de Volkskrant van 25 februari 1985, Kunst, recensie
Cooper speelt Schubert volmaakt
Concert: Pianowerken van Franz Schubert, uitgevoerd door Imogen Cooper. Plaats: Concertgebouw,
Amsterdam. Volgende concerten: 4, 11, 25 maart.
Beroemde pianisten zijn net topsporters. Je kunt eigenlijk alleen maar bewondering voor ze hebben.
Boven een bepaald niveau zijn vergelijkingen nauwelijks meer relevant. Bij musici is dat zeker het
geval ondanks alle concoursen en muziekwedstrijden.
Ik ga me dan ook niet wagen aan een vergelijking tussen de Engelse pianiste Imogen Cooper en Alfred
Brendel, wiens enige leerling zij is. Alleen dat al bewijst dat Brendel haar ten naaste bij als
evenknie beschouwt, wat nog eens wordt benadrukt met hun samenwerking in een aantal plaatopnamen.
Met haar eerste concert in een serie van vier Schubert-programma's maakte Imogen Cooper haar
Nederlandse recital-debuut. Een feilloos optreden, waarin uiterste concentratie geen plaats liet voor
bravour.
Voorop in haar Schubert-interpretaties staat de fascinerende spanning tussen klassieke vorm en
romantische expressie, die zijn latere werk kenmerkt. Die spanning houdt zij volmaakt in evenwicht.
Beheerst weegt zij hoofd- en bijzaken op een goudschaaltje. Ieder detail, iedere curve is grondig
afgewerkt, zonder dat de aandacht voor de grote lijn ook maar een ogenblik verslapt.
Die balans komt niet moeiteloos tot stand: Cooper heeft tijd nodig om zich echt los te spelen. De
onvoltooide Reliquie-sonate vormde dan ook een goede opwarmer. Dit zelden gespeelde stuk is
interessant, maar valt in de schaduw naast de pure pianistiek van de Vier impromptus op. 142,
met hun tinkelende watervallen van nootjes, op hun beurt weer overtroffen door de lange adem en de
emotionele tegenstellingen van de Sonate in A.
Achter het flegma van de pianiste ging een zorgvuldig verborgen spanning schuil. Pas in de toegift,
een Écossaise, brak met een glimlach zichtbaar het speelplezier door.
© Frits van der Waa 2006