Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Verschenen in Ons Erfdeel, april 2006

Het Nieuw Ensemble: vijfentwintig jaar verder kijken dan je neus lang is

'Het begon als een jongensclubje, aangevoerd door de halve gare, gretige componist die ik was, maar het sneed steeds meer hout,' zegt Joël Bons, die als oprichter en artistiek leider van het Nieuw Ensemble, dat dit seizoen 25 jaar bestaat, in januari 2006 de Amsterdamprijs voor de kunsten 2005 in ontvangst mocht nemen. Sinds 2005, is het Nieuw Ensemble, net als veel andere Nederlandse muziekgezelschappen, gehuisvest in het Muziekgebouw aan het IJ in Amsterdam. Vanuit het kantoor op de bovenste etage strekt het uitzicht zich kilometers ver uit. Maar Bons kijkt nog verder. wat hem drijft is nieuwsgierigheid naar de toekomst van de muziek en andere kunstuitingen.

Onder de intussen gevestigde gezelschappen die zich inzetten voor hedendaagse muziek is het Nieuw Ensemble naar verhouding een jonkie. Het Asko Ensemble, het Schönberg Ensemble, Orkest de Volharding: allemaal hebben ze hun zilveren jubileum al geruime tijd achter de rug. Het Nieuw Ensemble, dat zich in 1980 bij het muziekfront voegde, rukte al snel op de naar de voorhoede. In 1986 had het bijvoorbeeld al een belangrijk aandeel aan het Holland Festival, met een vlootschouw van Italiaanse muziek.

De basis van het gezelschap werd gelegd in 1980, toen componist Theo Loevendie een ad hoc-ensemble samenstelde voor zijn muziektheaterproductie Venus en Adonis, naar Shakespeare. De door tokkelinstrumenten gedomineerde bezetting van toen – basklarinet, viool, mandoline, gitaar en slagwerk – is tot op de dag van vandaag kenmerkend voor de sound van het Nieuw Ensemble, al is de kerngroep inmiddels uitgebreid tot twaalf musici.

Bons (*1953) was de gitarist in dat eerste gezelschap. Samen met klarinettist Arjan Kappers vatte hij na vijftig voorstellingen het plan op om door te gaan met het ensemble. De artistieke koers van het gezelschap werd van meet af aan bepaald door de breed uitwaaierende muzikale belangstelling die hij van huis uit had meegekregen en die door zijn activiteiten als componist bovendien werd aangescherpt.

'Nederland is heel open, maar ook heel erg op zichzelf gericht,' vindt hij nog steeds. Al in 1981 vertrok hij naar Italië, om zich bij Franco Donatoni nader in het vak te bekwamen. Donatoni was ook de eerste vooraanstaande buitenlandse componist die iets schreef voor het Nieuw Ensemble, het stuk Refrain. De studie bij Bons' volgende leermeester, Brian Ferneyhough, legde de kiem voor het festival 'Complexity?' dat in 1990 plaatsvond in Rotterdam. Het vraagteken stond er niet voor niets: het ging er juist om een discussie aan te zwengelen over dit toen actuele onderwerp. Al in 1982 kreeg het Nieuw Ensemble een vaste dirigent in de persoon van Ed Spanjaard, die het gezelschap altijd trouw is gebleven, en uiteraard zijn stempel op de ensembleklank heeft gedrukt.

In 1986 sloeg een aantal ensembles de handen ineen, en zette de Proms-serie op touw, die lang plaatsvond in het Amsterdamse Paradiso, maar nu nieuw onderdak heeft in het kersverse Muziekgebouw. Tot 1989, het jaar dat het gezelschap een meerjarige subsidie van de overheid kreeg, draaide het ensemble op projectsubsidies en veel liefdewerk.

Bons bleef verder kijken dan zijn neus lang was en trok in 1988 naar China, waar hij kennismaakte met het werk van een nieuwe generatie componisten, die op hun eigen, heel bijzondere wijze een verbinding tot stand brachten tussen traditionele en moderne muziek. Het resulteerde bijna drie jaar later in het programma 'Nieuwe muziek uit China', waaraan onder andere de nu internationaal zeer succesvolle componist Tan Dun deelnam. Het succes was zo groot dat het een jaar later een vervolg kreeg. Daarop volgden een aantal operaproducties met Chinese componisten, onder andere Wolvendorp van Guo Wenjing en Life on a string van Qu Xiaosong. In 1997 reisde het inmiddels internationaal gevierde Nieuw Ensemble voor het eerst naar China.

Het werkterrein van het Nieuw Ensemble is breed, maar tegelijkertijd selectief. In de lijst van uitgevoerde componisten prijken grote namen als die van Boulez, Kagel, Carter en Ligeti. Niettemin maakt het ensemble zich evengoed sterk voor onbekende componisten, en organiseert het bijzondere thematische festivals over onderwerpen als microtonaliteit, improvisatie en muzikale spelregels.

Een van die projecten, het Tokkelfestival van 1998, legde de grondslag voor een geheel nieuw ensemble, waarbinnen het Nieuw Ensemble zelf overigens een dragende rol vervult. Dat festival had de vorm van een expositie in concertvorm, waarin een groot aantal westerse en niet-westerse tokkelinstrumenten vertegenwoordigd waren. Hieruit vloeide in 2002 de oprichting van het Atlas Ensemble voort, een grensoverschrijdend orkest van muzikanten uit China, Turkije, Azerbeidzjan, Armenë, Iran en Nederland die meer dan dertig verschillende instrumenten bespelen. De programmaboekjes bevatten standaard een uitgebreid verklarend lexicon.

Ook voor voor dit supra-culturele orkest worden componisten uit oost én west aan het werk gezet. De Westerse poot van het gezelschap wordt vanzelfsprekend gevormd door musici van het Nieuw Ensemble. Door de internationale herkomst van de muzikanten komt het Atlas Ensemble slechts gedurende een bepaalde periode van het jaar bijeen.

Uiteraard zal het nieuwe gezelschap niet ontbreken tijdens de drie jubileum-concerten waarmee het Nieuw Ensemble in het voorjaar van 2006 zijn 25-jarig bestaan vierde en nog viert. In het programma 'Grand Tour – met het Atlas Ensemble de wereld rond' brengt het nieuwe werken van vijf componisten, waaronder Bons zelf, die voor het eerst sinds lange tijd weer aan het componeren is geslagen.

In april volgde 'Concerti', een programma met nieuwe werken, waarin de vaste Nieuw Ensemble-musici als solist optraden. Het jubileum besluit in mei met 'De keuze van de chef', waarin Ed Spanjaard drie nieuwe stukken combineert met persoonlijke favorieten als de Fünf Stücke für Orchester van Webern en Eclat van Pierre Boulez. Zo brengt het Nieuw Ensemble achtereenvolgens een hommage aan zijn artistiek leider, zijn musici en zijn dirigent, voor hun jarenlange inzet – die dikwijls teruggaat tot het eerste uur.


© Frits van der Waa 2008