Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 13 mei 2019

Veelzijdige opera over nog altijd actueel schisma

De Synode, opera van Jan-Peter de Graaff, door Muziektheater Hollands Diep o.l.v. Mark Biggins en David Prins. 10/5, Energiehuis, Dordrecht. Herh.: 17, 18, 25 en 26/5.

'Zonder geld gaat het niet.' Het is de rode draad in de kameropera De Synode, waarin componist Jan-Peter de Graaff en librettist Yuri Robbers de problemen behandelen die een vroeg-17de-eeuwse houthandelaar ondervond tijdens het Twaalfjarig Bestand. De fictieve Maarten Harpertszoon, in financiële nood geraakt door het stilvallen van de oorlog, probeert geld te lenen bij twee bevriende predikanten. De een is gomarist, de ander arminiaan, en laten die twee religieuze facties nu juist voor de beslissende eindstrijd staan: de Synode van Dordrecht, deze maand op de kop af vier eeuwen geleden. Niettemin is de kwestie nog altijd actueel: dat blijkt wel uit het feit dat de protestantse kerk onlangs erkende dat de remonstranten, de nazaten van de arminianen die toen uit de kerk werden gestoten, veel leed is aangedaan.

Dat Maarten Harpertszoon van twee walletjes probeert te eten, komt hem duur te staan. Zijn dochter Johanna vlucht met de door haar beminde progressieve predikant Jacobus, en de behoudende predikant Franciscus blijkt – vreemd genoeg – een aanhanger van de precies in diezelfde tijd onthoofde raadpensionaris Van Oldenbarnevelt, dus die moet ook de wijk nemen. 'Geld maakt alles kapot', treurt Maarten tot slot.

Het Dordtse Muziektheater Hollands Diep heeft er een toegankelijke voorstelling van gemaakt, met fraai gestileerde kostuums en een decor dat bestaat uit verrijdbare prakticabels met ijzersculpturen die ogen als de spanten van een schip. De vier jonge zangers wekken sympathie en bewondering: allereerst de fysiek en vocaal expressieve bariton Berend Eijkhout als de geplaagde houthandelaar, op de voet gevolgd door de opvallend krachtige countertenor Joël Vuik (Jacobus), de warmgestemde bariton Jorne van Bergeijk (Franciscus) en de gevoelvolle, al wat langer meedraaiende sopraan Renate Arends.

Componist Jan-Peter de Graaff, nog maar achter in de twintig, heeft hen voorzien van prettig zingbare lijnen, die worden geschraagd maar ook menigmaal doorkruist door veelzijdige klankweefsels, voorgebracht door het zeskoppige ensemble Shapeshift. Tegenover pittige tutti's staan subtiele tokkelpassages, het tonaal georiënteerde idioom blijft prikkelen, en dan zijn er nog onderhuidse verwijzingen naar kerkkoralen en geuzenliederen. Opvallend is de bijdrage van de piano luthéal, een vleugel met extra registers die de klank van onder meer een cimbalom en een klavecimbel suggereren.

Als introductie – en opfrisser van de vaderlandse geschiedeniskennis – fungeert een voorprogramma met bewerkingen van originele melodieën en teksten uit de 17de eeuw. Hoewel dit een aardig idee is, heeft dit onderdeel te weinig vaart en maakt het de voorstelling als geheel te lang, zeker voor bezoekers van buiten Dordrecht.


© Frits van der Waa 2019