Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 22 december 1984, Kunst, recensie

Zowel oor als oog gestreeld in Werther

Voorsteling: Werther van Massenet, door de Nederlandse Opera Stichting. Voornaamste rollen: Neil Rosenshein, Sylvia Lindenstrand, Thea van der Putten, John Vierkens, jan Polak. Regie: Rhoda Levine. Decor en kostuums: John Conklin. Orkest: Residentie Orkest. Dirigent: Hans Vonk. Circustheater, Scheveningen. Herhalingen: t/m 15/1 in Scheveningen, Venlo, Utrecht en Amsterdam.

Het blijft voor opera-zangers een hele toer om de zogenaamde spiegelstand kwijt te raken: schouders licht aangetrokken, ellebogen enigszins naar buiten, en de handen losjes voor de buik. Zelfs bij ervaren solisten, die hebben geleerd dat je je ook kunt bewegen, blijven de gebaren ter linker- en rechterzijde dikwijls gekoppeld.

Ook Neil Rosenshein en Sylvia Lindenstrand komen als protagonisten in Massenets Werther maar moeilijk los van deze symmetrische grondhouding, al doen ze tussen het zingen door hun best. Veel hindert het niet, want Werther en zijn vergeefs aanbeden Charlotte worden geacht voort te komen uit een burgerlijk milieu, waar een zekere stijfheid niet misstaat. Zowel Rosenshein als Lindenstrand zijn hier voor het eerst in deze rollen te zien: de personele bezetting is in de reprise aanmerkelijk gewijzigd ten opzichte van de uitvoering die de Nederlandse Opera Stichting gaf in het Goethe-jaar 1982.

Het gegeven van Werther, de zelfmoord uit hopeloze liefde, is door Massenet en zijn librettisten geraffineerd omgewerkt tot muziektheater. Werthers toenemende vertwijfeling, in feite de enige lijn in Goethes roman, wordt in de opera op subtiele wijze afgezet tegen heL alledaagse, onbezorgde burgermansleven. Dat wordt belichaamd in bijfiguren als Charlottes vader, een pijprokende levensgenieter, vertolkt door Jan Polak, en haar zuster Sophie, een karakter waarvoor Thea van der Putten garant staat. De rol van luchthartige, doch kordate deerne is haar op het lijf geschreven. Zelfs Charlottes echtgenoot, de minzame burgerman Albert, straalt in de persoon van John Vierkens een welgedane oppervlakkigheid uit. En niet te vergeten het kinderkoor, dat door een open raam kerstliedjes zingt, terwijl Werther in de sneeuw ligt te sterven: een grimmige theatervondst.

Tegen al die frivoliteit steekt de zwartgalligheid van de hoofdfiguren scherp af. Dat contrast komt ook tot uiting in de muziek, waarin pathetiek en uitgesproken lichtvoetigheid elkaar schoksgewijs afwisselen. Als Massenet een eeuw later had geleefd, zou hij waarschijnlijk een eminent filmcomponist zijn geworden.

Charlottes heimelijke liefde voor Werther ligt in de interpretatie van Sylvia Lindenstrand wat zwaar op de maag. Van meet af aan wekt zij een dweperige, bijna hysterische indruk, waar haar wat kelig, weinig ontspannen stemgeluid in niet geringe mate toe bijdraagt.

Neil Rosenshein is een innemende Werther: geremd en introvert, maar met heftige gevoelens. Hij beheerst vooral de ijle, weke gebieden van zijn stem tot in de perfectie. Uiteraard biedt vooral de sterfscène hem volop gelegenheid die registers te ontplooien. Het blijft een onprettig gezicht als iemand er een kwartier over doet om te kreperen: maar dat is nu eenmaal onvermijdelijk in een 19de-eeuwse opera. Rosenshein zal hier in februari opnieuw te horen zijn als Tom RakeweIl in de reprise van Strawinsky's The Rake's Progress.

Niet alleen het oor, maar ook het oog wordt in Werther aangenaam gestreeld. John Conklins decors, gehuld in een groenig waas, scheppen een perfecte atmosfeer; kleine accenten in de aankleding als slingerend kinderspeelgoed en een voorwereldse fiets vervolmaken het beeld zonder de aandacht af te leiden. Dezelfde aandacht voor detail en evenwicht is terug te vinden in de regie van Rhoda Levine. Waar de meeste opera's zich bewegen tussen opgewonden massascènes en statische duetten laat deze Werther zich bekijken als een smaakvol gemonteerde film.


© Frits van der Waa 2006