Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

Verschenen in Vrije Geluiden no.15, 2 september 2000

Een voortdurende getuigenis van liefde


Ton de Leeuw: Choral works. Nederlands Kamerkoor o.l.v. Ed Spanjaard. NM Classics 92102

Een betere wereld, dat was eigenlijk waar het Ton de Leeuw om ging. De Leeuws levensbeschouwing was uitgesproken holistisch: in zijn ogen had alles met alles te maken. Hij streefde er dan ook naar ook muziek te schrijven waarin het 'ik' van de componist een ondergeschikte rol speelt. Wat niet wil zeggen dat hij zijn taak licht opvatte. Integendeel, bij iedere noot die hij neerschreef was hij zich ervan bewust, zoals hij ooit stelde, 'dat muziek een vorm van voedsel is, met een reële invloed op het menselijk organisme, en dat het begrippenpaar "mooi-lelijk" hoogst noodzakelijk gecompleteerd moet worden door de voor muziek minstens zo relevante begrippen "rijk-arm" "

Op foto's ziet hij er altijd wat iezegrimmig uit, maar in werkelijkheid was De Leeuw een heel vriendelijke man, die niet alleen als componist maar ook als mens voor velen een bijzondere betekenis had. Zijn dood – hij stierf op 31 mei 1996, nog geen zeventig jaar oud – was dan ook een groot verlies voor het Nederlandse muziekleven. Onder de meer dan honderd stukken die De Leeuw schreef nemen zijn koorwerken een bijzondere plaats in, Met name Car nos vignes sont en fleur, een stuk voor twaalf solostemmen uit 1981, kan beschouwd worden als een sleutelwerk in zijn oeuvre. Allereerst is het 'rijke' muziek, met een grote emotionele zeggingskracht. Bovendien is het representatief voor de synthese tussen oosterse en westerse muzikale principes die De Leeuw in de jaren '70 ontwikkelde.

'Verwijde modaliteit' noemde hij het zelf. Een belangrijk – en direct hoorbaar – kenmerk ervan is grondtonigheid. Een ander, even wezenlijk aspect is dat deze stukken gebaseerd zijn op een vooraf gecomponeerd patroon, een 'proto-melodie' van enkele honderden noten. Dat patroon wordt steeds herhaald, maar de noten worden telkens op verschillende manieren 'gezeefd'. Daardoor zijn er eindeloos veel variatiemogelijkheden en is er toch steeds een onderhuidse eenheid.

Car nos vignes sont en fleur is tot nog toe alleen vastgelegd op een grammofoonplaat uit 1981, dus het was hoog tijd voor een nieuwe opname. Samen met vier andere koorwerken van De Leeuw is het nu gebundeld op een NM Classics-cd, die deze week wordt uitgebracht. De cd beleeft op 2 september zijn radiopremière in het programma De Nederlanden.

Het Nederlands Kamerkoor, al jaren een pleitbezorger van het werk van De Leeuw, overtreft zichzelf in schitterende uitvoeringen die uitblinken door kleur en kracht, maar ook door subtiliteit en welsprekendheid. Frappant is dat in Prière uit 1954, waarmee de cd opent, veel van De Leeuws latere stijl al in aanleg aanwezig is: de doorklinkende tonen, bepaalde melodische wendingen, een cyclische structuur, en een voorkeur voor bijbel- en koranteksten, maar dan in het Frans gezongen.

Wat in Prière nog hoekig en vastomlijnd is wordt in het latere werk plooibaar en organisch. Spreken en zingen zijn dan bijvoorbeeld geen tegengestelden meer, maar komen in elkaars verlengde te liggen. In A cette heure du jour uit 1992 speelt heterofonie een belangrijke rol: er is één melodie, maar daarvan blijven telkens tonen liggen. Het doet enigszins denken aan een wingerdtak, waarvan de uitlopers zich steeds weer om de hoofdstam strengelen. Daarnaast zijn er fascinerende akkoordzuilen, waarin door een zuiver harmonische intonatie eigenaardige micro-intervallen optreden.

Naast het grotendeels intieme Car nos vignes sant en fleur, dat gebaseerd is op fragmenten uit het Hooglied, staat het meer dramatisch getinte Transparence uit 1986, waarin achttien zangers gedragen worden door majestueuze koperblazers. Toch lijken deze stukken ook veel op elkaar, tot in de teksten toe, waarin telkens de aanroep 'O toi' weerkeert. Of het nu een godheid geldt, een beminde, of de muziek zelf, De Leeuws muziek is één voortdurende getuigenis van liefde. _


© Frits van der Waa 2007