de Volkskrant van 15 oktober 1984, Kunst, recensie
DIRIGENT MARKIZ HAALT UITERSTE UIT SOBER EN MACABER WERK
Sjostakowitsj' Veertiende beklemmend
Nederlands Kamerorkest. Programma: Mozart, Haydn, Sjostakowitsj. Dirigent: Lev Markiz. Solisten:
Olga Martinova, Roberta Alexander, Robert Holl. Plaats: De Doelen, Rotterdam. Herhaling: Den Haag, 15
oktober.
VARA-matinee. Programma: Schönberg, Zemlinsky. Uitvoerenden: Radio Filharmonisch Orkest onder
leiding van Reinbert de Leeuw. Solisten: Guillermo Sarabia, Jard van Nes, Hein Meens. Plaats:
Concengebouw, Amsterdam.
Dmitri Sjostakowitsj staat dit seizoen volop in de belangstelling. Daags nadat het Concertgebouworkest
zijn serie uitvoeringen van de Dertiende Symfonie afsloot, volgde het Nederlands Kamerorkest met de
Veertiende van de in 1975 overleden Russische componist.
Sjostakowitsj' Veertiende is een cyclus van elf orkestliederen voor sopraan, bas, strijkers en
slagwerk. Dood, gevangenschap en verrotting overheersen in de door de componist gekozen teksten:
gedichten van Apollinaire, Garciá Lorca, Rilke en Küchelbecker. De macabere en
pessimistische sfeer in dit stuk is representatief voor veel werk uit Sjostakowitsj' laatste tien
levensjaren.
Het stuk is spaarzaam en sober van klank, maar juist daardoor beklemmend en veel intenser dan zijn
groot opgezette werken uit vroeger jaren. Kale melodielijnen, gecombineerd in schrijnende samenklanken,
leiden tot een bijna gothische rechtlijnigheid.
Deze worden hier en daar afgewisseld met vloeiende harmonische passages, die doen denken aan de late
strijkkwartetten van Beethoven. Het slagwerk brengt bescheiden accenten en interpuncties aan. Woeste
uitbarstingen, een ironische soldatenmars en een "danse macabre" doen weinig af aan het bezonken
karakter.
Kwetsbaar
Het Nederlands Kamerorkest wist goed raad met deze kwetsbare muzikale structuur, al viel er hier en
daar nog wel een klein steekje. Dirigent Lev Markiz haalde het uiterste uit de muziek, hoewel bij daar
meer pokende en pompende gebaren voor nodig had dan het oog kon behagen.
Roberta Alexander en Robert Holl zijn volledig opgewassen tegen de hoge eisen die de componist aan
de solisten stelt. Vooral Robert Holls timbre past goed bij de Russische taal, die onlosmakelijk bij
deze muziek hoort, ook al zijn bijna alle teksten van niet-Slavische dichters. Een vertaalde versie
zou ondenkbaar zijn.
Zoals Sjostakowitsj' Veertiende nauwelijks een symfonie kan worden genoemd, zo is de benaming
"opera" voor Eine Florentinische Tragödie van Alexander von Zemlinsky ook wat twijfelachtig.
Dit muziekdrama uit 1916 was zaterdag te horen in het Concertgebouw als onderdeel van de VARA-matinee.
Het stuk is in theatraal opzicht een weinig dankbaar object, en het was dan ook een logische beslissing
het in concertvorm te brengen.
Zemlinsky's libretto is gebaseerd op een nagelaten toneelfragment van Oscar Wilde. De tekst, die
zijn kracht aan het understatement ontleent, liet zich door Zemlinsky blijkbaar moeilijk naar het
opera-medium vertalen. Een koopman treft bij zijn thuiskomst zijn vrouw aan in gezelschap van een
aanbidder. Een woordenwisseling volgt, waarin de koopman vele steken onder water uitdeelt. Een duel
en een onverwachte verzoening vormen de finale.
Het stuk is voor het theater wat onevenwichtig: de koopman is vrijwel voortdurend aan het woord;
zijn vrouw en haar minnaar, vertolkt door Jard van Nes en Hein Meens, doen maar af en toe een duit
in het zakje.
Ondergesneeuwd
De Mexicaanse bariton Guillermo Sarabia wist de moeilijke hoofdrol veel zeggingskracht te geven,
maar raakte af en toe ondergesneeuwd in het orkestraal geweld. Dat is inherent aan Zemlinsky's stijl:
geheel in de laatromantische traditie legt hij de nadruk op de begeleiding. Daarin schuilt ook zijn
kracht.
Zemlinsky, leraar en schoonvader van Schönberg, kende zijn zaakjes goed. De opera bevat
prachtig geïnstrumenteerde passages in een hier en daar verrassend origineel idioom. De brede
spanningsbogen werden door het Radio Filharmonisch Orkest nauwkeurig gedoseerd onder leiding van de
grote specialist in dit repertoire, Reinbert de Leeuw.
In het komende seizoen zal in de VARA-matinees nog een aantal minder bekende opera's in concertvorm
worden uitgevoerd, waaronder Mozarts Lucio Silla (volgend jaar ook in het Holland festival te
zien in een produktie van de Brusselse Opera) en Moessorgsky's Chovansjtsjina in een bewerking
van Sjostakowitsj. Ook levert de VARA de komende maanden een aanzienlijke Sjostakowitsj-bijdrage met
alle vijftien strijkkwartetten, verdeeld over vijf concerten in de Amsterdamse Kleine Zaal.
© Frits van der Waa 2006