Verschenen in de Groene Amsterdammer van 30 juni 1982
Festival Nieuwe Muziek in Zeeland
Komponeren op de computer
Van 17 juni tot en met 10 juli wordt in Zeeland het Festival Nieuwe Muziek gehouden, een provinciaal
evenement van internationale allure. Frlts van der Waa ging een paar dagen naar Middelburg, waar hij
kennismaakte met een komponeercomputer en met Ad van 't Veer, organisator van het festival.
"Mijnheer, weet jij hoe die machine werkt?" Ik moet bekennen dat ik het niet precies weet. De
vraagsteller is een jongetje van zes jaar, een van de elf kinderen die zich verdringen om een
tekentafel, afgesteld op kniehoogte. Komponist Jan Vriend torent hoog boven hem uit. Hij brengt ze de
beginselen van het computerkomponeren bij en kan dus zo'n vraag wel beantwoorden; maar hij heeft het
nu te druk met ervoor te zorgen dat iedereen aan de beurt komt voor het tekenen met de elektromagnetische
pen.
Vier verweerde beelden kijken neer op de tekentafel, die ingebouwd staat tussen twee speakers en een
beeldscherm. Een eindje verder staat een computer te zoemen. Door het vroeg zestiende-eeuws gewelf van
de Vleeshal, een onderdeel van het Middelburgse stadhuis, weergalmt 'nou ik!'-geroep, afgewisseld
met vreemde zoemtonen, bliepers en piepers: de Workshop Computermuziek is in volle gang.
Deze workshop is een belangrijk onderdeel van het Festival Nieuwe Muziek, dat jaarlijks wordt
georganiseerd door Jeugd en Muziek Zeeland. Vaste gast van het festival is de van oorsprong Griekse
komponist Yannis Xenakis. De komponeercomputer in de Vleeshal is in 1976 door hem ontwikkeld en
praktisch gerealiseerd in de elektronische studio van het CEMAMu (Centre d'Etudes de
Mathématique et Automatique Musicales) in Parijs. Het apparaat heet UPIC, wat staat
voor Unité Polyagogique Informatique du CEMAMu.
Van 's ochtends vroeg tot diep in de nacht wordt in groepjes aan de computer gewerkt, onder leiding
van Xenakis' assistente Cornelia Colyer en de komponisten Jan Vriend en Cort Lippe. Ook Xenakis zelf
zal een aantal dagen aanwezig zijn.
Gevoelige tekentafel
De UPIC staat in het festivalprogramma aangekondigd als een "uniek instrument", en dat is geen woord
te veel. Met een elektromagnetische pen, door een snoer verbonden aan de computer, teken je op een grote
tekentafel. Het vlak waarbinnen je kunt tekenen, is gemarkeerd met rode strepen en voorzien van
millimeterpapier, dat met doorzichtig plastic is bedekt. Daaronder zie je een groot aantal genummerde
hokjes. Die stellen stukjes van het computergeheugen voor, waarin je je tekeningen kunt opslaan. Aan de
rechterkant van de tafel staan, in vakjes, de opdrachten voor de computer, zoals 'tekenen', 'luisteren'
en 'bewaren'. Ze zijn voorzien van opschriften in het Frans en het Nederlands ook in braille. De
tekentafel is gevoelig voor de aanraking met de pen; je hoeft alleen maar een opdracht aan te tikken,
dan kun je aan de gang. Wat je tekent, verschijnt direkt op het beeldscherm. Eerst teken je een golfvorm,
die de klankkleur gaat bepalen. De computer kan meteen laten horen hoe dat klinkt; als het je niet
bevalt kun je een nieuwe maken. Het maakt nogal wat verschil of een geluid bij voorbeeld met een harde
knal begint en dan wegsterft, of juist andersom. Daarom moet je ook het verloop van de geluidssterkte
in een grafiek tekenen.
De klankkleurgolfvorm en de geluidssterktegrafiek kun je zo eenvoudig of ingewikkeld maken als je
maar wilt. Van die twee soorten grafieken kan een hele voorraad worden opgeslagen in het geheugen van
de computer. Uit die voorraad kun je kiezen bij het tekenen van de eigenlijke kompositie, waarbij de
tijd van links naar rechts wordt gelezen en de toonhoogte van laag naar hoog. Iedere toonhoogte is
beschikbaar, dus ook alles wat 'tussen' de toetsen van een piano ligt. De UPIC kan iedere van links
naar rechts getekende lijn in een klank vertalen: van één horizontale lijn (een vaste
toonhoogte) tot een gekompliceerde groep arceringen (een door elkaar bewegende massa klanken). Het
programma werkt niet in 'real time': de computer heeft tijd nodig om de tekening uit te rekenen. Dat
duurt uiteraard langer naarmate de tekening ingewikkelder is. De UPIC is niet moeilijker te bedienen
dan een penseel, een typemachine of een piano. Je moet het alleen even leren.
Lekker gruizelig
De deelnemers aan de workshop zijn, afhankelijk van hun achtergrond, ingedeeld in groepen van
maximaal tien man (vooral man). Er zijn allerlei disciplines vertegenwoordigd: beeldende kunstenaars,
musici, technische studenten, programmeurs, een architekt, een chirurg, een socioloog, en natuurlijk
komponisten.
Iedere ochtend komt een halve kleuterklas, kompleet met leidster, aan de computer werken. Ze hebben
er de tweede dag al weinig moeite meer mee: er wordt een huis getekend, met een rieten dak en een
kiezelpaadje. Van de vertikale muren en de kleine raampjes blijft als geluid niet veel over, maar het
'hoge' dak kun je heel goed horen, als een stijgende en dan weer dalende groep van dunne toontjes;
klankkleur lekker gruizelig.
De mogelijkheden van de computer geven aanleiding tot grappen: zo zet Jan Vriend zijn handtekening
om in muziek, waarbij hij een klank gebruikt die van zijn eigen stem is afgeleid. En Cort Lippe tekent
een serie Pinocchio's met steeds langer klinkende neuzen.
Na twee dagen blijken de beeldende kunstenaars het wat moeilijk te hebben: de UPIC, is vooral gericht
op geluid; het visuele komt op de tweede plaats. Marije van Dijck, beeldend kunstenares uit Groningen,
is gefascineerd door de mogelijkheden van de computer, maar zegt: "Ik vind dat ik beeldend een stuk te
kort kom. De pen, de schriftuur, heeft beperkingen. En ik ben ook heel gevoelig voor de oppervlakte
waarop ik werk, en dit plastic is keihard en droog."
De resultaten van de eerste dagen zijn wel verrassend, maar nog wat magertjes en vooral
kort: echte oefeningen. De bedoeling is dat elke groep uiteindelijk na twee weken to een min
of meer afgeronde kompositie komt, die op 3 juli zal worden gepresenteerd, samen met UPIC-komposities
van onder anderen Xenakis, Mache en Eloy.
Ondertussen zit Ad van 't Veer, manager van Jeugd en Muziek Zeeland, in de Vleeshal
voortdurend te telefoneren. Hij regelt alles wat in het festival gebeurt even bedaard als hij
erover vertelt: "Ik heb de UPIC vorig jaar gezien tijdens het festival van Lille, en ik was erg
onder de indruk, ook omdat we al een tijd bezig zijn met nieuwe methodieken. Als komponisten wat
hebben te vertellen op onderwijsgebied, spring ik er bovenop. Xenakis heeft de wens te kennen
gegeven dat er verschillende publieksgroepen aan dat ding moeten kunnen werken. Als je dat niet
mogelijk maakt voor een week of twee, krijg je die machine ook niet. De mensen kunnen gewoon de
Vleeshal binnenlopen en meeluisteren. In welke muziekschool kan en mag dat?
Xenakis wil de computer ook in produktie brengen, dat wordt omstreeks december. Speciaal voor
muziekscholen en konservatoria. Hij zal ongeveer even veel gaan kosten als een vleugel."
Opwaaiende partituren
- Is dit nu een typische Jeugd en Muziek-manifestatie ?
"Nee hoor, je kunt voor Jeugd en Muziek alle andere namen invullen
die je maar bedenkt. Het stimuleren van nieuwe muziek; dat hebben wij ervan gemaakt. Maar het kan af en
toe ook beeldende kunst zijn, of theater, of mengvormen daarvan; landelijk is het anders gestruktureerd.
Er zijn verschillende afdelingen van Jeugd en Muziek, maar wij hebben gekozen voor deze lijn.
Het festival wordt nu voor de zevende keer gehouden. Daarvoor brachten we veel moderne muziek op straat.
Maar dat bleek niet te kunnen, partituren die wegwaaien en zo. Wat overbleef, was geïmproviseerde
muziek op straat. Klassieke avant-garde muziek, dat kun je eigenlijk niet in de openlucht doen. Maar we
willen die muziek wel zo dicht mogelijk bij de mensen brengen, en zo zijn we ook op die Vleeshal
terechtgekomen, dat is een leuke doorloopruimte. De akoestiek is niet zo best, maar dat nemen we dan op
de koop toe. En we gaan met een aantal koncerten de dorpen in."
- Het programma heeft duidelijk twee hoofdlijnen: geïmproviseerde muziek en
avant-gardemuziek, en dat vooral uit de groep Xenakis. Is dat een bewuste keuze?
"Zeker, we zijn duidelljk gericht op Xenakis, en daarvan zijn we ook niet meer af te branden. Er
zitten niet zoveel Nederlandse komponisten in het programma. In Nederland kies ik voor de
geïmproviseerde muziek. Dat sluit meer aan op ons publiek en ook op de internationale beweging."
Establishmentachtig
- Is het zo dat de mensen door deze programmering de overstap maken van de geïmproviseerde
muziek naar de muziek van Xenakis, die toch heel cerebraal en moeilijk is?
"We belichten van Xenakis niet de wiskundehoek, maar en dat geldt voor elke komponist
trouwens de humane kant. Xenakis is daarin een duidelijke man, Hij heeft dan wel de basis in die
wiskunde, maar het uiteindelijk resultaat is menselijk, is direkt en grensverleggend. En dat vind ik
ook bij mensen als Leo Cuypers en Willem Breuker. Breuker verlegt zijn grenzen door bijvoorbeeld een
goochelaar in zijn harmoniegroep te laten meedoen. En Xenakis goochelt met vreselijk moeilijke dingen.
Toch begrijpen de mensen die grenzen wel. Maar de Xenakis-kern is inderdaard vrij klein. Dat is een
proces van jaren, hoor, om daarin verbreding te krijgen."
De stimulerende werking van Jeugd en Muziek Zeeland beperkt zich niet tot luisteraars, maar betreft
ook uitvoerende musici. Zo is vorig jaar het initiatief genomen tot de oprichting van het
Xenakis-Ensemble, een internationaal gezelschap van musici die zich in hedendaagse muziek hebben
gespecialiseerd.
Jeugd en Muziek heeft Xenakis de opdracht verleend voor volgend jaar een stuk voor het ensemble
te schrijven. Dit jaar is een opdracht naar Leo Cuypers gegaar, voor een muziektheaterstuk dat Moord
in de Cuyperspoort gaat heten. Het wordt een muzikaal vervolgverhaal, enigszins te vergelijken
met de Zeelandsuite, waarmee Cuypers vorig jaar de provincie doortrok. Van 6 tot en met 10 juli
zullen groepjes musici dit verhaal in en om het Kuiperspoorttheater in Middelburg opvoeren.
Waarschijnlijk zal door Frans Zwartjes een videoregistratie worden gemaakt van het proces, dat op 10 juli
in de Kuiperspoort zijn ontknoping zal vinden. Ad van 't Veer: "We doen dit jaar veel in de
Kuiperspoort, een klein theater, er kunnen zo'n vijftig mensen in. Je hebt hier wel een koncertzaal,
maar daarvan willen we niet te veel gebruik maken. Dat geeft zo'n establishment-achtige indruk en we
willen de drempel zo laag mogelijk houden. De mensen doen toch al zo weinig moeite om uit te gaan."
Inderdaad is het eerste koncert van het festival maar matig bezocht. In de grote zaal van het
Vlissingse hotel Brittannia zitten zo'n dertig mensen aan tafeltjes. De Amerikaanse vokaliste-komponiste
Joan La Barbara brengt haar eigen komposities, voor solostem of in kombinatie met bandopnamen, waarin de
grenzen tussen spraak en zang vervagen.
De geraffineerde programmering wordt pas duidelijk als Greetje Bijma zich erbij voegt: beide
zangeressen beheersen hun stem volkomen en brengen, elk op hun eigen manier, de meest buitenissige
en extreme geluiden ten gehore. Het publiek is enthousiast. Ad van 't Veer heeft gelijk: mensen begrijpen
die grenzen wel.
© Frits van der Waa 2007