Verschenen in de Groene Amsterdammer van 10 september 1986
De dreunende klappen van een aards ensemble
Afscheid van Hoketus
Na tien jaar lang de muziekpodia in binnen- en buitenland onder stroom te hebben gezet, heft het
ensemble Hoketus zichzelf op. Geheel in stijl wordt het een keiharde zwanenzang. Komende zondag,
tijdens twee afscheidskoncerten zal de grote zaal van Frascati voor de laatste keer worden gevuld met
een muzikaal universum van graniet en gietijzer. Daarna wordt de herinnering aan de groep slechts
bewaard in samengeperste schijven: Hoketus' laatste plaat, een dubbelelpee, Balans. Laat Hoketus
alleen sporen in tiet vinyl achter of is er meer?
Hoketus is een even eerbiedwaardige als eigenaardige kompositietechniek, die vooral in de
veertiende eeuw veel werd gebruikt. Twee (of meer) stemmen zingen om de beurt noten van
één melodie, waardoor een vreemd stokkend effekt ontstaat. Het is letterlijk: 'hikkende'
muziek. Met zijn kompositie Hoketus bezorgde Louis Andriessen de minimal music in 1976 de
hik. Die was eigenlijk al latent aanwezig in de kabbelende, in elkaar grijpende xylofoonmotiefjes van
een komponist als Steve Reich, maar in Andriessens stuk begon het middenrif voor het eerst heftig te
schokken.
In Hoketus gaat het niet langer om twee stemmen, maar om dissonante, massieve akkoorden die
tussen twee identieke instrumentale groepen van links naar rechts springen. Daarbij nemen de twee
helften van de groep steeds elkaars rol over, zodat de waarneming van de luisteraar voortdurend heen en
weer wordt geslingerd tussen het geheel en de samenstellende delen.
Het begon als een projekt aan het Haags Conservatorium, en het werd een ensemble. De bezetting van twee
panfluiten, twee vleugels, twee Fender-piano's, twee slagwerkers, en twee basgitaren (later uitgebreid
met twee saxofoons) werd min of meer toevallIg gedikteerd door de musici die oorspronkelijk aan het
projekt deelnamen. Met zijn agressieve, dreunende klappen doorbrak Hoketus de etherische, meditatieve
sferen waarin de Amerikaanse minimalisten zich bewegen. Ondanks de repeterende patronen kreeg het
publiek niet de kans zich in slaap te laten wiegen, want het perkussieve, zwaar versterkte geluid
vestigde de aandacht direkt op de muzikale processen. 'Aards', zo noemde de groep het geluid zelf.
'Drammerig', zeiden de tegenstanders. Smalend werd er gesproken over de Nieuwe Nederlandse Eenvoud.
Maar dat was niet het belangrijkste. Tot op de dag van vandaag belichaamt Hoketus een nieuwe
muziekpraktijk, net als het orkest De Volharding, dat ook al ontsproten is aan een stuk van Louis
Andriessen: het ensemble vormt een kollektief (er wordt zonder dirigent gespeeld), en streeft
ernaar de traditionele verhouding tussen komponist en musicus te doorbreken. Het blijkt dat die opzet
geslaagd is, want tegenwoordig kijken we er niet meer van op dat een groep als Hoketus voor een groot
deel uit komponisten bestaat.
Lastig ensemble
Anders dan de Volharding heeft Hoketus zich niet intensief beziggehouden met ideologische problemen
zoals de maatschappelijke funktie van het ensemble, maar des te meer met de muzikale identiteit van de
groep zelf. Het besluit de groep op te heffen is daar de uiterste konsekwentie van.
Cees van Zeeland, pianist en komponist, heeft vanaf het begin bij Hoketus gespeeld. 'In de afgelopen
tien jaar heeft een hele serie Nederlandse komponisten een stuk voor ons gemaakt', zegt hij, 'en we
zijn nu op het punt dat we òf diezelfde mensen nog een keer moeten vragen, òf dat we
mensen uit het buitenland moeten interesseren. Dat laatste is goed denkbaar. Het is in het verleden ook
wel eens gebeurd, maar praktisch is het erg lastig. Er moet ook geld voor zijn, en dat kan Hoketus zich
niet permitteren. En als je de komponisten in Nederland nog eens langsgaat, blijkt dat een aantal
daarvan inmiddels andere interesses heeft. Natuurlijk zijn er mensen die wel willen, maar waar wij weer
twijfels bij hebben. Het is zo langzamerhand wel bekend dat Hoketus eigenlijk een heel lastig ensemble
was, en heel kritisch op wat er binnenkwam. Dat kwam ook doordat het altijd een komponistenensemble is
geweest, en komponisten bemoeien zich nou eenmaal steeds met die noten. Er is ook werk afgevoerd van
mensen uit de groep zelf, dat werd even hard aangepakt.
Dan blijkt dat het na tien jaar een beetje op is. En we vonden het verstandiger om te stoppen op het
moment dat de groep nog goed funktioneert, in plaats van eerst nog een tijdje te modderen en dan op te
houden.'
Verkeerde noten
In de tien jaar van zijn bestaan heeft Hoketus een hele evolutie doorgemaakt, waarbij het
bekommentariëren van de minimal music geleidelijk op de achtergrond raakte, al houdt de
groep het beste werk nog op het repertoire.
Hoketus zelf is nog steeds het meest radikale stuk, op de voet gevolgd door Bint van
Cornelis de Bondt. Komposities met een variabele lengte, want de leden van Hoketus bepalen zelf tijdens
de uitvoering hoe vaak een fragment wordt herhaald. Een van de spelers geeft met een opgestoken hand
aan wanneer het tijd is om 'door de bocht te gaan'.
De eerste stap in een andere richting werd genomen door bassist Huib Emmer met Camera Eye,
inmiddels eveneens van het repertoire genomen. Emmer hanteert in zijn werk een muzikaal ekwivalent van
de filmmontage. Cees van Zeeland: 'Huib liet in dat stuk de graduele processen los en ging meer in de
weer met het geluid van het orkest. Dat was een mogelijkheid: langzamerhand bleek dat het een
behoorlijk versterkt ensemble was, een soort popgroep die de verkeerde noten speelt. Het stuk gaf
allerlei nieuwe speelproblemen: je moet het heel anders organiseren als dat herhalingselement verdwenen
is. Huib vond dat het zo moest, anderen vonden van niet. Maar het bleek dat er meer komponisten waren
die wat anders wilden, en langzamerhand begon dat idee ook in het orkest zelf te groeien. De
ontwikkeling is inmiddels zo uitgewaaierd dat er nu veel meer dingen denkbaar zijn dan bijvoorbeeld
vier jaar terug.'
Het veranderen van de muzikale ideeën hing ook samen met wisselingen van spelers. Er werd
geëxperimenteerd met improvisatie en met popmuziek. 'Er zijn heel veel dingen opgeschreven en ook
nog wel uitgevoerd, en daarna met haastige spoed weer afgevoerd. Ik denk dat het voor veel komponisten
geen pretje geweest is om voor Hoketus te schrijven.'
Maximaal
Toen Hoketus tijdens het Holland Festival van vorig jaar samen met De Volharding het ensemble
Kaalslag vormde was het besluit de groep op te heffen al genomen. Kaalslag was dan ook niet bedoeld als
een voortzetting van Hoketus, maar als een incidenteel projekt.
Hoketus' probleem was dat de musici niet in herhaling wilden vervallen, terwijl ze tegelijkertijd de
marges waarbinnen de groep opereerde streng afbakenden. Maar het is muziek blijven opleveren, in de
eerste plaats voor Hoketus zelf, terwijl verworpen ideeën dikwijls resulteerden in stukken voor
andere ensembles. De stijl lijkt bovendien in veel Nederlandse komposities te bespeuren aan de hand van
allerlei variaties op de hoketustechniek, of een symmetrische opstelling.
Van Zeeland schat dat Hoketus twintig stukken heeft uitgevoerd, afgezien van alle onvoltooide of
niet naar buiten gebrachte projekten. De vaste elementen in het vocabulaire, de hoketus-techniek en het
specifieke geluid van de groep. zijn in een aantal stukken behoorlijk uiteengerafeld, zoals in het
laatste voor het ensemble geschreven stuk, Spåra van Klas Torstensson. De stelling dat
Hoketus zich in tien jaar tijd ontwikkeld heeft van 'minimaal' naar 'maximaal' is te verdedigen.
Hoketus stopt ermee. Maar wat gebeurt er nu met al die stukken, waarin zo veel energie is gestoken?
Cees van Zeeland denkt niet dat de groep ooit nog bij elkaar komt: 'Je neemt zo'n besluit niet voor
niets. Maar het is heel goed denkbaar dat een ander ensemble die stukken gaat uitvoeren. In Hongarije
is er al een groep die Hoketus speelt. Maar een van de essentiële dingen van Hoketus is
natuurlijk dat we zonder dirigent spelen niet dat we iets tegen dirigenten hebben, maar je
speelt gewoon totaal anders. Timing, eigen muzikale verantwoordelijkheid, dat zijn dingen die je
ongetwijfeld zult missen als, bijvoorbeeld, over een paar jaar een Engelse groep Tam Tam van
Diderik Wagenaar gaat spelen, en er gaat iemand voor staan zwaaien. Want het lijkt me niet haalbaar om
dat zomaar zonder dirigent te spelen, ook Hoketus heeft daar veel tijd in moeten steken. Je zult dan
ongetwijfeld een heel ander stuk horen.'
En samen met Hoketus verdwijnt er toch wel iets belangrijks (althans voor een tijdje) uit de
Nederlandse muziek, namelijk dat elektrische geluid. Ik heb zelf het idee dat daar nog veel meer mee te
doen is.'
Op 14 september zullen twee afscheidskoncerten worden gegeven in Frascati, Nes, Amsterdam. Om
16.00 uur Tam Tam van Wagenaar, De IJzergieterij van A. Mossolov en Bint van Cornelis de Bondt. Om
20.30 Spåra van Torstensson, Singing the pictures van Huib Emmer, Grey Matter van Gene Carl en
tot slot Hoketus van Louis Andricsscn. Reserveren: 070-235723/235724.
Tijdens het koncert is de dubbelelpee Balans te koop voor f 25 (i.p.v. f 35) Hierop staan de stukken
die 's avonds worden uitgevoerd.
© Frits van der Waa 2007