Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Verschenen in OORsprong jg.1 nr.4 (september 2000).

Vooruitblik over het laagland

Nederlandse muziek in het komende seizoen

De norm van Nuis – voorzover niet reeds compleet weggezakt in de zompen van het collectief geheugen – wordt het komende seizoen grotendeels aan de laars gelapt. Maar de Nederlandse componisten – van Michel van der Aa tot en met Bernard Zweers – hebben geen reden tot klagen.

Het uitspansel van het Nederlandse componeren kent zo'n vierhonderd sterren, die ongelijkmatig flonkeren. Soms is een componist een poosje buiten beeld, en dan regent het opeens uitvoeringen. De praktijk van het componistenfestival versterkt dit verschijnsel nog: de componist in kwestie pot dan dikwijls het werk van een heel jaar op voor zijn eigen feestje.

Dat geldt in elk geval voor Micha Hamel, die samen met Guus Janssen de hoofdrol bekleedt bij het Festival In de Branding. Drie dagen lang, van 19 tot en met 21 oktober, maakt het tegendraadse tweetal de muziekzalen in Den Haag onveilig met behulp van het Schönberg Ensemble, het Nieuw Ensemble en het Nederlands Jeugd Strijkorkest. Theaterproducties en educatieve activiteiten, waaronder een internet-compositiewedstrijd, moeten het tot een bruisend evenement maken.

Het jaarlijkse componistenfestival van de Rotterdamse zaal Lantaren/Het Venster is gewijd aan Jacob ter Veldhuis, die behalve eigen werk ook muziek van door hem bewonderde componisten heeft uitgekozen.

Maar het zijn twee jarige senioren die – als we ons beperken tot Nederlandse componisten – het komend seizoen domineren: Theo Loevendie, die op 17 september 70 jaar wordt, en Peter Schat, die op 5 juni van Drees mocht gaan trekken.

Loevendie's verjaardag wordt uitbundig gevierd in het Utrechtse Muziekcentrum, met een keur aan muziekensembles. Het Asko Ensemble doet het twee dagen later nog eens over met een ander programma, waaronder een voorproefje van Loevendie's opera Johnny & Jones, die in juni voor het eerst wordt opgevoerd bij De Nederlandse Opera. Loevendie heeft in dit werk zijn eigen idioom doorspekt met elementen uit de variété-muziek: de opera gaat namelijk over een joods jazz-duo en hun fatale besluit om niet onder te duiken, maar te vertrouwen op het lot en hun bekendheid.

De in Utrecht geboren Peter Schat wordt in het Muziekcentrum aldaar uitgebreid in het zonnetje gezet. In zes concerten klinkt werk van zijn hand. Bovendien organiseert de Universiteit een internationaal symposium over de betekenis van Schats Toonklok. Daarnaast klinkt Schats muziek ook bij Nieuw Sinfonietta, het Residentie Orkest, het Radio Symfonie Orkest, en het Koninklijk Concertgebouworkest, dat in mei zijn Gamelan-Symfonie in première brengt.

Een goede derde is Klaas de Vries, die zonder festivals of lustrumvieringen een aantal belangrijke uitvoeringen tegemoet mag zien. Nieuw Sinfonietta en het Noordholands Philharmonisch Orkest brengen nieuwe werken van zijn hand in première. Het Asko/Schönberg Ensemble voert zijn opera A King, riding uit in oratoriumvorm, en in het Holland Festival staat een 'akoestisch multimedia-drama' op stapel waar ook De Vries een aandeel in heeft.

Bij vergelijking van de agenda's van de diverse orkesten komen een paar verrassende dingen aan het licht. In de eerste plaats dat het Noord Nederlands Orkest met glans voldoet aan de inmiddels op de politieke rommelzolder belande Nuis-norm. Het orkest heeft zes Nederlandse stukken op het programma, die het bij elkaar maar liefst dertig keer uitvoert. Weliswaar gaat het om 'veilig' repertoire, reikend van Zweers' In Neerlands wouden tot Jeff Hamburgs Schuylkill, maar het blijft een behartigenswaardige zaak. Aan het andere eind van het spectrum vinden we het Rotterdams Philharmonisch Orkest, dat welgeteld één concert met uitsluitend Nederlandse muziek uitvoert. Dat is dan wel een bijzonder programma, met nieuw werk van Peter-Jan Wagemans en het door Jan van Vlijmen voltooide Summer Rites at Noon van Rudolf Escher.

Bij de andere orkesten zijn als te doen gebruikelijk het Noordhollands Philharmonisch, het Residentie Orkest en het Nederlands Philharmonisch de belangrijkste pleitbezorgers van de vaderlandse toondichtkunst. Het met opheffing bedreigde NPO is het meest avontuurlijk: het levert onder meer een bijdrage aan de Gaudeamus Muziekweek. Het Residentie Orkest komt met Vermeulens Vierde Symfonie onder Gennadi Rozjdestvenski – een belangrijk wapenfeit – en doet verder niet te driest, evenals het NedPhO, dat niettemin met een vierdelige serie een lans breekt voor de 16- en 17-jarige 'Titaantjes' Wilbert Bulsink, Marijn Simons, Joey Roukens en Christopher Devine.

Het Nederlands Ballet Orkest laat zich ook niet onbetuigd: behalve het jaarlijkse Project Jonge Componisten verzorgt het ook de begeleiding van Huub Kerstens' Creon. De door het overlijden van de componist onvoltooid gebleven opera wordt in april op de planken gebracht door de Nederlandse Reisopera.

Het Koninklijk Concertgebouworkest brengt buiten Schats nieuwe symfonie – zuinigjes – nog vijf klassieke Nederlandse stukken, waaronder drie vooroorlogse. Bij Het Gelders Orkest komt composer-in-residence Peter van Onna met verschillende werken aan bod. De overige orkesten scoren laag. Alleen het Radio Symfonie Orkest springt er nog uit met de première van Cornelis de Bondts Bloed 1.

In de ensemblewereld is het Nederlandse werk zoals gewoonlijk goed vertegenwoordigd. Bij het Nederlands Kamerkoor is sprake van een opleving: naast enkele oudere stukken vermeldt de speellijst nieuwe werken van Keyla Orozco, Peter van Onna, Willem Boogman en Jan Vriend. Het Nederlands Blazers Ensemble heeft opnieuw een aantal componisten verleid om behalve eigen nieuw stukken ook een bewerking van oudere muziek te maken. Ook het Schönberg en het Asko Ensemble doen nog enige Nederlandse duiten in het zakje – naast de al genoemde.

Het Maarten Altena Ensemble viert zijn twintigste verjaardag met een speciaal Altena-programma. Het Nieuw Ensemble, dat even lang bestaat, heeft geen speciaal feestconcert, maar brengt wel een anti-lawaai-programma, en eert grondlegger Loevendie door bij Johnny & Jones in de orkestbak plaats te nemen.

De Volharding, van oudsher een thuisoord voor Nederlandse muziek, brengt twee Nederlandse programma's, waarvan een in samenwerking met het Koor Nieuwe Muziek. Daarnaast staat er een muziektheaterproject op stapel, dat in samenwerking met Huis aan de Amstel zal worden uitgevoerd in Fort IJmuiden. De muziek wordt geschreven door Michel van der Aa, wiens muziek ook bij het Ives Ensemble zal klinken, in een geheel Nederlands programma.

Van de diverse buitenlandse uitvoeringen van Nederlandse muziek mag de wereldpremière van Hans Kox' Vierde Symfonie niet onvermeld blijven. Die vindt namelijk plaats bij de tegenvoeters, onder handen van het Tasmanian Symphony Orchestra, aangevoerd door David Porcelijn (soms is een verre vriend toch beter dan een goede buur). Wanneer het werk ons land zal bereiken is nog niet bekend.


© Frits van der Waa 2007