de Volkskrant van 29 augustus 1986, Kunst, voorbeschouwing
VIER THEMA'S BIJ OUDE MUZIEK IN UTRECHT EN HERDENKING ERASMUS
Festival viert lustrum vol zachte droevige muziek
Voor de vijfde maal openen zich vanavond de poorten van de Utrechtse kerken en concertzalen voor het
Holland Festival Oude Muziek. Het is alweer traditie, de bescheiden lawine van concerten, muziektheater,
exposities, studiedagen, en andere evenementen die de komende tien dagen in het gebied tussen Hoog
Catharijne en de Maliesingel wordt uitgestort.
Het uitgebreide programma is gegroepeerd rondom vier thema's; de componist Josquin Desprez (ca.
1440-1521), de luit, het liturgisch drama, en "droevige muziek". Vaste programma-onderdelen als de Oude
Muziek Markt en de Schubertiade keren terug, en ook wordt de fortepiano-manifestatie van afgelopen jaar
op kleinere schaal herhaald. De festivaldirectie rekent opnieuw op 50.000 bezoekers. De zes
voorstellingen van de jaarlijkse festivalproductie, in het kader van Erasmus' 450ste sterfjaar gewijd
aan Erasmus en de Muziek, zijn nu al uitverkocht.
Voor het eerst zijn er aan het festival twee internationale symposia gekoppeld: de Vereniging voor
Nederlandse Muziekgeschiedenis organiseert, mede ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van de
Utrechtse Rijksuniversiteit, een vijfdaagse conferentie over Josquin, de grootste componist uit de
Renaissance-periode. Vervolgens schenken de Nederlandse Luitvereniging en de Stichting voor
Muziekhistorische Uitvoeringspraktijk aandacht aan bet thema De luit in wetenschap en praktijk.
Muziekwetenschap en muziekpraktijk gaan dit jaar nadrukkelijker samen dan in het verleden. Zo zijn
de programma's van de concerten rondom Josquin Desprez ontworpen op het Instituut voor Muziekwetenschap,
en toegesneden op de problematiek die in het symposium wordt behandeld: welke van de werken die onder
Josquins naam zijn overgeleverd zijn echt, en welke moeten aan andere componisten worden toegeschreven?
De muziek is daags na het concert onderwerp van discussie in de workshops.
De Utrechtse hoogleraar muziekwetenschap Willem Elders voert de eindredactie over de New Josquin
Edition, die sinds 1971 in voorbereiding is. De editie zal dertig delen omvatten, waarvan het eerste
volgend jaar zal verschijnen. Elders schat dat het project uiteindelijk over twintig jaar voltooid zal
zijn. "Ik heb grote verwachtingen van dit symposium", zegt hij, "juist door de aanwezigheid van
specialisten en het samengaan met die concerten, waarop veel composities voorkomen die zelden of nooit
worden uitgevoerd. Ik hoop dat de musicoloog, die zich in het algemeen een veel te vage voorstelling
kan maken van die muziek, daar dan eens op een andere manier tegen aan gaat kijken."
"Ik heb eens de proef genomen met een van de grootste Amerikaante musicologen die zich met Josquin
bezighoudt, en van wie ik wist dat hij een bepaald werk van Josquin als niet-authentiek beschouwde. Er
was toevallig een plaat van verschenen, en die opname liet ik hem horen met de vraag of dat van Josquin
zou kunnen zijn. "Jazeker", zei hij. "Maar dat is die mis waarvan jij zegt dat hij niet van Josquin
is", zei ik. Toen werd het even stil."
Elders verwacht overigens niet dat het beeld dat men van Josquin heeft door dit symposium drastisch
zal veranderen: "Ik neem wel aan dat er bepaalde composities uitrollen waarvan nu zo goed als zeker bevestigd wordt dat
ze niet van Josquin zijn. Wat ik wel hoop is dat er een heleboel mensen ontdekken dat het fantastische muziek is. Dat is
uiteindelijk natuurlijk het doel, ook van de uitgave."
Het Josquin-thema loopt in de concerten van woensdag geleidelijk over in dat van de luit, aan de
hand van intavolaties, ofwel luitbewerkingen van vocale composities. Verder wordt er onder andere aandacht
geschonken aan de Nederlandse componist Nicolaes Vallet, wiens Secretum Musarum II uit 1616 door
het Festival in facsimile wordt uitgebracht.
De luit is geen "nieuwe ontdekking", zoals vorig jaar de pianoforte. "We zijn nu zo ver dat de luit
echt bekend is", zegt Louis Grijp, voorzitter van de Nederlandse Luitvereniging. "Toch hopen we dat er
wat meer mensen echt vertrouwd mee worden. Het is net zoals de klassieke gitaar een instrument dat een
heel speciaal publiek heeft. Je moet de mensen er echt voor winnen: het is
zacht, een heel speciaal repertoire, met veel solomuziek."
De belangstelling voor het luitsymposium is groot: met 110 deelnemers is het al helemaal volgeboekt.
Een opmerkelijk onderdeel is het onderwerp De luit anno 1986, aangedragen door de bekende luitspeler
Toyohiko Satoh, waarmee ook de eigentijdse muziek zijn entree maakt in het Festival Oude Muziek. Er zal
onder andere een nieuw werk van Tera de Marez Oyens worden uitgevoerd. Met het oog op de identiteit van
het Oude Muziekfestival zal dit uitstapje naar het heden voorlopig eenmalig blijven.
De festivalproduktie Erasmus en de muziek, een muziektheaterstuk waarin acteurs, een koor en
een instrumentaal ensemble elkaar afwisselen, werd eerder dit jaar opgevoerd tijdens het staatsbezoek
van koningin Beatrix aan Noorwegen. Jan Nuchelmans, samen met Frans de Ruiter verantwoordelijk voor de
samenstelling van bet festivalprogramma, heeft zich intensief met Erasmus' muzikale denkbeelden
beziggehouden. "Er is sinds de uitvoering in Oslo nogal wat aan veranderd", zegt hij. "Ik vond het toen
niet slecht, maar te lolbroekerig. Dat is Erasmus niet. Ik vind dat je toch een beetje evenwicht moet
houden tussen fictie en werkelijkheid. Er zitten in de nieuwe versie leuke vondsten: bijvoorbeeld een
dialoog van Erasmus met Huizinga. Dat werkt heel goed, ook om een beeld te krijgen van wat Huizinga van
Erasmus vond."
Ook bij het thema "liturgisch drama" komen authenticiteitsproblemen om de hoek kijken. De musicoloog
Kees Vellekoop, die de studiedag over dit onderwerp organiseert, is bijvoorbeeld sterk gekant tegen het
gebruik van instrumenten: "Dat is een middel dat nu gebruikt wordt om het voor veel mensen aantrekkelijk
te maken. Volgens mij is het niet nodig. Er is echt niets over te vinden en het is ook zeer
onwaarschijnlijk dat het gebeurd is. Puur op het zingen moet het ook kunnen draaien. De muziek is vaak
fantastisch mooi: iedereen die van Gregoriaans houdt zal hier ook van kunnen genieten."
In de vijf liturgische drama's die tijdens het Oude Muziekfestival worden opgevoerd, zijn
uiteenlopende benaderingen te zien en te horen: van sobere reconstructies tot produkties waarin moderne
theatrale middelen niet geschuwd worden.
"Liturgisch drama", aldus Vellekoop, "is een manier waarop men vanaf de tiende eeuw tot in de
zestiende eeuw bijzondere gebeurtenissen in het kerkelijk jaar zoals de Opstanding of de geboorte van
Christus, heeft willen uitspelen in de liturgie. De taal waar vrijwel alle spelen zijn uitgevoerd was
het Latijn en dat konden de ongeletterden niet verstaan. Door die verhalen uit te spelen kon je tocb
iets overdragen van die boodschap. Het kan heel kort zijn, een gedramatiseerde dialoog van vier regels.
In de vijftiende eeuw groeit dat soms uit tot spelen die een half uur of drie kwartier duren."
"Het fascinerende van liturgische spelen is dat het wel toneelstukken zijn, maar dat ze vrij sterk
verschillen van wat wij nu van toneel gewend zijn. Er kunnen heel snelle scènewisselingen
plaatsvinden doordat men even op een andere plaats gaat staan of even een gordijn ophangt. Het is een
vorm die in de Middeleeuwen bijna overal is toegepast. In iedere kerk of klooster van enig belang vind
je Paasspelen, er zijn er ongeveer duizend bekend."
De belangstelling voor het liturgisch drama is tot nog toe niet overweldigend. Nuchelmans vermoedt
dat het woord "liturgie" een barrière opwerpt: "In zekere zin is de titel fout. Drama,
daar moet je het accent leggen. Het publiek zal er toch dingen aantreffen die het niet verwacht."
Met het vierde festivalthema, "droevige muziek", hebben de samenstellers het aanbod weer over het
gehele gebied van de oude muziek kunnen spreiden. Nuchelmans: "We vieren het eerste lustrum niet echt,
maar het leek ons gepast om veel mooie muziek te laten horen. Nu is droevige muziek heel vaak mooie
muziek, en omgekeerd. We zijn dat thema gaan uitbuiten, en dat is eigenlijk heel mooi gelukt."
De uitersten komen naadloos bijeen in het slotconcert van 7 september, een uitvoering van Mozarts
Requiem, aangevuld met de gregoriaanse versie van de gezangen die Mozart niet meer op muziek
zette. Speciaal voor deze gelegenheid is het Utrechts Festival Barokorkest geformeerd, waarin onder
meer musici uit het Orkest van de Achttiende Eeuw, de Chapelle Royale, de Nederlandse Bachvereniging en
het Amsterdam Baroque Orchestra spelen. Het is in feite een goed geslaagde noodoplossing: het European
Baroque Orchestra, aanvankelijk aangezocht voor de uitvoering, had met problemen te kampen. Nuchelmans:
"Op papier klinkt dit festivalorkest heel goed, maar het zal zich moeten bewijzen. Misschien gaan we er
mee door, maar ik zou het niet bij voorbaat willen vastleggen. Het is de vraag of zo'n vast instituut
goed is voor de diversiteit."
© Frits van der Waa 2006