Verschenen in de Groene Amsterdammer van 21 september 1983
Amerikaanse rekonstruktie van 'Victory over the Sun'
Alice in Wonderland wandelt door Russisch Futurisme
De afgelopen week was er in de Meervaart een rekonstruktie van een Russische futuristische opera uit
1913 te zien. Een evenement van kultuurhistorisch belang, omdat verschillende kunstenaars uit de
futuristische beweging hierin samenwerkten. Van hen is de schilder Kazimir Malevitsj het bekendst
geworden. Het werken aan deze opera, De overwinning op de zon, was voor Malewitsj een
keerpunt: hij hanteerde voor het eerst een volkomen abstrakte stijl, die in zijn latere
"suprematistische" tekeningen volledig tot ontwikkeling zou komen. Maar er is meer interessant aan de
Engelstalige rekonstruktie ervan door het California Institute of the Arts. Ook de taalvernieuwingen
van de tekstschrijvers Kroetsjonych en Chlebnikov zijn merkwaardig genoeg om opnieuw voor het voetlicht
te worden gebracht.
Allerlei buitenissige figuren, een reiziger door alle eeuwen, een dikzak, Nero en Caligula in
één persoon, iemand met slechte bedoelingen, sportlieden, het Veelkleurig Oog, lafaards
en anderen passeren de toeschouwer in Victory over the sun. In deze opera, die met een klassieke
opera zo goed als niets gemeen heeft, ontbreekt vrijwel elke logische verhaalstruktuur. Het
belangrijkste thema is de overwinning van het nieuwe op de oude waarden. Deze waarden, gesymboliseerd
door de zon, worden door een groep krachtpatsers omlaag gehaald en in een betonnen bunker opgesloten.
De gevolgen: verwarring bij diegenen die zich met de gevestigde orde verbonden voelden, en gevoelens
van bevrijding bij de anderen, die gebonden waren aan de oude wetten. Maar zelfs deze eenvoudige
intrige is moeilijk te destilleren uit de wirwar van fragmentarische, onlogische zinnen, woorden en
gebeurtenissen, die in deze opera op het publiek worden losgeinten. Echte futuristische teksten zijn
onmogelijk binnen het raam van de bestaande taal: uit dat idee ontwikkelde tekstschrijver Alexei
Kroetsjonych het idee van Zaoem, een transrationele taal, waarin de gewone taal- en
klankregels niet bestaan. Een deel van het libretto is in 'Zaoem', maar dat er ook, via allerlei
klankassociaties, met het Russisch moet zijn gegoocheld is goed te zien bij vergelijking van de
Nederlandse en Engelse vertalingen in het programmaboek. Uit de soms volledig verschillende
vertaaloplossingen is af te leiden met welke problemen de vertalers, onafhankelijk van elkaar, hebben
geworsteld.
De enscenering van het California Institute of the Arts werd voor het eerst opgevoerd in 1981, in
Los Angeles, toen nog met nieuwe muziek. Maar onlangs is in een bibliotheek in Leningrad het grootste
gedeelte van de oorspronkelijke pianomuziek, gekomponeerd door de schilder-komponist Michail Matjoesjin,
teruggevonden, en die is bij opvoeringen in Berlijn en nu ook in de Meervaart te horen geweest. In 1913
deed deze muziek misschien wel atonaal en futuristisch aan, maar voor oren van onze tijd is het prettige,
effektieve theatermuziek, spaarzaam in het gebruik van noten, met reminiscenties aan Stravinsky en
Satie, veel dissonanten en een enkele lukraak geplaatste drieklank.
In het echt!
De kracht van de voorstelling ligt vooral in het visuele. De dekors en kostuumontwerpen van Malevitsj
zijn nauwkeurig nagemaakt. De inzet en de vakbekwaamheid van de spelers liet niets te wensen over. Maar
naarmate de voorstelling vorderde bekroop mij de twijfel. Was hier nu echt sprake van de beloofde
"nauwkeurige rekonstruktie"? Kostuums, tekst en dekor waren prima in orde. De entree van de twee
krachtpatsers was indrukwekkend: Malevitsj! In het echt! Nu gaat het gebeuren!
Maar de illusie werd al snel verstoord door de verdraaide piepstem waarmee de tweede krachtpatser
zijn teksten reciteerde. Een probleem waar ongeveer de helft van de spelers mee behept leek te zijn.
Het klankbeeld kreeg daardoor meer van een soundtrack van The Flintstones dan van een
futuristische deklamatie. Dergelijke, vermoedelijk koddig bedoelde effekten waren ook terug te vinden
in de zang en de zorgvuldig ingestudeerde bewegingen. Komische effekten, die voor het publiek best
vermakelijk waren. Alleen, het was overbodig. De kunstenaars uit de futuristische beweging beschikten
over een behoorlijke dosis zelfspot en humor. Maar regisseur Robert Benedetti heeft dat kennelijk niet
begrepen en het nodig gevonden allerlei komische wendingen toe te voegen. Daardoor deed de voorstelling
me voortdurend denken aan tweederangs musicalverfilming van Alice in Wonderland die ik ooit
gezien heb. Net als daar overheersten piepstemmetjes, huppelpasjes en brallerig gezongen muziek,
terwijl een werkelijk humoristisch effekt bereikt had kunnen worden door de (vaak absurde) teksten met
een dodelijke ernst te brengen.
Zowel van de humor als van het toch agressieve futuristisch verzet tegen de gevestigde orde bleef in
deze opvatting weinig over. Dat elektronische geluiden en door gasflessen voortgebrachte mistwolken wel
geen deel uitgemaakt zullen hebben van de oorspronkelijke opvoering is niet zo'n groot bezwaar. Maar
dat de krachtpatsers van Malevitsj en Kroetsjonych werden neergezet als verdwaasde, uit Star Wars
weggelopen robots kan nooit de bedoeling geweest zijn.
Stereometrie
Na afloop van de voorstelling ging ik zelfs twijfelen aan de uiterlijke vorm, die zo
overtuigend leek, toen ik een passage las in het programmaboek (overigens een uitstekend boekje,
voortreffelijk gedokumenteerd; het kan na afloop van de voorstellingen zó de boekwinkel in).
Daarin zijn de impressies van een toeschouwer uit 1913 opgenomen. Deze heeft geen goed woord over voor
de tekst van de opera, maar hij is lyrisch over Malevitsj' belichting:
"Het nieuwe en originele van Malevitsj lag vooral in het gebruiken van het licht als vormgevende
oorsprong, als iets dat het zijnde en de dingen in de ruimte wettigde. ( ... ) Binnen de begrenzingen
van de toneelruimte ontstond voor het eerst artistieke stereometrie en werd er een nauwkeurig systeem
van inhouden gekreëerd die het element van toevalligheid, dat van buitenafwerd opgedrongen door
de bewegingen van de menselijke figuren, tot een minimum reduceerde. Deze figuren zelf werden in
stukken gesneden door de lemmetten van de lampen en beurtelings beroofd van armen, benen en hoofd, want
voor Malevitsj waren ze slechts geometrische lichamen, niet alleen onderworpen aan ontleding in
samenstellende delen, maar ook aan de totale oplossing in de artistieke ruimte."
Zelfs als je in aanmerking neemt dat lichttrucs uit 1913 hun uitwerking kunnen missen bij een
publiek in 1983, dan nog was er in deze 'rekonstruktie' niets te vinden dat ook maar in de verste
verte dit effekt benaderde. Het was een onderhoudende en sprankelende voorstelling, met hier en daar
uitstekende vondsten, maar een voorstelling die deed verlangen naar een echte nauwkeurige rekonstruktie,
die volledig recht doet aan de radikale vernieuwingen die de futuristen nastreefden en die ook 70 jaar
later, zelfs in deze versie, nauwelijks aan zeggingskracht hebben ingeboet.
Van 8 feb. tot 3 maart 1984 wordt in Frascati "De overwonnen zon" opgevoerd door de Theaterunie
i.s.m. Chaim Levano. Geen rekonstruktie. maar een nieuwe vertaling van de tekst, met muziek van Chaim
Levano en een vormgeving van de Gerrit Rietveld Akademie.
In het Stedelijk Museum is tot en met 25 september in het prentenkabinet (zaal 202-206) een ruimte
gewijd aan de schilder Kazimir Malevitsj.
© Frits van der Waa 2007