Verschenen in de Groene Amsterdammer van 22 februari 1984
Chaim Levano en de produktieve aantasting van 'De overwinning op de zon'
De dans van de taal
Chaim Levano heeft opnieuw zijn tanden in een vergeten stuk kultuurhistorie gezet. In samenwerking met
de Theaterunie kreeg De overwinning op de zon uit 1913 niet zozeer een face lift, maar
een ingrijpende chirurgische behandeling. Toch is het karakter van deze Russische futuristische opera
daarbij onbeschadigd gebleven, en in deze vorm, meer dan, ooit, bestand tegen de tand des tijds.
*
Het is een merkwaardige ervaring een volkomen nieuw theaterstuk te zien dat toch een oude bekende is.
Ik was erop voorbereid dat De Overwinning op de zon iedere logika tart: de opera was hier
namelijk een half jaar geleden al te zien, gespeeld door het California Institute of the Arts. Toen
ging het om een rekonstruktie, die in de strijd tegen de weerbarstige materie het onderspit dolf in
musical- en tekenfilm-amerikanismen (zie de 'Groene' van 21 september 1983). Nu echter gaat het om een
bewerking, of, zoals Chaim Levano het formuleert: een "aantasting".
Het gegeven van de opera is even eenvoudig als de uitwerking ervan verwarrend is: twee krachtmensen
besluiten de zon naar beneden te halen en haar in een betonnen doos op te sluiten. Daardoor worden de
oude waarden omgekeerd. Een nieuwe wereld, een nieuwe orde treedt aan. Overigens lijkt ook de 'oude'
wereld van De Overwinning op de zon evenmin op die van ons als de voorstelling zelf op een
klassieke opera.
De ingrijpende taalvernieuwingen die de schrijvers Velimir Chlebnikov en Aleksej Kruchonych op deze
manier de wereld inslingerden zijn altijd wat in de schaduw gebleven naast het aandeel van de bekende
schilder Kazimir Malevitsj, die in 1913 de kostuums en het dekor ontwierp. Vandaar dat men jaren lang
eigenlijk alleen in kringen van kunsthistorici op de hoogte was van het bestaan ervan.
Van historische skrupules heeft Chaim Levano geen last gehad bij zijn bewerking: overboord met
Malevitsj, en ook met de originele muziek van Matjoesjin, die inderdaad wat belegen is. Evenmin is het
uitgangspunt, het oorspronkelijke libretto, gespaard: zinnen, rollen zijn geschrapt, nieuwe teksten
toegevoegd en zelfs een nieuw personage ingevoerd. Met dat al is niet de letter, maar wel de geest van
de futuristen overeind gebleven. Levano heeft De 'Overwinning op de zon' eerder aangepást dan
aangetást: aangepast aan een theatergeschiedenis die 70 jaar verder is, en aan zijn eigen
voorliefde voor taal als abstrakte klank en drager van koncepten tegelijkertijd.
Neologisme
Die twee aspekten van de taal spelen op verschillende manieren een rol in de opera. In Chlebnikovs
proloog, die eigenlijk helemaal niet zo radikaal is, overheersen neologismen het taalbeeld: de inhoud,
het aansporen van het publiek tot oplettendheid en gespannen verwachting, blijft goed te volgen. Levano
heeft uiteraard zelf deze rol op zich genomen en het aantal neologismen tot een veelvoud van het
oorspronkelijke opgevoerd met tal van eigen vondsten, die overigens niet allemaal even lekker 'bekken'.
In het eigenlijke libretto, waar Kruchonych voor tekende, speelt de taal als betekenis wel een rol,
maar die is zo zeer ontdaan van samenhang dat zij niet meer dan voorbijschietende beelden oproept. Op
dit niveau heeft Levano heel wat geschrapt en gewijzigd. Niet dat daarmee orde op zaken wordt gesteld:
het blijft een hallucinatorische woordenstroom. Maar Levano heeft de tekst, bij monde van zijn spelers,
zorgvuldig in de tijd gelay-out. Bovendien worden teksten, woorden, letters op allerlei manieren
herhaald. Daarmee wordt de taal tot klank en wordt een logische verbinding tot stand gebracht met het
Zaoem, de door Kruchonych ontworpen klankspraak, die oorspronkelijk een maar bescheiden plaats
innam, maar bij Levano zoals te verwachten was veel meer op de voorgrond treedt:
Joe joe joek
joe joe joek
gr gr gr
nm
nm
dr dr rd rd
oe oe oe
k n k n lk m
ba ba ba ba
Losse ledematen
Taal als gestruktureerde klank, regels zonder regel, onzin met zin. Basis voor een voorstelling
waarin de ritmische dosering van talloze theatertechnieken de spanning voortdurend zachtjes aan het
lijntje houdt. In de schitterende vormgeving van Fleur den Uyl staat een grote staketseltoren centraal,
die met stereometrische wetten lijkt te spotten. In en om dit bouwsel trekken de personages van deze
vervreemde wereld in gestileerde bewegingen aan de toeschouwer voorbij.
Zoals het woord wordt ontbonden in klanken en klinkers worden ledematen losgemaakt van lichamen,
verschijnen vanuit het niets. Spraak en licht kaatsen door de ruimte in slow motion en staccato.
Fragmenten van reizang en recitatief duiken op in de dans van de taal, die zich afspeelt tegen een
achtergrond van kabbelende of plotsklaps knarsende elektronische effekten. Spektakulair is de wisseling
tussen de twee bedrijven: de overgang van de oude naar de nieuwe wereld na de overwinning op de zon. De
apokalyps breekt los in een onwezenlijke sfeer van blauw, fantasmagorisch licht, die door de
Ligeti-achtige klankweefsels sterk doet denken aan 200l: a space odyssey, maar zij voltrekt zich
uiteindelijk in een doorbraak, die ontleend lijkt aan Polanski's Repulsion.
Anarchie
Levano heeft de zon werkelijk overwonnen. Hij toont ons een wezensvreemde, maar koherente wereld.
Daarbij schuwt hij geen enkel middel. Ontbreken van logika leidt tot anarchie, niet noodzakelijk tot
chaos.
Pure chaos was misschien effektief in 1913: het publiek van nu is blasé en heeft
tegenstellingen nodig om wanorde werkelijk als schok te ervaren. Juist door het aanbrengen van een
zweem van struktuur wordt de flagrante heerschappij van het onlogische benadrukt. De herhaling heeft
Levano goede diensten bewezen bij het suggereren van die struktuur. Een doeltreffend principe, maar
soms wat overdone, vooral in het door Levano zelf toegevoegde personage: dat van de
banjoïst. Deze heeft geen eigen tekst, maar praat uitsluitend de anderen na, soms tot vervelens
toe. Hij lijkt weggelopen uit een poppenkast: een irritante Jan Klaassen die steeds weer uit de
koulissen tevoorschijn springt om de veldwachter te pesten.
Aantasting, bewerking? Dergelijke uitgangspunten blijken niet ter zake. Chaim Levano heeft zijn
onmiskenbare vingerafdrukken op De Overwinning op de Zon gezet, maar juist daarmee de diepe
sporen van de Russische futuristen opnieuw blootgewoeld. Het is dubbel en dwars de moeite waard om deze
voorstelling te gaan zien. Van de vele vondsten en grapjes wil ik hier verder niets verklappen.
'De Overwinning op de Zon' is te zien in Frascati. Nes 63, Amsterdam tot en met zaterdag 3 maart (niet op zondag). Aanvang: 20.30 uur.
© Frits van der Waa 2007