Verschenen in de Groene Amsterdammer van 5 januari 1983
Een Amsterdamse koncertzender
Muzikaal zendingswerk
Vierentwintig uur per dag serieuze muziek in de Amsterdamse ether; dat hoopt de Stichting Concertzender Amsterdam in enkele jaren te bereiken.
De zender zal worden gestationeerd in de IJsbreker en gaat een gebied met een straal van 15 kilometer bestrijken. Uitgangspunt wordt echter niet het muzikale repertoire van dit centrum voor moderne muziek, maar het hele Amsterdamse muziekleven.
Een prima plan, maar wat is eigenlijk de zin van zo'n zender? We hebben al een Hilversum Vier, en bovendien is in Amsterdam al meer muziek te horen dan waar ook in Nederland. Initiatiefnemers Hans Frankfurther en Jan Wolff benadrukken met klem dat de koncertzender niet gezien moet worden als konkurrent van Hilversum Vier, maar als een aanvulling. Hans Frankfurther: "We hebben beslist niet de bedoeling tegen Hilversum Vier aan te trappen. We moeten juist verschrikkelijk blij zijn dat die er is, hoeveel er ook aan mankeert. De koncertzender vult een witte plek die Hilversum Vier door de huidige omroepwet niet kon vullen. Ze mogen niet kontinu uitzenden; er is geen zenderredaktie, want dat is niet te verenigen met de profilering; en om diezelfde reden zijn er veel praatprogramma's. Dat neemt niet weg dat er ook fantastische muziek wordt uitgezonden."
- Je krijgt de indruk dat de koncertzender een landelijk alternatief voor Hilversum Vier heeft willen worden, maar onder de huidige wettelijke bepalingen gedwongen is zich te beperken tot de regio Amsterdam.
Jan Wolff: "Beslist niet! In het buitenland, bijvoorbeeld Amerika of Australië, daar zou het niet meer dan gewoon zijn dat een stad als
Amsterdam een eigen zender heeft. Het is gewoon raar dat het hier niet is. Andere steden zouden het ook
moeten doen. Het hoort bij de decentralisatie die ze vanuit Den Haag willen doorvoeren; de grote steden
moeten alleen het voorbeeld geven." Hans Frankfurther: "Er zit een element van onbillijkheid in:
Amsterdam heeft nu eenmaal een groot aanbod. Maar we lopen in feite vooruit op een ontwikkeling. In
Amerika zijn er al zo'n 260 radiostations met "fine music", en per gemeente zijn er tussen de 10 en de
40 plaatselijke zenders. Daar gaat het hier ook naar toe. Ik denk dat Amsterdam binnen een paar jaar
ten minste vijf lokale zenders zal hebben, elk met zijn eigen aanbod en publiek."
- Gaat zo'n koncertzender niet ten koste van het koncertbezoek?
Jan Wolff: "Integendeel! Dat zal alleen maar bevorderd worden door de zender."
Hans Frankfurther: "Het is heel belangrijk om nieuw publiek te kweken. We willen ook een heel
strak schema gaan hanteren, met iedere dag een vaste indeling in blokken. Er wordt nog wel hard over
gedubd hoe je de verschillende genres in evenwicht houdt. Eén ding staat vast: er komen geen
praatprogramma's, er komt alleen maar muziek."
- Zijn jullie niet nogal losjes met de kostenfaktor omgesprongen? Drie, vier ton is voor een
eerste jaar misschien wel genoeg, maar voor live-koncerten en eigen opnames zul je toch veel meer nodig
hebben?
Hans Frankfurther: "Uitsluitend eigen materiaal uitzenden is natuurlijk een utopie, maar we
hopen dat over een jaar of drie toch ongeveer
de helft van de tijd te kunnen doen. In het begin zullen we veel meer met platen en bestaande opnames
moeten werken. Het eerste jaar zal trouwens veel goedkoper uitvallen, ook omdat we lang niet altijd
zullen zenden. Als alles goed gaat komt er in februari een proefdag, later in het jaar nog een paar, en
dan in het najaar wekelijks een hele dag. We willen steeds een etmaal lang draaien, omdat we formule
uit moeten proberen."
- Maar toch moet het geld ergens vandaan komen.
Hans Frankfurther: "We zullen zeker voor de helft afhankelijk zijn van het programmablad dat
we, voorlopig maandelijks, gaan uitbrengen. 4000 abonnees à 50 gulden per jaar moet haalbaar
zijn. Aan de fondswerving moeten we nog bijna helemaal beginnen. Het zal in een heleboel kleine porties
overal vandaan moeten komen: donaties, legaten, partikuliere stichtingen, enzovoort. We hebben heel
bewust niet om een bijdrage uit de omroepgelden gevraagd, en dat is hopelijk ook niet nodig. En àls
we geld vragen zal het bij 'kunsten', niet bij 'media' zijn.
Een groot aanloopbedrag is niet nodig. Pas als we full-time gaan draaien zullen we drie vaste
krachten nodig hebben. Al het werk wordt nu door vrijwilligers gedaan. De belangstelling is heel groot.
Er hebben zich binnen twee weken al zeventig mensen aangemeld. Verder komen er per dag 40 à 50
adhesiebetuigingen binnen. We weten natuurlijk dat het een minderheidszender zal blijven. Maar het zal
véél populairder worden dan de mensen nu denken. Het is mijn verwachting dat we met
Hilversum Vier gelijk komen."
© Frits van der Waa 2007