles, uit Amerika en Zweden, die 'hun' helft ook als zelfstandige compositie kunnen uitvoeren. Sönerna wordt bepaald door de klank van trombone, sax, gitaar en slagwerk, opent met jazzy licks en weerbarstig geschraap, belandt na verloop van tijd in een quasi-minimalistisch idioom, om via een unisono-passage tot bezinning te komen in welluidendheid. No Slash voor viool, cello, piano en slagwerk volgt een vergelijkbaar traject, maar heeft ook eigen ingrediënten, zoals plokkende pianotonen en een slagwerkshuffle.

Elliott Loves Bebop heet de combi, met een verwijzing naar de New Yorkse componist Elliott Carter. Het is spannend wat voor wisselwerkingen deze twee vrij spaarzame stukken opleveren als ze over elkaar worden gelegd. De muzikale ruimte wordt stukken groter, rechtlijnig wordt dubbelzinnig, eenstemmig wordt polyfoon, en dan zijn er nog passages waar de twee ensembles als puzzelstukjes in elkaar grijpen.

En interessant daarbij is dat Torstenssons muzikale strategieën in wezen steeds dezelfde zijn, ongeacht het notenmateriaal.


© Frits van der Waa 2018