Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Verschenen in Vrije Geluiden no.12, 22 juli 2000

'Haaa! 'k Lach...'


Urubicha buigt zich donderdag 3 augustus over het thema 'Kuifje en de muziek'. Van Gounods Juwelenaria (Haddock: 'Alarm!... Een schuilplaats!... Ze gaat zingen!...') tot de muziek van de Inca's (Haddock: 'Noemt u dát muziek?')

Er zijn weinig landen waar de avonturen van Kuifje zozeer deel zijn gaan uitmaken van het cultuurbezit als in Nederland. Goed, Kuifjes vaderland België was eerder met het uitbrengen van een Kuifje-postzegel, en Frankrijk telt vermoedelijk meer stripgeleerden die zich bezighouden met een exegese van kapitein Haddocks boze dromen. Maar de school van de Klare Lijn, de door Kuifje-tekenaar Hergé gemunte stijl, heeft in Nederland enkele prominente aanhangers, zoals Joost Swarte en Theo van den Boogaard. En in geen ander land ter wereld worden muziekstukken gecomponeerd met namen als Het gebroken oor (Cornelis de Bondt) of Woeha (Guus Janssen), titels die getuigen van een diepgewortelde liefde voor het werk van de in 1983 overleden Hergé.

Eenzelfde liefde ligt ten grondslag aan de Urubicha-aflevering van 3 augustus, die gewijd is aan Kuifje en de muziek. Een uur lang doorkruisen de makers aan de hand van Hergé-kenner Ru de Groen het muzikale universum van Kuifje, dat om eerlijk te zijn niet erg groot is. Of beter gezegd, het wordt sterk gedomineerd door de schittering van één – niet erg geheimzinnige – ster, de zangeres Bianca Castafiore.

'Haaaa! 'k Lach bij het zien van mijn schoonheid in dees spiegel!' Hoewel de gevleugelde beginwoorden van de Juwelenaria uit Gounods Faust gemeenlijk in het Frans gezongen worden ('Aaaah!... je ris...') zal een zangeres zich wel twee maal bedenken voor ze deze bravoure-aria in een recital opneemt. Want om dit werk los te zingen van het Castafiore-odium moet je van zeer goeden huize komen.

Onvergetelijk is die schouwburg-scène uit De zeven kristallen bollen, waar Kuifje en Haddock ijlings de benen moeten nemen als het hondje Bobbie met luid gejank de voordracht van de 'Milanese nachtegaal' onderbreekt – juist na de woorden 'Antwoord, antwoord, antwoord snel.' En nog geweldiger is dat ene album De juwelen van Bianca Castafiore, waarin de temperamentvolle diva een permanente stoorzender is in een intrige die door kenners als het hoogtepunt in Hergé's oeuvre wordt beschouwd – een avontuur waarin eigenlijk niets gebeurt.

'Castafiore is een jeugdherinnering,' zei de tekenaar zelf in 1973. 'Dat soort madames die naast de piano een lied gingen vertolken heb heb ik altijd verschrikkelijk gevonden. Zo'n dikke matrone die begon te galmen... afschuwelijk, haha, verschrikkelijk.'

Castafiore speelt slechts in enkele Kuifje-avonturen een rol van betekenis, maar vanaf haar eerste optreden in De scepter van Ottokar duikt ze in vrijwel elk album wel even op. Zelfs hoog in het Himalaya-gebergte wordt de nachtrust van de held nog verstoord door de Juwelenaria, afkomstig van een transistorradio.

Gezien de vele reizen die de jonge reporter in zijn 23 albums en 46 jaar omspannende carrière heeft gemaakt is het geen wonder dat hij menigmaal in aanraking is gekomen met wat tegenwoordig 'wereldmuziek' heet. De Inca's uit De Zonnetempel blazen op uit botten gesneden fluiten, en de Tibetaanse monniken sjouwen rond met gongs en een meterslange trompet. Dat klopt allemaal, want Hergé had de gewoonte zich pijnlijk nauwgezet te documenteren. De samenstellers van Urubicha maken daar dankbaar gebruik van, en leven zich daarnaast uit in een aantal tot hoorspel bewerkte passages die als 'klankbeeld' dienen.

Aan één aspect hebben ze voorbijgezien. Hergé gebruikte muziek niet alleen als object van satire of voor de couleur locale, maar ook als een signaal van verzwakte verstandelijke vermogens. Er hoeft maar gezongen te worden of de omstanders weten: 'Hij is dronken!' of 'Hij is gek geworden!' Dat geeft toch te denken.

[geschrapte alinea:]
De makers van de postume tekenfilmversie van Mannen op de maan hebben daar schitterend gebruik van gemaakt. In de scène waar de dronken Haddock de maanraket verlaten heeft en zingend door de ruimte tolt hebben ze hem de melodie van An die schöne blaue Donau in de mond gelegd – een even subtiele als sublieme verwijzing naar het walsende ruimtestation in Stanley Kubricks sf-film 2001: a Space Odyssey.

Urubicha. Donderdag 3 augustus, Radio 4, 19.00 uur.


© Frits van der Waa 2007