Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 9 maart 2018

Quatuor Mosaïques houdt hete adem verre van zich

Beethoven: The Late Quartets. Quatuor Mosaïques. Naïve (3 cd's).

Over de late kwartetten van Beethoven kun je je je hele leven blijven verbazen. Nog even, en deze vijf kwartetten, geschreven in 1825 en 1826, zijn tweehonderd jaar oud. Maar ze zullen altijd revolutionair blijven.

Quatuor Mosaïques, het uit Concentus Musicus voortgekomen strijkkwartet, dat musiceert op instrumenten uit Beethovens tijd en daarvoor, heeft zich in de dertig jaar van zijn bestaan diepgaand beziggehouden met de late Beethovens, maar ze pas nu op de plaat gezet. Die jarenlange omgang met de muziek hoor je natuurlijk terug, maar minstens zo belangrijk is dat deze spelers bij dat proces de hete adem van de volvette postbeethoveniaanse romantiek verre van zich hebben kunnen houden. Natuurlijk is het geen lichtgewichtmuziek, natuurlijk graaft Beethoven altijd diep en moeten de musici het uiterste geven. Maar bij Quatuor Mosaïques hoor je geen pathos of woelend vibrato en zitten de expressieve contrasten eerder in een rijk geschakeerd palet aan timbres, uitgekiende tempokeuzes, en het vermogen om een grote klaarheid te handhaven, waarin op gezette tijden juist ook plaats is voor luchthartigheid.

De late kwartetten bevatten twee lakmoesproeven: het innige, elegische derde deel van op. 132, Heiliger Dankgesang eines Genesenen, en de gecompliceerde, onstuitbare Grosse Fuge, die de oorspronkelijke afsluiting van op. 130 vormde. Het kwartet doorstaat ze beide met glans. De minder extreme finale die Beethoven later voor het werk componeerde, hebben de musici niet op de plaat gezet, in de overtuiging op die manier recht te doen aan Beethovens oorspronkelijke bedoelingen.

Porpora: L'amato nome. Stile Galante. Glossa (2 cd's).

De Napolitaan Nicola Porpora was een jaartje jonger dan Bach en Händel. Hij genoot internationale bekendheid en had enige tijd de jonge Joseph Haydn als leerling onder zijn hoede.

Zijn oeuvre omvat ruim veertig opera's, die je nooit meer hoort, maar die best wel eens de moeite waard zouden kunnen zijn, afgaand op zijn Cantates Opus 1, een bundel muziek die in weerwil van het opusnummer verscheen in 1735, toen de componist al tegen de 50 liep. Aanleiding voor de publicatie was zijn bezoek aan Engeland, waar hij een plaatsje aan het muziekfirmament hoopte te bemachtigen naast Händel – wat niet lukte.

Op het eerste gezicht is er weinig dat de twaalf cantates van elkaar onderscheidt. De ene helft is geschreven voor een hoge, de andere voor een lage vrouwenstem (of castraat). Ze zijn allemaal gebaseerd op teksten van Metastasio, waarin de liefdesperikelen van mythische personages worden behandeld. Ze bevatten telkens twee aria's, gescheiden en vaak voorafgegaan door recitatieven, en de begeleiding wordt slechts geleverd door een klavecimbel, dat dikwijls wordt ondersteund door een cello.

En toch: wat een variëteit en wat een inventiviteit! Zonder zijn barokboekje te buiten te gaan hult Porpora de tekst in weelderige melodieën en kruidige harmonieën, waarin de begeleiders doorgaans even interessante noten hebben als de protagonist. Het sprankelende Italiaanse gezelschap Stile Galante zet bovendien maar liefst vier verschillende, doch allemaal even zoetgevooisde zangeressen in, zodat elke cantate weer als nieuw klinkt.


© Frits van der Waa 2018