Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Verschenen in OORsprong, jg. 4, nr. 2, mei 2003

Dopper, een droevige figuur

Cornelis Dopper zal niet licht vergeten worden, al was het alleen maar omdat zijn naam met gouden letters op het balkon van het Amsterdamse Concertgebouw staat. Het is hetzelfde balkon vanwaar criticus en componist Matthijs Vermeulen op 24 november 1918 de woorden 'Leve Sousa!' de zaal in slingerde, na een uitvoering van Doppers Zuiderzeesymfonie. Dat roemruchte incident is de tweede reden waarom Doppers faam zeker voor een paar eeuwen veiliggesteld is.

Een componist wordt natuurlijk liever om zijn muziek herinnerd. Helaas, dat zal bij Dopper niet gebeuren. Het Residentie Orkest heeft onlangs twee cd's met werken van zijn hand uitgebracht, die voornamelijk bevestigen wat we al wisten: Dopper mocht dan een goed ambachtsman zijn, als kunstenaar was hij nogal benepen. De titel die Joop Stam zijn Dopper-biografie heeft gegeven, Schitteren op de tweede rang, is dan ook fraai gekozen. Want ook als tweede dirigent van het Concertgebouworkest stond Dopper altoos in de schaduw van de grote Willem Mengelberg.

Uit alle berichten blijkt dat hij een hardwerkende, en bovendien heel aardige man is geweest, maar eigenlijk was het ook een beetje een droevige figuur, wat zijn levensbeschrijving natuurlijk alleen maar interessanter maakt.

Cornelis (Kees) Dopper werd geboren in 1870 in Stadskanaal, als achtste kind van de plaatselijke hotelhouder. Nog voor zijn twaalfde jaar stierven vier van zijn broers, en op zijn zeventiende was hij wees. Hij studeerde in Leipzig, werkte een aantal jaren in Groningen, en trok in 1897 naar Amsterdam, waar hij als violist en repetitor werkte bij diverse operagezelschappen. In die tijd componeerde hij vier opera's, waarvan er drie nadien ook werden uitgevoerd.

In 1898 ontmoette hij de tien jaar jongere Sophie Zimmermann (een zus van de toenmalige concertmeester van het Concertgebouworkest), wat leidde tot een twee jaar durende hartstochtelijke correspondentie. De ontluikende liefdesaffaire – een belangrijke inspiratiebron voor de componist – werd evenwel op grond van zijn geringe sociale status door Sophie's familie in de kiem gesmoord. Dopper maakte in 1906 en 1907 twee concertreizen door de USA en Canada met een operagezelschap dat uitsluitend Puccini's Madama Butterfly uitvoerde. Na zijn terugkeer werd hij, in 1908, aangesteld als 'onder-directeur' van het Concertgebouworkest. Het jaar daarop trouwde hij met de zangeres Henriëtte Siedenburg, de dochter van zijn hospita, van wie hij na tien jaar weer scheidde.

Na zijn veertigste levensjaar ging het Dopper aanvankelijk voor de wind. De symfonieën en concertstukken die hij componeerde kwamen bijna vanzelfsprekend tot uitvoering bij het Concertgebouworkest. Vandaar Vermeulens uitbarsting in 1918 die, zoals Stam aantoont, mede werd gevoed door rancune jegens Mengelberg, die het vertikte om de composities van de lastige muziekcriticus een blik waardig te keuren.

Ofschoon Doppers toegankelijke muziekstukken bij het publiek steevast een gunstig onthaal vonden, oordeelden de critici dikwijls minder enthousiast over zijn verrichtingen. Ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag vonden er allerlei feestconcerten plaats. Een doekje voor het bloeden wellicht, gezien zijn betrekkelijk vroege ontslag in 1931, 'om gezondheidsredenen'. Die bleken weldra reëel, want kort nadien werd hij geplaagd door aanvallen van angina pectoris, die in 1939 tot zijn dood leidden.

Dopper kan zich nu postuum verheugen in een van de meest zorgvuldige, van uitvoerige analyses voorziene componistenbiografieën uit de Nederlandse muziekgeschiedenis. Desondanks heeft het dit in eigen beheer uitgegeven werk ontbroken aan een redigerende hand. Dat treedt niet alleen aan de dag in de vorm van dubbele spaties en andere kleinigheden, maar vooral in de omvang van deze bijna twee kilo wegende foliant, die op het eerste gezicht veel weg heeft van een kloeke kerkbijbel. Hoe soepel geschreven en hoe prijzenswaardig volledig het boek ook is, toch had het met gemak de helft korter, kleiner en daarmee ook goedkoper gekund.

Joop Stam: Schitteren op de tweede rang - Cornelis Dopper (1870-1939) - zijn leven, werk en wereld. 571 pagina's. ISBN 90 800932 2 X.


© Frits van der Waa 2008