Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Zoek
english version



DE ZAAL DER VLAMMENDE SNIJWERKEN

Gormenghast, dat wil zeggen, het oorspronkelijk massief van samengebald steen, zou op zichzelf beschouwd een zwaarwichtig soort architectonische kwaliteit aan de dag gelegd hebben, mits men de ogen had kunnen sluiten voor de gordel van schamele hutten die als een epidemie om de buitenwal wemelden. Ze lagen ordeloos verspreid over het hellende terrein, elke hut wat hoger dan de vorige, tot de binnenste kotten door de borstwering in hun opmars gestuit werden en zich aan de hoge muren vastklampten, als zeeslakken aan een rots. Die kille verbintenis met de vesting die boven hen opdoemde ging terug op een oud privilege. Over hun onregelmatige daken trokken, jaar in, jaar uit, de schaduwen van door de tijd aangevreten schoormuren, van vervallen en verheven pinakels, en, het meest ontzagwekkend van al, de schaduw van de Vuurstenen Toren. Gormenghast dl 1Ongelijkmatig bedekt met zwarte klimop, stak de toren als een verminkte vinger omhoog tussen vuisten van knokkelig metselwerk en wees godslasterlijk naar de hemel. 's Nachts maakten de uilen hem tot een galmende keelholte; overdag bleef hij stom en wierp zijn lange schaduw.
De bewoners van het randgebied en degenen die binnen de muren thuishoorden lieten zich hoogst zelden met elkaar in, behalve die ene keer per jaar, op de eerste ochtend van juni, wanneer de gehele bevolking van de lemen hutten toestemming had het Domein te betreden, om de houten beelden te vertonen waaraan ze het hele jaar door gewerkt hadden. Dit snijwerk, dat beschilderd was met vreemde kleuren, stelde doorgaans menselijke of dierlijke figuren voor en was op een geheel eigen wijze zwaar gestileerd. De onderlinge rivaliteit was bitter en verwoed, want elk was er op uit om met het mooiste beeld van het jaar voor de dag te komen. Was het jeugdige vuur van de liefde eenmaal gedoofd, dan gold hun enige hartstocht het vervaardigen van de houten beelden, en in de wirwar van hutten aan de voet van de ringwal leefden een stuk of twintig scheppende ambachtslieden die golden als de leidende houtsnijders en derhalve een bevoorrechte positie innamen tussen de schaduwen.
Op een zeker punt binnen de Ringwal, ongeveer een meter boven de grond, staken de stenen waaruit de muur was opgetrokken naar voren en vormden een massieve, diepe richel die zich over een afstand van bijna honderd meter van oost naar west uitstrekte. Die vooruitspringende stenen waren wit geverfd, en daar was het dat elk jaar, op de eerste morgen van juni, het snijwerk werd uitgestald om gekeurd te worden door de Graaf van Grauw. De beelden die naar zijn oordeel de hoogste lof verdienden -- en er werden nooit meer dan drie gekozen -- werden vervolgens overgebracht naar de Zaal der Vlammende Snijwerken.


© 2006 Frits van der Waa


terug naar 'Peake'