de Volkskrant van 23 mei 1986, Kunst, recensie
Eén minuutje Beethoven om nooit te vergeten
Beethoven: Sketchbook Miscellany, Contrapuntal Studies & Fugues door Anatol Karemacher, Joke Muller
(piano), Peter Doberitz (cello) en Gerrit Kommers (orgel) - Raptus Records 3890185 A (Postbus 3698,
1001 AL, Amsterdam)
Zelfs in volkomen uitgegraven mijngangen is nog wel een brokje steenkool of een hoopje goudstof te
vinden. Zo blijkt het toch nog mogelijk een nieuwe grammofoonplaat met werk van Ludwig van Beethoven
uit te brengen. Weer een leuke opgave voor de panelleden van het radioprogramma Discotabel. Wie is de
componist van deze muziek?
In 1793 werd de toen 22-jarige Beethoven al beschouwd als een geniaal pianovirtuoos en een
verdienstelijk componist. Maar hij achtte zijn scholing nog niet voltooid en wendde zich tot de grote
Joseph Haydn voor contrapuntlessen. Want contrapunt, de aan strenge regels gebonden techniek van het
combineren van verschillende melodieën, wordt al sinds de Renaissance een onmisbaar onderdeel in
de bagage van een componist geacht.
Het was geen succes. Beethoven kon slecht uit de voeten met de strikte voorschriften van de leer,
terwijl leermeester Haydn zich er op zijn beurt met een Jantje van Leiden van af maakte. Na Haydns
vertrek naar Engeland zette Beethoven zijn studie voort bij de degelijke theoreticus Johann Georg
Albrechtsberger, die hem inwijdde in de fuga, de belangrijkste contrapuntische vorm. Maar hoewel
Beethoven als componist duidelijk wist wat bij wilde, bleef hij merkwaardig genoeg een middelmatig
student, die veel fouten maakte.
De Beethoven-onderzoekers hebben die oefenstukken al meer dan een eeuw geleden gepubliceerd, maar
pas nu is een gedeelte daarvan op de plaat gezet. samen met een zestal stukjes uit Beethovens
schetsboeken. Het initiatief daartoe is genomen door de Stichting Raptus (met weinig reverentie
vernoemd naar de dagelijkse woede-aanval waar de componist op latere leeftijd om gemeden werd).
Het is een wonderlijke collectie, met meer curiositeits-waarde dan muzikale waarde. Want een hele
plaatkant met vijftien schoolse fuga's luister je niet voor je plezier af, hoewel er best een paar
aardige bij zitten. Nog gekker zijn de bij Haydn gemaakte contrapuntoefeningen. Zes verschillende
melodieën vormden het uitgangsmateriaal. Op de plaat zijn ze gegroepeerd per melodie, zodat ze
klinken als reeksen variaties, door hun doelloosheid en door de toegepaste kerktoonsoorten gehuld in
een zonderlinge atmosfeer. Het is echt Beethoven op zijn smalst, en alleen de bijna tegenstrijdige
gedachte dat het hier gaat om muziek van de Grote Componist maakt dit deel van de plaat interessant.
Veel interessanter is de resterende halve plaatkant, een kleine collectie brokstukken en verworpen
werk uit de schetsboeken, omdat daarmee echt een kijkje in Beethovens werkplaats wordt genomen.
Weliswaar zijn ook de meeste van die losse snippers niet subliem, soms zelfs saai, maar er zit
één minuut muziek bij die eigenlijk niemand zou mogen missen: dat in 1824 genoteerd
opzetje voor een nooit geschreven groter stuk. Een minuscuul, maar mateloos fascinerend stukje late
Beethoven.
Een sympathieke plaat, mede dankzij de toewijding van de musici, die spelen of het werkelijk om
Grote Muziek gaat. Technisch is de plaat niet volmaakt de A-kant is dan wel opgenomen in het
Concertgebouw, maar er zit een hinderlijk rammeltje in de piano, terwijl de slotakkoorden van de
orgelfuga's worden weggedraaid voor de galm is weggestorven. Maar wat geeft het? De inhoud is hier
werkelijk belangrijker dan de afwerking.
© Frits van der Waa 2006