Verschenen in de Groene Amsterdammer van 26 maart 1986
Matthijs Vermeulen
Matthijs Vermeulen, komponist en kritikus, leefde van 1888 tot 1967 en maakte dus beide wereldoorlogen
mee. Die lieten zowel in zijn leven als in zijn muziek diepe sporen na. Liefde en oorlog, opgevat als
bovenzinnelijke grootheden, zijn de twee polen waartussen al zijn muziek zich afspeelt. Bij het
doorkruisen van dat spanningsveld rekende Vermeulen af met allerlei traditionele muzikale
leerstellingen. Alle tegenslagen ten spijt bleef Vermeulen ervan overtuigd dat er een betere wereld in
net verschiet lag, en dat droeg hij uit in zijn muziek, een titanisch pleidooi voor de menselijke
waardigheid.
Ondanks de miskenning die hem ten deel viel bleef Vermeulen komponeren: kamermuziek, liederen, en
vooral symfonieën. Hij schreef er zeven, waarvan de meeste jarenlang op uitvoering moesten
wachten. Pas tegen het einde van zijn leven begon men enige waardering voor zijn werk op te brengen. Nu,
bijna twintig jaar na zijn dood, is Matthijs Vermeulen de eerste Nederlandse komponist wiens oeuvre
volledig op de plaat verschenen is. Dit projekt, een initiatief van de Vermeulenstichting, werd vorige
maand voltooid met het uitkomen van het vierde dubbelalbum.
Het is nu dus mogelijk om Vermeulens werk integraal, en in de juiste chronologische volgorde te
beluisteren. Hij heeft niet uitsluitend meesterwerken geschreven. Sommige stukken zijn haast
te hermetisch en abstrakt, terwijl zijn muziek bij Nijhoffs Vliegende Hollander (1930) meer het
karakter van een gelegenheidswerk heeft. Maar het overgrote deel van het oeuvre overweldigt met zijn
lange spanningsbogen, zijn kloppende polsslag, en zijn extreme samenballingen van euforie en
melancholie.
Ook valt op hoezeer Vermeulen zijn eigen artistieke credo trouw is gebleven. Er is een zekere
evolutie naar een meer introverte toontaal te bespeuren, maar die is geleidelijk en miniem. Essentieel
voor zijn stijl is wat hij zelf 'polymelodiek' noemde: het uitstorten van een vloed aan melodieën,
die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen, maar toch als wingerdranken om elkaar heen spiralen.
Vooral in de symfonieën leidt dat tot voluptueuze klankmassa's, onverzettelijk in hun eindeloos
doorgaan.
Aan het projekt is meegewerkt door verschillende musici en orkesten, en dat levert een gunstige
variatie in gezichtshoeken op. De uitvoeringen zijn van behoorlijk tot hoog niveau, met als
uitschieters de twee cello-sonates, gespeeld door Reinbert de Leeuw en Anner Bijlsma, de Vierde
Symfonie, door het Residentie Orkest onder Ernest Bour, en de beide versies van La Veille,
fantastisch vertolkt door Jard van Nes.
Met deze registraties is een waar monument voor Matthijs Vermeulen opgericht. Maar een komponist
wordt het best herdacht in de koncertzaal. Het bestaan van deze grammofoonplaten mag geen exkuus worden
zijn werk niet meer uit te voeren.
The complete works of Matthijs Vermeulen Composers' Voice 8384/1-4. Verkrijgbaar in de betere
platenhandel en bij Donemus, Paulus Potterstraat 14, Amsterdam.
© Frits van der Waa 2007