de Volkskrant van 9 december 1985, Kunst, recensie
Onvruchtbaar gegeven is fnuikend voor muziektheater Johann van Schnauzer
Stichting Schnauzer: Johann. Spelers: Max van Weegberg, Sandra Macrander, Lori Freedman, Taetske
Kleijn, Deby Raymond, Rob Kloet. Muziek: Rob Hauser. Regie: Frans Weisz. Tekst: Koos Dalstra (naar J.W.
von Goethe). Vormgeving: John Verberk. Kostuums: Daisy Newby. Licht: Johan Vonk, Gé Wegman. Plaats:
Shaffy, Amsterdam. Herhalingen: Amsterdam, 10 t/m 14 december.
"De kunst heelt alle wonden", zingt Max van Weegberg aan het slot van Johann, Rob Hausers
nieuwste muziektheaterproduktie. Het is een troostrijke gedachte, maar niet toereikend om het onvoldane
gevoel dat de voorstelling achterlaat weg te nemen.
Johann is geconstrueerd rondom een saillante, maar theatraal gezien weinig vruchtbare
gebeurtenis in het leven van Goethe. De beroemde dichter die voor één keer in zijn leven
vreemd gaat, impotent blijkt, en de narigheid in een serie sonnetten vol erotische symboliek verheft
tot een intensivering van de liefde voor zijn wettige echtgenote.
Het is een ambitieuze onderneming dit gegeven op de planken te brengen. De enige werkelijke
gebeurtenis is immers een weinig bevredigend slippertje; de rest speelt zich af in Goethes hoofd.
Het is dan ook niet erg gelukt. Rob Hauser heeft bet thema moeten oprekken en uitsmeren om een
voorstelling met een redelijke lengte te bereiken. Het resultaat is een veelbelovend begin, gevolgd
door een aaneenschakeling van dikwijls langdradige scènes, met hier en daar boeiende momenten of
goede vondsten. Maar het blijft wazig wat Hauser eigenlijk wil. Fantasie en realiteit lopen te zeer
door elkaar. De presentatie is nuchter, maar lijkt toch een emotionele betrokkenheid te vragen. Meer
dan eens is het gewoon onduidelijk waar het over gaat.
Het aloude probleem van de verstaanbaarheid speelt daarbij ook een rol. Max van Weegberg, gesierd
met zilveren Goethe-lokken, is goed te volgen, maar de tekst van de drie zangeressen komt slecht over,
hoezeer elk ook haar best doet. Het is een fundamenteel probleem dat de sopraanligging ver boven de
normale hoogte van een spreekstem uitgaat. Versluierend werken ook het veelvuldig meerstemmig zingen en
het dikwijls overheersende slagwerk.
De Nederlandse tekst, naar aanleiding van Goethes gedichten samengesteld door Koos Dalstra, is
(voorzover te verstaan) drakerig en banaal. De kleurmogelijkheden van harmonium, harp, basklarinet en
slagwerk zijn vernuftig uitgebuit, maar de muziek is dun en monotoon, zeker vergeleken bij vroegere
Hauser-voorstellingen. De tekstplaatsing is ongelukkig, met talloze slepende coloraturen, die de
handeling eerder belemmeren dan ondersteunen ("Ve-e-e-e-e-rvloekt!"). Max van Weegberg wordt als een
beduusde ledepop heen en weer gesleept door zijn steile vrouw (Sandra Macrander) en twee wulpse dames
(Deby Raymond en Taetske Kleijn), om uiteindelijk als een Messiaanse Superman de nok van de zaal in
gehesen te worden.
Het blijft modderen met het muziektheater. Johann is de zoveelste poging tekst, muziek en
theater samen te ballen tot een nieuwe kunstvorm. Ten dele is dat gelukt. De mate waarin musiceren en
handelen in deze voorstelling vervlochten zijn is uitzonderlijk. Met een groep veelzijdige musici die
niet alleen zingen, maar ook instrumenten bespelen en nog kunnen acteren ook, en met voortreffelijke
decors, kostuums en belichting waren de materiële voorwaarden voor een goed stuk muziektheater
volop aanwezig. Weliswaar is Johann volgens de vaste Hauser-formule een "werk in uitvoering": de
voorstelling is iedere avond anders. Maar dat alles zal de fundamentele zwakheden van het stuk
waarschijnlijk niet kunnen wegnemen.
© Frits van der Waa 2006