de Volkskrant van 13 december 1984, Kunst, recensie
Zwitsers blijken gepreoccupeerd met klank
Nederland-Zwitserland: Muziek van Ketting, Wehrli, De Vries, Huber en Zinsstag. Uitvoerenden: Septimer
Ensemble o.l.v. Thomas Indermühle. Solisten: Jean-François Jenny-Clark, contrabas; Jos
Zwaanenburg, fluit. Plaats: De IJsbreker, Amsterdam. Volgende concerten: 13 en 14/12.
Tulpen, klompen en kaas zijn voor Nederland even representatief als besneeuwde toppen en alpenhoorns
voor Zwitserland. Niemand staat er ooit bij stil dat ook daar moderne muziek wordt gemaakt.
Dat benarde blikveld wordt zinvol verwijd met het project Nederland-Zwitserland, een initiatief van
de in Nederland wonende Zwitserse dirigent en hoboïst Thomas Indermühle. Speciaal voor deze
culturele ontmoeting is het Septimer Ensemble in het leven geroepen. Een wat misleidende naam: het
gezelschap bestaat voornamelijk uit Nederlandse musici.
Al is het natuurlijk onmogelijk om uit één concert een algemene slotsom te trekken,
lijkt het er veel op dat de Zwitsers gepreoccupeerd zijn met klank. Door een overheersende toepassing
van onorthodoxe instrumentale technieken ontstaat soms de indruk dat men de experimenten van de jaren
zestig nog niet geheel ontgroeid is.
Dat is echter niet het geval in Perforation van Gerard Zinsstag, voor de ongebruikelijke
combinatie van twee geprepareerde piano's, twee celli, elektrische gitaar, drie slagwerkers en tape. In
dit stuk lijkt het notenmateriaal volledig ondergeschikt aan klankkleur en instrumentatie. In zijn
toelichting filosofeert de componist over de muzikale tijd, en refereert daarbij aan Augustinus (een
merkwaardige parallel met De Tijd van Louis Andriessen).
Voor hem zijn "de rusten en de daarin naklinkende resonanties het wezenlijke materiaal, doorbroken
door eruptieve, doordringende impulsklanken". Desondanks zijn het die impulsen die agressief en metalig
op de voorgrond treden in deze kaleidoscopische, krankzinnige montage. Perforation is ritmisch
wat uniform en misschien iets te lang, maar toch is het een heel oorspronkelijk stuk dat getuigt van
raffinement en vormbesef.
De eerste helft van Klaus Hubers Erinnere dich an G..... bevatte daarentegen een overmaat aan
troebele geluiden, afgewisseld met contrabas-acrobatiek van solist Jean-François Jenny-Clark,
gezeten op een ritmisch krakend krukje. In de tweede helft, een soort koraal in massieve
harmonieën, waren enkele boeiende kleurwisselingen te horen. Met dat al klinkt het stuk, een
opdracht van Amnesty International, ondanks de ongetwijfeld goede intenties vooral als weinig
substantieel maakwerk.
Dan bood de ijle, schrijnende klankwereld van Martin Wehrli's Momente meer perspectief, al
leken de vijf instrumentalisten het grondverf-stadium van dit lastige stuk nog niet volledig
gepasseerd.
Het programma omvatte ook twee Nederlandse stukken: Otto Kettings Adagio voor 12 spelers
bleek wat te veel voor de IJsbreker-akoestiek, maar Bewegingen van Klaas de Vries klonk in de
uitvoering van het Septimer Ensemble zonder meer voortreffelijk. De enthousiaste bijdrage daarin van
pianist Jürg Wyttenbach belooft veel voor het slotconcert van aanstaande vrijdag, waarin hij als
componist en pianist een groot aandeel zal hebben.
© Frits van der Waa 2006