Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

 

Een fragment uit
Paul McCartney
door Philip Norman, vertaald door Henny Corver, Frits van der Waa, Annemie de Vries en Pon Ruiter

De confrontatie met John op 20 september was voor Paul de druppel die de emmer deed overlopen. Hij besloot Apple, zoals hij het zelf zei, te 'boycotten' en samen met Linda zijn heil te zoeken in hun afgelegen toevluchtsoord in de Schotse Hooglanden. 'We namen de kinderen mee, we namen de honden mee, we namen alles mee wat we hadden, met daarbovenop een gitaar en een po voor de baby.'

Van de ene dag op de andere veranderde de zichtbaarste Beatle, tot dusver de onvermoeibare woordvoerder en pr-man van de band, in de Onzichtbare Man. In die tijd, toen er alleen nog werd gecommuniceerd per telefoon, telegram of brief, was het daadwerkelijk mogelijk om je terug te trekken in een afgelegen deel van het land en zolang je maar wilde buiten beeld te blijven. Behalve zijn familie en zijn naaste medewerkers bij Apple wist niemand van Kintyre en de High Park Farm, en zelfs zij hoorden weinig of niets van hem en hadden geen idee hoe lang hij van plan was daar te blijven. De fans, die normaal gesproken met een paranormale intuïtie konden zeggen waar hij zich bevond, moesten toegeven dat ze volstrekt in het duister tastten.

Geruchten over de dood van een Beatle waren niets nieuws. Paul was al dikwijls het onderwerp geweest van zulke verhalen, die in de wereld werden gebracht door mensen die bij kranten geld probeerden te vangen, of er gewoon achter wilden komen waar hij woonde. Het kwam wel voor dat iemand naar het kantoor belde met het bericht dat hij in Manchester of Glasgow om het leven was gekomen, in de hoop te horen te krijgen dat hij levend en wel thuis zat in St John's Wood. Dit keer, toen hij al een paar weken zoek was zonder dat er een verklaring voor werd gegeven, plaatste een studentenblad van Drake University, Iowa, een nepbericht dat hij dood was.

Zonder dat er nog sprake was van internet of Twitter ging het verhaal binnen de kortste keren de wereld rond. Het onzinbericht van de studenten aan Drake werd serieus genomen, eerst door radiozenders in het Middenwesten van de States, toen door Beatlefantijdschriften en roddelbladen, en vervolgens door de televisie en de serieuze pers, terwijl er in de loop van dat proces een compleet verhaal omheen werd gebreid. Dat luidde dat Paul in 1966 was omgekomen bij een auto-ongeluk, maar dat zijn dood geheim was gehouden om de carrière van de Beatles niet te schaden en dat er een dubbelganger, een acteur die William Campbell heette, was ingehuurd om zijn plaats in te nemen.

Dit was een kolfje naar de hand van de analytici en interpreten van Beatlesteksten – in Amerika altijd al het fanatiekst – die sinds Sgt. Pepper niet echt iets hadden gehad om hun tanden in te zetten. Nu werd beweerd dat Pauls mede-Beatles, kennelijk geplaagd door schuldgevoelens over zijn dood, sindsdien her en der verwijzingen hiernaar hadden verborgen in hun muziek.

Door de jacht op deze 'hints', die bovendien van mond tot mond gingen, bleef het gerucht bijna twee maanden lang de gemoederen bezighouden. In 'Revolution 9' zegt een stem van een onbekende iets wat nu werd beluisterd als 'Turn me on, dead man'. Er werd beweerd dat John in het laatste gedeelte van 'Strawberry Fields Forever' 'I buried Paul' zong, hoewel hij zelf altijd staande heeft gehouden dat het 'cranberry sauce' was. Op de hoes van het Sgt. Pepper-album zou het in blauw uniform gestoken Paul-personage zijn eigen onechtheid bevestigen met een insigne waarop stond OPD, ofwel 'Officially Pronounced Dead' (in werkelijkheid was het OPP, Ontario Provincial Police). En in de Magical Mystery Tour-film had de namaak-Paul het geheim prijsgegeven door een zwarte anjer in zijn knoopsgat te dragen, terwijl de andere Beatles een rode droegen.

De aandacht richtte zich vooral op de hoes van het Abbey Road-album, die nooit enige speciale betekenis had moeten overbrengen. Nu werden de vier ongelijksoortige personen die over het zebrapad liepen gezien als een rouwstoet, met de waardige, in het wit geklede John als de priester, Ringo in zijn keurig nette pak als de lijkschouwer en George in zijn blauwe spijkerbroek als de grafdelver, terwijl Pauls blote voeten zijn rol als overledene symboliseerden. Het heette dat een op de achtergrond geparkeerde auto het doorslaggevende detail bevatte: een Volkswagen-kever ('Beetle') met een nummerplaat waarop 28 IF stond, ofwel Pauls leeftijd als ('if') hij in het najaar van 1969 nog in leven geweest was (hoewel hij in werkelijkheid dan nog steeds 27 zou zijn geweest).

Omstreeks november volgde er een hele stroom 'Paul is dood'-singles ('Brother Paul' van Billy Shears and the All-Americans, 'Saint Paul' van Terry Knight, 'So Long Paul' van Werbley Finster alias José Feliciano, 'We're All Paul Bearers' van Zacherias and his Tree People) en moest de pr-afdeling van Apple tientallen malen per dag aan mediaorganisaties van over de hele wereld melden dat het gerucht onwaar was. Een paar journalisten slaagden erin door te dringen tot Jim McCartney in Cheshire, die het ook ontkende. Maar omdat niemand bereid was te vertellen waar Paul op dat moment was, wilde de necrofiele storm maar niet gaan liggen.

Tenslotte deed het Amerikaanse tijdschrift Life iets wat nog bij geen enkele Britse publicatie was opgekomen: het wist achter het bestaan van High Park Farm te komen en stuurde er een journalist en een fotograaf op af. Die stonden op een ochtend in de vroegte voor de deur, terwijl Paul nog in bed lag. Eerst was hij woedend op de indringers en smeet een bak met keukenafval in hun richting. Maar toen hij zich realiseerde dat hij daarbij was gefotografeerd, kwam de pr-man in hem naar boven: hij stemde toe in een interview, op voorwaarde dat de foto met het keukenafval vernietigd zou worden. Op 7 november stond hij verfomfaaid en ongeschoren op de omslag van Life, met baby Mary op zijn ene arm en de andere om Linda heen, en op de voorgrond de zesjarige Heather met een herdersstaf in haar hand. 'Paul is nog steeds onder ons,' stond er in grote letters boven.

Met een knipoog naar Mark Twain zei hij: 'Het gerucht over mijn dood is zwaar overdreven. Misschien is het in de wereld gekomen omdat ik de laatste tijd niet zoveel in de publiciteit ben geweest. Ik heb voor een heel leven genoeg met de pers gepraat, en ik heb op dit moment niets te zeggen. Ik leid een gelukkig leven met mijn gezin en ik ga weer aan het werk als het zover is. Ik ben tien jaar lang non-stop in touw geweest zonder de knop om te zetten. Nu zet ik de knop om zoveel ik kan. Momenteel zou ik liever een beetje minder beroemd zijn.'

In deze diplomatieke wollige woordkeus zat een gewichtige mededeling verborgen die op dat moment totaal aan iedereen voorbijging: 'Het is gedaan met de Beatles. De band is uit elkaar geploft...'


© Frits van der Waa 2016