Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 augustus 2019

Lise Davidsen is een belofte

Lise Davidsen: Wagner en Strauss. Decca.

Als je al op je 32ste een dragende rol mag zingen in de Bayreuther Festspiele, dan kun je wat. Dat de Noorse mezzosopraan Lise Davidsen haar debuutalbum opent met twee aria's van Elisabeth uit Wagners Tannhäuser, het personage dat ze daar vertolkt, is dan ook vast geen toeval. Al in de aanhef van Dich, teure Halle geeft ze een schroeiend stemsalvo weg, maar laat meteen daarop horen dat ze ook over mildere registers beschikt.

Het is al snel duidelijk dat Davidsen een van de grote zangeressen van de komende decennia belooft te worden. Ze paart vocale vlamkracht aan tal van tussentinten, beheerst het vibrato tot en met de indringende nulstand en heeft een bereik waar veel collega-zangeressen niet aan kunnen tippen. En ze weet waarover ze zingt. Meer nog dan in de Wagner-aria's imponeert ze in de orkestliederen van Richard Strauss, door juist de stemmige, fijngevoelige kanten van deze muziek te beklemtonen. Het Philharmonia Orchestra en dirigent Esa-Pekka Salonen volgen en steunen haar daarin.

Sarah Neutkens: Pieces for strings. Neutra Records.

In iets meer dan dertig minuten geeft de 21-jarige componiste Sarah Neutkens blijk van haar eigenzinnige talent. Pieces for strings is niet eens haar eerste album; ze heeft er al eerder twee uitgebracht met door haarzelf gespeelde pianocomposities.

De strijkers van het Dutch String Collective hebben in de acht stukken betrekkelijk weinig te strijken, want in veel van de composities is het uitgangspunt een minimalistisch, pulserend netwerk van getokkelde tonen – waarin de entree van de gestreken klank vaak des te sterker werkt.

Neutkens' minimalisme heeft een heel eigen geluid, met plezierig tegendraadse tendensen. Zo introduceert ze verontrustende sirenegeluiden, en schuift ze met ritmische en melodische patronen, waardoor er een wonderlijke polyritmie ontstaat die doet denken aan door elkaar tikkende klokken. En geen van de hier verzamelde stukken blijft bij zijn oorspronkelijk uitgangspunt: er is altijd een traject, een abstract verhaal, een ontregelde bekoring.

New Collegium: Telemann - Chameleon. Ramáe.

De vruchtbaarheid van Georg Philipp Telemann kende letterlijk geen grenzen: hij goochelde naar believen met elementen uit de Engelse, Franse Duitse en Poolse muziek, en bestreek het hele spectrum, van fijnbesnaard tot boertig. Op het nieuwe album van New Collegium (voorheen Collegium Musicum Den Haag), dat heel toepasselijk de titel Chameleon heeft meegekregen, geeft dit barokensemble al die aspecten het volle pond. De opperste afwisseling wordt bereikt in een suite uit de bundel Der getreue Music-Meister, met een Largo waarin blokfluitiste Inês d'Avena een unendliche Melodie avant la lettre neerzet.

Uitgesproken smaakvol samenspel gaat hier hand in hand met toewijding en puur plezier, en door de grote variëteit aan instrumentale combinaties wordt de verrukkelijke muzikale waaier nog veelzijdiger. Telemann bereikt zelden de diepgang van zijn grote tijdgenoot Bach, maar als charmeur overtreft hij hem menigmaal.


© Frits van der Waa 2019