de Volkskrant van 16 november 1985, Kunst, recensie
Reizend Muziekgezelschap brengt verrassend werk
Amsterdams Kamermuziek Festival I: Crusell, Loeffler, Beethoven, Tsjaikofsky. Uitvoerenden: Reizend
Muziekgezelschap met o.a. Han de Vries, Paul Rosenthal, Christiaan Bor en Jerome Lowenthal. Plaats:
Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Volgende programma's: t/m 29 november in Amsterdam, Utrecht,
Rotterdam, Maastricht en Eindhoven.
Wat in 1982 begon als Amsterdams Kamermuziek Festival is uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerende
gebeurtenis, die zich vanuit de Odeon-zaal door het hele land heeft vertakt. De naam is ongewijzigd
gebleven, evenals de formule: een serie concerten met een interessante melange van bekende en onbekende
stukken uit het klassieke repertoire, vertolkt door het Reizend Muziekgezelschap, een internationale
vriendenclub van musici, geformeerd door violist Christiaan Bor, tevens organisator. Het ensemble
bestaat uit een vaste kern, maar nodigt elk jaar gastspelers uit, onder wie deze keer zelfs de
vermaarde cellist Colin Carr.
De kosten van zo'n evenement zijn natuurlijk niet gering, al werken de musici mee op non-profit
basis, maar dankzij bijdragen van sponsors draait het festival nu ongeveer quitte.
Ondanks het tijdelijk karakter levert het Reizend Muziekgezelschap een hecht samenspel, dat uitgaat
boven de niet altijd volmaakt bij elkaar passende klank van de individuele spelers (zo verschilt de bij
uitstek solistische benadering van Colin Carr sterk van de meer "dienende" rol die zijn vakbroeder
Godfried Hoogeveen zich heeft toegedacht). Aan de dynamische afwerking, frasering of tempo-overgangen
valt de korte voorbereidingstijd niet af te horen. De enkele scheve schaats die hier en daar in het
vuur van het musiceren wordt gereden valt af te doen als een bedrijfsongeval.
Het eerste programma bevatte naast Beethovens pianotrio in Es, op.70 nr.2 en Tsjaikofsky's
strijkerssextet Souvenir de Florence een tweetal minder bekende werken. Het Divertimento
van de Finse klarinetvirtuoos en componist Bernhard Henrik Crusell, een tijdgenoot van Beethoven, bleek
een genoeglijk stukje muziek met veel watervlugge hobo-loopjes voor Han de Vries, terwijl de Twee
Rhapsodieën voor hobo, altviool en piano van Charles Martin Loeffler (1861-1935) een
interessante verrassing opleverden.
Loeffler was Duitser van geboorte, maar voor hij op zijn twintigste naar de Verenigde Staten
emigreerde woonde hij in talloze Europese landen. Die kosmopolitische jeugd is terug te horen in deze
muziek, die geïnspireerd is op gedichten van Maurice Rollinat en daardoor nogal los van structuur
is. Naast trekjes uit. de Franse muziek doemen ook slavisch getinte klanken en aan Brahms herinnerende
passages op. Toch draagt het stuk een persoonlijk stempel, en maakt nieuwsgierig naar ander werk van
deze vergeten componist.
Opvallend was vooral het gedisciplineerde, zeer muzikale spel van pianist Jerome Lowenthal, die ook
in Beethovens Pianotrio uitstekend de balans tussen begeleiden en soliëren wist te leggen.
Tsjaikofsky's Souvenir de Florence vormde het zinderende sluitstuk van het concert. Een fraai
sextet, dat niet zozeer Italiaans of Florentijns klinkt, maar zelfs "Russischer" dan veel andere muziek
van Tsjaikofsky. De zes strijkers gaven een bevlogen uitvoering van dit met zijn haast
orkestrale climaxwerkingen in alle vier delen wel heel exuberante stuk.
De volgende twee programma's in deze serie omvatten muziek van Mozart, Dvorak, Brahms, Schubert,
Boccherini en muziekjaar-componist Alban Berg. Alle concerten zullen te zijner tijd door de TROS worden
uitgezonden.
© Frits van der Waa 2006