Verschenen in De Groene Amsterdammer van 8 juni 1988
Nixon in China
Nixon in China opent als een uiterst realiteitsgetrouwe weergave van Nixons bezoek
aan China in 1972, maar naarmate de voorstelling vordert wordt de illusie van werkelijkheid
geleidelijk ondergraven tot in het laatste bedrijf alleen nog de personages zelf en de hun
door de makers van de opera toegedichte gevoelens en gedachten centraal staan. Het gegeven
van de opera de konfrontatie van een recent stuk eigentijdse geschiedenis met de bij
uitstek kunstmatige operavorm is sterk. De uitwerking daarvan in de voorstelling is
nog dwingender. Zo dwingend dat de vraag rijst of de opera minder geslaagd zou zijn als
regisseur Peter Sellars een andere komponist dan John Adams had aangezocht voor het schrijven
van de muziek.
Adams (41, en dus nog een 'jonge' muziekschrijver) komponeert in een post-minimalistische,
expressieve stijl, die een passende ondergrond blijkt voor de opvallend lankmoedige
schildering die Sellars en zijn librettiste Alice Goodman geven van de echtparen Nixon en
Mao, toch geen van beide met een onbeschreven strafblad. De kinderlijke naïviteit die
de Nixons nu wordt toegedicht is weliswaar weinig flatterend, innemend is ze zeker.
Even innemend is Adams' muziek, met zijn melodieuze vokale partijen, zich ontvouwend
boven een kleurrijke, meer dan bekwaam geïnstrumenteerde orkestbegeleiding vol
pulserende klanken, die voor het overgrote deel van de opera de vaart er goed inhouden. Voor
Adams is het minimal-idioom niet meer dan basismateriaal, dat hij modelleert tot epische
muziek vol effektrijke klimaxen en aangrijpende harmonische verwikkelingen, doorvlochten met
een lyrische melodiek. De spanning tussen dramatische ontwikkeling en de quasi-neutrale
minimal-mechanieken is wat Adams' muziek opwindend maakt. Maar die spanning is moeilijk vol
te houden, zeker in een avondvullende opera.
Bij Nixon in China spoken er gaandeweg meer echo's uit ballroom- en
Hollywood-muziek door de partituur, zodat de luisteraar zich plotseling de vraag gaat
stellen of hij nu naar een opera, dan wel naar een musical zit te luisteren. En naarmate de
karakters van de hoofdfiguren verder worden uitgediept lijkt het of de muziekjuist aan
identiteit inboet. Wat allemaal niet wegneemt dat Nixon in China een fascinerende
voorstelling is, een waardige afsluiting van het Jan van Vlijmen-tijdperk bij de Nederlandse
Opera.
© Frits van der Waa 2007