de Volkskrant van 8 november 1985, Kunst, reportage
Honderden bekers limonade voor dag moderne muziek
HAARLEM - "De binding die tussen Hans Kox en het publiek bestaat is volgens mij sterker dan bij een
hoop andere componisten," zegt Jan Knopper , directeur van de Haarlemse stichting Stadsschouwburg en
Concertgebouw. "Dat vind ik bijzonder: dat je blijkbaar als hedendaags componist dingen kunt schrijven
waarmee je een hoop mensen genoegen doet, zonder dat je in het genre schlager terecht komt."
Morgen is in het Haarlemse Concertgebouw van drie uur 's middags tot laat in de avond vrijwel
non-stop muziek van Hans Kox te horen. De 55-jarige auteur van een omvangrijk en veelzijdig
oeuvre, die na de weinig positieve ontvangst van zijn opera Dorian Gray enige tijd wat op de
achtergrond was geraakt, staat weer volop in de belangstelling. Kox gaat onverdroten voort met
componeren, en werkt zelfs aan een volgende opera, Das grüne Gesicht, naar een roman van de
Oostenrijkse schrijver Gustav Meyrink. Hij is niet erg belust op publiciteit. Zo geeft hij geen
interviews meer: hij vindt dat hij het al vaak genoeg gedaan heeft en dat zijn woorden vaak verdraaid
worden weergegeven.
Knopper: "Kox is in het buitenland mogelijk bekender dan in Nederland. Hij is iemand die niet direct
in het circuit past: een ongebonden man die niet van plan is zich naar welke school dan ook te richten.
Vervelend genoeg bestaat er hier de neiging zijn werk een beetje te verketteren, te doen of dat van
geen betekenis is. Ik vind dat nogal onzin. Bij iedereen die veel schrijft zal er ongetwijfeld iets bij
zitten dat minder interessant is, maar tegelijkertijd misschien juist door die veelschrijverij
ontstaan er bij tijd en wijle fantastische dingen."
Face-lift
Met de Hans Kox-dag neemt Knopper een voorschot op de face-lift die het Concertgebouw
ondergaat. Het is misschien niet zo'n fundamentele renovatie als de verbouwing van de Amsterdamse
naamgenoot, maar als het aan Knopper ligt zullen de artistieke gevolgen des te vérstrekkender
zijn.
Knopper, zeven jaar lang werkzaam aan het Ministerie van WVC als hoofd directie kunsten, is sinds
een jaar teruggekeerd naar de praktijk. "Je wilt wel eens directe resultaten zien", zegt hij. "In Den
Haag moet alles eerst door de ambtelijke molen, en dan komt er soms iets heel anders uit dan je
bedoeling was."
Het plan voor de verbouwing lag al op tafel voordat Knopper op het toneel verscheen, maar de
vormgeving is wel voor een groot deel onder zijn verantwoordelijkheid tot stand gekomen. De nieuwe
kleine zaal komt letterlijk op poten te staan, waardoor de foyerruimte aanzienlijk wordt uitgebreid.
Het belangrijkste resultaat van die aanpassing is dat de grote en de kleine zaal nu tegelijkertijd als
concertruimte gebruikt kunnen worden.
Knopper, die de eigentijdse muziek een warm hart toedraagt, wil in de kleine zaal niet alleen Mozart
of Brahms brengen: "Je zou zo'n zaal bijvoorbeeld een week lang ter beschikking kunnen stellen van een
componist die zich met elektro-akoestiek bezighoudt. Die mogelijkheden worden erin gebouwd. De gewone
studioruimten zijn meestal voor componisten niet toereikend, of te duur."
De zaal staat nog in de steigers, maar de omtrekken zijn al zichtbaar. Onder de zaal is zelfs ruimte
gevonden voor een kleine orkestbak. Met snerpend gejank sproeit een vonkenregen door de ruimte: er wordt
zelfs in het weekeinde doorgewerkt, want de opleveringsdatum, 7 januari, nadert snel.
Op weg naar de grote zaal passeren we een balie waarop honderden bekertjes limonade klaar staan.
Samen met stapels gevulde koeken vormen die het rantsoen voor de driehonderdvijftig leerlingen van
muziekscholen in Haarlem en omstreken, die doende zijn met een repetitie van Kox' Concerto Bandistico,
een grootscheepse compositie, in 1973 geschreven voor de muziekschool van Beverwijk. Nog nooit is het
stuk door zo veel musici uitgevoerd. De zeven orkestgroepen worden nu voor het eerst bij elkaar gevoegd.
Vanachter een regietafel onderhoudt dirigent Fred Smalbrugge het contact met de zes met koptelefoons
getooide hulpdirigenten. Tien piano's, vierhandig bespeeld, staan in een lange rij door de zaal
opgesteld. Door de grote afstandsverschillen, en doordat een aantal jeugdige virtuozen meer op hun
blaadje let dan op de dirigent, rimpelt de melodie in de wonderlijkste faseverschuivingen door de zaal.
Hans Kox, klein en blozend, is ook van de partij en geniet zichtbaar met volle teugen. Hij wijst de
suggestie om een paar ervaren pianisten op de uiteinden te plaatsen resoluut van de hand: "Het is muziek
voor kinderen", zegt hij beslist.
"Dat facet van Kox wilde ik per se laten zien," zegt Knopper. "Dat iemand zich de moeite geeft om
kinderen van tien tot zeventien jaar vertrouwd te maken met moderne muziek. Die kinderen hebben daar
lol in, en wat er uitkomt is gewoon muziek."
Het programma toont Kox zowel van de lichtvoetige als van de ernstige kant. Naast het Concerto
Bandistico, Maskerades en de Kantate van Sint Juttemis worden uitgevoerd zijn
Tweede vioolconcert, delen uit zijn cantate In those days, de Six one-act plays,
en verscheidene kamermuziekwerken, waaronder de Sonate voor saxofoon en piano, die hier onder de
handen van Olga de Roos en Rinus Groot zijn wereldpremière zal beleven. KRO en VPRO zullen de
hele dag voor latere uitzending op de band vastleggen.
Knopper: "Gewoonlijk wordt contemporaine muziek gepresenteerd in de bekende sandwich-formule, of in
speciale concerten zoals de C-serie waar allerlei verschillende dingen bij elkaar worden gezet. Ik denk
dat dat weinig bijdraagt tot de appreciatie. Zo ontstond het plan om van tijd tot tijd een dag geheel
te vullen met werk van één componist: zo'n dag geeft mensen die daarin geïnteresseerd
zijn op zijn minst de kans de handtekening, het stempel van die man of vrouw te leren kennen."
© Frits van der Waa 2006