Verschenen in De Groene Amsterdammer van 11 mei 1988
Boerman
Een gloednieuwe, onbespeelde plaat, en nu al een kras! schold ik bij de eerste sekonden van
Jan Boermans Compositie 1979. Hadden ze deze muziek nou maar op cd uitgebracht! Maar
de tik hoort erbij. Hij wordt herhaald, verlengd, en expandeert tot een bijtend elektronisch
akkoord.
Natuurlijk had Boermans muziek, met zijn enorme volumeverschillen en klankverfijningen,
op een cd moeten verschijnen. Maar de plaat was al aangekondigd toen de cd voor kleine
platenproducenten nog een onbereikbare utopie was. Pech voor Boerman, de inmiddels 64-jarige
tape-tovenaar, die ondanks een jarenlange staat van dienst nog steeds te weinig bekendheid
geniet. Het weinig aantrekkelijke hoesontwerp maakt de nieuwe grammofoonplaat er ook al niet
verkoopbaarder op.
Maar de muziek is schitterend.
De plaat bevat drie stukken: Compositie 1972, het elektronische meesterwerk dat ook
al op een eerdere, sinds lang uitverkochte Boerman plaat verscheen; de opvolger,
Compositie 1979: grilliger, maar nauwelijks minder fascinerend; en Ontketening
II, waarin elektronika en slagwerk een fusie aangaan.
Boermans elektronische muziek is in geen enkel opzicht behept met de stereotype
dommigheden van het genre. Ze speelt zich niet af in een aquarium met galmsaus, maar hoort
ook niet tot de richting die het gekraak en gepiep van de kortegolfontvanger tot hoogste
goed uitgeroepen hebben. Het materiaal waar Boerman mee komponeert omvat naast hedonistische
klanken, volwassen geworden oorstrelingen voor luisteraars die als tiener genoten van Pink
Floyd of Klaus Schulze, ook agressieve geluiden, hard en perkussief, maar van een komplexe
schoonheid. Bij Boerman klinkt niets mechanisch: al zijn geluiden hebben een inwendig leven.
Meer nog dan dat zijn het de dwingende evoluties, revoluties en rekapitulaties van dat
materiaal die de aandacht in een ijzeren greep gevangen houden. Hoewel Boermans eigen
kompositiesysteem, dat gebaseerd is op de gulden-snedeverhouding, daar zeker een rol bij
speelt, klinkt de muziek niet als het resultaat van gekonstrueerde wetmatigheden, maar als
een intuïtief opgebouwd, organisch verlopend geheel. De spanningsbogen, soms langzaam
op- en aflopend, soms ook abrupt oplaaiend, roepen geregeld natuurverschijnselen als onweer,
eb en vloed, of vulkaanuitbarstingen voor het oog. Desondanks blijft het verhaal in de
eerste plaats muziek, en dus abstrakt.
Boerman put bij zijn werk uit een in de loop der jaren opgebouwd geluidsarchief. Sommige
klanken, waaronder enkele die hij al tientallen jaren geleden gemaakt heeft, keren in
verscheidene van zijn komposities terug. Dat heeft het effekt van vingerafdrukken: ook de
leek zal binnen de kontekst van de drie stukken op deze plaat duidelijke echo's kunnen
waarnemen. In Compositie 1979 is zelfs de ouderdom van het materiaal te traceren: er
zijn fragmenten met een duidelijke achtergrondruis, het produkt van slijtage en een destijds
nog niet volmaakte techniek. In dat opzicht is het misschien wel goed dat dit geen cd
geworden is.
Jan Boerman, Compositie 1972. Compositie 1979 (elektronische muziek) en Ontketening II
(slagwerk, live-electronics en tapes), uitgevoerd door de Slagwerkgroep Den Haag. Donemus
CV 8603.
© Frits van der Waa 2007