Verschenen in OORsprong, jg. 3, nr. 4, november 2002
Aurelia Kwartet
20 jaar beschaafd grauwen
Twintig jaar geleden vormden vier jonge saxofonisten aan de Romeinse Via Aurelia een kwartet.
Inmiddels spelen ze over de hele wereld. Hun jubileumseizoen
vieren ze niet in retrospectief maar met de blik vooruit.
Felle, gestoten akkoorden razen rond in een wervelend tempo,
ononderbroken, tot er opeens een cesuur valt. De vier
saxofonisten kijken elkaar onderzoekend aan. 'Het wordt een
beetje zakkerig,' merkt tenorspeler Arno Bornkamp op. 'Moet het
niet wat gemener?'
Op de lessenaars staat het Pianokwintet op.57 van Dmitri
Sjostakovitsj althans een bewerking daarvan, gemaakt door Johan
van der Linden, de sopraansaxofonist van het Aurelia Kwartet. In
een studeerkamer in het Utrechtse conservatorium poetsen en
schaven de vier spelers aan hun samenspel, om het saxen-aandeel
volkomen op orde te hebben bij de volgende repetitie, wanneer
pianist Ivo Janssen erbij komt.
'Bij elk nieuw stuk moet je het wiel opnieuw uitvinden met
elkaar,' zegt Bornkamp. 'Het is een beetje een paradox: je zoekt
naar structuur, naar hechtheid, maar heb je die eenmaal gevonden,
dan heb je daarbinnen ook weer een gevoel van vrijheid.'
In het geval van een bewerking als deze komt daar nog een vraag
bij. Want hoe zet je de klankwereld van stok, hars en snaren om
naar die van adem, riet en kleppen? 'We proberen niet strijkers
te imiteren,' legt altist Niels Bijl uit, 'maar doen het op onze
eigen manier, vanuit het karakter van het instrument.'
'Het stuk verandert natuurlijk,' zegt Van der Linden, de
bewerker. 'Er zijn dingen die zelfs beter klinken.' Een aardig
voorbeeld is de effectieve vertaling van pizzicato-tonen naar een
slap-tongue. Bornkamp: 'Het enige probleem is dat de attaque gaat
overheersen op de toonhoogte. Daarom combineren we het met gewoon
gespeelde noten, dan krijg je een mooie menging.'
Het Sjostakovitsj-kwintet maakt deel uit van het
jubileumprogramma dat voor begin oktober op de agenda staat. Het
Aurelia Kwartet bestaat twintig jaar, en dat moet gevierd worden.
Met veel nieuwe stukken. 'We doen niet zo'n jubileumconcert in de
trant van "Alle Dertien Goed",' zegt baritonspeler Willem van
Merwijk, 'maar juist iets dat vooruitblikt wat we altijd gedaan
hebben.'
Dat geldt ook voor de verdere activiteiten in dit
jubileumseizoen, dat vrijwel geheel in het teken staat van
krachtenbundeling met andere ensembles. In december brengt het
kwartet nieuwe stukken voor saxofoonkwartet en gamelan, in
samenwerking met het ensemble Multifoon. In februari volgt dan
een speciaal project met het Georgische vrouwenzanggroep
Mzetamze, Stemmen uit de Bergen. Van Merwijk: 'Georgië is een van
de weinige plekken buiten West-Europa waar ze echte
meerstemmigheid hebben. Het is al zes jaar geleden dat iemand ons
op het spoor van dat ensemble heeft gezet. Dat brengt je op een
idee, en dat kristalliseert zich dan uit op het geschikte moment.
Behalve traditionele muziek spelen we twee nieuwe stukken die
speciaal voor Mzetamze en ons worden geschreven, van een
veteranencomponist uit Georgië en van Ab Sandbrink. Dan is er nog
een jonge Georgische componiste die alleen voor kwartet schrijft,
en we doen nog een stuk van Kantsjeli.'
In een derde project, Slag/Sax 3, met nieuwe muziek van onder
andere Gilius van Bergeijk en Caroline Berkenbosch, zet het
Aurelia Kwartet de geslaagde samenwerking met de Slagwerkgroep
Den Haag voort. En dan volgt in juli een toernee door de States.
Het Aurelia Kwartet dankt zijn naam aan de Via Aurelia in Rome,
waar het ook zijn eerste optreden gaf. De vier musici waren daar
omdat ze deel uitmaakten van het Nationaal Jeugd Orkest, dat toen
in Rome te gast was. 'Dat was de kans om onze plannen die we al
langer hadden te realiseren,' vertelt Bornkamp. 'We voelden
elkaar meteen heel goed aan, en die spontaniteit hebben we er
heel lang in gehouden. Ja, het jongensachtige is er misschien een
beetje af. De verantwoordelijkheid wordt steeds groter. We nemen
intussen de plaats in die het Nederlands Saxofoonkwartet in die
tijd innam. Nu kijkt men naar óns.'
Twee jaar geleden maakte het kwartet een moeilijke fase door,
toen altist André Arends besloot om het kwartet te verlaten om
zich aan andere muzikale activiteiten te wijden. 'Dat was een
verdrietig moment,' zegt Van Merwijk, 'Je hebt ten slotte
achttien jaar samengespeeld.' 'We zeiden altijd: "Als er eentje
uitgaat kappen we ermee."' vult Bornkamp aan. 'Maar als het echt
zo ver is... ja, dan heb je zoiets moois in handen, dat laat je
niet in stukken vallen.'
Er werden dus audities gehouden, waarbij een opvolger voor Arends
werd gevonden in Niels Bijl, een leerling van Bornkamp en Van der
Linden. 'De setting was me dus niet vreemd,' vertelt hij. 'Maar
de flexibiliteit in de manier van werken was verfrissend, dat
viel enorm mee.'
De nieuwe altist moest zich wel een enorm repertoire eigen maken.
Vanzelfsprekend speelt het Aurelia Kwartet klassieke
saxofoonkwartetten, zoals die van Glazoenov en Jean Françaix,
maar daarvan zijn er niet veel, dus van meet af aan legden de
musici zich ook toen op het bewerken van ander repertoire.
'Daardoor zijn we het meest bekend,' zegt Bornkamp.
'Arrangementen van Debussy en Ravel, dat springt natuurlijk
meteen in het oor. En er was toen ook niemand anders die dat
deed. Maar in feite bestaat ons repertoire nu voor een groot deel
uit nieuwe stukken, waarvan er veel speciaal voor ons geschreven
zijn.'
Sinds het Aurelia Kwartet een website heeft melden zich met grote
regelmaat componisten die een saxofoonkwartet geschreven hebben,
vooral uit het buitenland. 'Die stukken laten we natuurlijk
allemaal komen,' zegt Van Merwijk, 'maar er zit heel veel kaf
onder het koren. We voelen ons eigenlijk op zijn best met
componisten waar we een langdurige band mee hebben.'
Het jubileumconcert, twee weken later in de Beurs van Berlage, is
daar het klinkend bewijs van. Het opent met vier delen uit Die
Kunst der Fuge van Bach, een werk dat het kwartet na jaren
aarzelen nu toch integraal op cd gaat zetten. Daarop volgen
Postnuclear Winterscenario van Jacob ter Veldhuis en If not,
not... van André Arends, de voormalig altist die nu als componist
is weergekeerd in het Aurelia-nest. Tot op dat ogenblik blijven
de vier saxen klassiek en beschaafd klinken. Maar voor ze zich
met Ivo Janssen in een meeslepende uitvoering van Sjostakovitsj'
kwintet storten laten ze in de Motherless Child Variations, een
nieuw stuk van Perry Goldstein, nog even horen dat ze ook heel
goed kunnen scheuren en grauwen, als ware jazzsaxofonisten.
© Frits van der Waa 2008