Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 maart 2020

Bach op de sax met perfecte kleurcontrole

Arno Bornkamp: Dance. Genuin.

In de ogen van sommigen is het natuurlijk een anachronisme, of zelfs blasfemie om het werk van Bach op saxofoon te spelen. Misschien dat zulke puristen zich toch laten vermurwen door de fraaie en integere vertolkingen die Arno Bornkamp op cd heeft vastgelegd.

Bornkamp, al dertig jaar een van de ongekroonde koningen van het saxwezen, heeft gekozen voor drie verschillende solowerken, die hij ook op drie verschillende instrumenten uitvoert. De Tweede cellosuite leent zich uiteraard goed voor de baritonsax, al vergen de dubbelgrepen wel een vertaalslag, die Bornkamp handig oplost met naadloze arpeggio's. Verrassender nog is de fluitpartita, waarin het timbre van de sopraansax het beeld van een soort superdwarsfluit oproept – wat aangeeft hoe perfect Bornkamp de kleur onder controle heeft.

Pièce de résistance is de Tweede vioolpartita, met die reusachtige Chaconne. Fabelachtig gespeeld op de alt, met een schitterende weergave van de schijnpolyfonie, maar hier schort het toch een beetje aan de schurende dramatiek van haar en snaar.

Brisk Recorder Quartet: Always about love. Globe.

Het blokfluitkwartet Brisk weet altijd behendig bruggetjes te slaan tussen heden en verleden. Op zijn jongste cd doet het viertal dat aan de hand van de liefde, in harmonieuze samenwerking met sopraan Amaryllis Dieltiens, die niet alleen een naam maar ook een stem heeft om jaloers op te zijn.

Het gaat van blij naar droef, want zoals bekend zit het niet altijd mee in de liefde. De hoofdmoot is oude muziek, zowel met als zonder zang, met een nadruk op de 16de eeuw. De fluitisten leveren exemplarisch en waar nodig uitbundig samenspel en Dieltiens' lieflijke geluid past daar perfect bij.

Het modernere deel bestaat uit een volksliedbewerking van Benjamin Britten, en drie nieuwe werken: een eerst stemmige, dan haasje-over-springende Ochtendbede van Max Knigge en twee Love Songs van Hans Koolmees, die zowel de deugdzame als de ondeugende aspecten van het onderwerp het volle pond geeft.

Michel van der Aa: Time Falling. Disquiet.

Zoals de Aleph uit het verhaal van Borges een punt is waar alle punten van het universum samenvallen, zo is het hoofd van Michel van der Aa misschien wel de plek waar alle soorten muziek samenkomen. De 49-jarige componist, die in zijn internationaal succesvolle opera Sunken Garden al blijk gaf niet vies te zijn van een surrealistische technobeat, heeft nu zijn eerste indiepopalbum uitgebracht, Time Falling.

De ster van het album is zangeres Kate Miller-Heidke (die vorig jaar Australië vertegenwoordigde op het Eurovisie Songfestival) die vocalen van een etherische schoonheid laat horen, vaak meerstemmig, op tekst van Borges, Pessoa en anderen. Daaronder legt Van der Aa een smeulend weefwerk van baslijnen, synths en gitaren met hier en daar een flard koormuziek.

Het is heel knap gemaakt, al is meezingbaarheid niet de grootste troef, en laat Van der Aa na de rauwe kantjes van Miller-Heidkes stem te exploiteren. Maar het ietwat onbestemde van deze muziek noodt, samen met de variëteit van de elf nummers, tot meermaals herbeluisteren.


© Frits van der Waa 2020