de Volkskrant van 12 september 1986, Kunst, recensie
Vooral oude bekenden vallen op in Gaudeamus Muziekweek
Gaudeamus Muziekweek: concerten rondom het Gaudeamus Compositie Concours. Uitvoerenden: Nieuw Ensemble,
Xenakis Ensemble, HATO Ensemble, e.a. In: De IJsbreker, Amsterdam en Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht.
Is muziek een universele taal? Het lijkt er niet op. De Internationale Gaudeamus Muziekweek biedt in
zijn eerste concerten een muzikaal Babel dat niet onderdoet voor de spraakverwarring en de misverstanden
in de discussies tussen de aanwezige componisten.
Zoals elk jaar verzamelt een buslading jonge componisten van velerlei herkomst zich in de Amsterdamse
en Utrechtse muziekcentra, en tussen de concerten door in het repetitielokaal van de stichting
Gaudeamus. Onder leiding van de Zwitserse componist Klaus Huber, een vriendelijke Sinterklaas in
ribbroek, discussieert men in gaaf en gebroken Engels, in het Duits, Frans en Italiaans. Maar de taal
is niet het eerste probleem. Een groter struikelblok bij het uitwisselen van denkbeelden zijn de sterk
uiteenlopende achtergronden en esthetische normen die de componisten er op na houden. De een baseert
zich op de technieken van zijn voorgangers, de ander wil het verleden loslaten. Wat componist A
"helderheid" noemt is voor componist B ,,simplisme".
Sommige muzikale ideeën zijn on(be)grijpbaar, en veel componisten komen beter uit hun noten dan uit
hun woorden. dat blijkt ook uit de toelichtingen die ze bij hun werk schrijven. Een greep: "De formele
organisatie hangt af van de generering van een zich constant transformerende multidimensionale ruimte".
Science-fiction of science-fact?
Drieëntwintig geselecteerde stukken van componisten onder de vijfendertig vormen de kern van
het Gaudeamusprogramma. dat wordt aangevuld met werk uit twee andere compositiewedstrijden, het Japanse
Irino-concours en het Concours voor Elektronische Muziek van Bourges. Daarnaast wordt met recent werk
van jonge (en oudere) componisten het beeld van de eigentijdse muziek nog iets vollediger gemaakt.
Omdat de jonge componisten naar de smaak van de Gaudeamus-directie "te oud" worden het
grootste deel van de uitverkorenen is ouder dan dertig verlaagt de organisatie volgend jaar de
leeftijdsgrens tot dertig jaar. De jonge componisten moeten een kans krijgen, ook al betekent dat: een
grotere hoeveelheid epigonisme en vakbekwaam, maar onrijp werk. Want componerende wonderkinderen zijn
er niet veel.
De eerste resultaten van deze week stemmen ondanks de grote variëteit niet enthousiast. Het
programma rondom het Japanse concours is tot nog toe het meest opmerkelijke concert. Logisch, want het
gaat om winnende composities. De goed gedoseerde spanningsbogen en de geconcentreerde spaarzaamheid van
de Japanners verschillen radicaal van de niet zelden over-ambitieuze werkstukken van hun Westerse
vakgenoten.
Compositieconcoursen zijn doorgaans niet het terrein waar nieuwe ontdekkingen gedaan worden. Het
grote talent redt het wel op eigen kracht. De paar goede stukken in de Muziekweek zijn afkomstig van
componisten die in Gaudeamus-kringen al bekendheid genieten. Uiterst middelmatig is de opbrengst van
het elektronische-muziekconcours. De jury in Bourges zou eens de moed moeten opbrengen om géén
prijzen toe te kennen.
De Gaudeamusprijs, twee jaar geleden opnieuw ingesteld, is minder zinledig. De winnaars van de
afgelopen twee jaar, de Italiaan Mauro Cardi en de Koreaanse Unsuk Chin, blijken geen eendagsvliegen te
zijn. Unsuk Chins korte pianostuk Canzone II, geschreven in opdracht van Gaudeamus, won in de
voortreffelijke uitvoering van René Eckhardt nog aan kracht. Het is een razendsnel springend
mozaïek van kleine motiefjes en akkoorden, waarbij ook de orthodoxe drieklank in een nieuw licht
geplaatst wordt. Cardi overtuigde opnieuw met zijn Filigrana, een speels zoekend, muzikaal
proces voor acht instrumenten, dat eerder werd uitgevoerd tijdens het afgelopen Holland Festival.
Als vanouds zijn de Italianen goed vertegenwoordigd in dit concours. Cardi's landgenoot Paolo
Perezzani leverde met L'ombra dell'angelo een doordacht flageoletten-fluitstuk in de trant van
Salvatore Sciarrino.
Robert Nasvelds Imaginations II, een al te groteske act voor bas en
pianist, is het enige geselecteerde stuk van Nederlandse bodem. Hoewel: de Amerikaanse componist Ron
Ford, die al een aantal jaren in Nederland woont, hanteert in zijn Four songs on texts by Dylan
Thomas allerlei stijlelementen uit het werk van Louis Andriessen en Peter Schat. Zijn rechtlijnige
idioom is warempel Nederlandser dan dat van Nasveld, die vooral inspiratie put uit het werk van George
Crumb en Mauricio Kagel.
De kwaliteit van de muziek vindt dikwijls zijn weerklank in het enthousiasme van de musici. Het
Xenakis Ensemble legde bij Kaija Saariaho's fascinerende Lichtbogen een eigen inbreng in
het programma beduidend meer ijver aan de dag dan in de gelaagde processen van Chris Dench'
Recueillement.
Hoe "ouderwets" moderne muziek kan zijn demonstreerde de Zwitser Michael Jarrell met zijn ambitieuze
strijktrio In te, animus meus, tempora metior, een langdurig herkauwen van de verrichtingen van
Schönberg en Webern.
De Muziekweek wordt morgen afgerond met een middagconcert in het Stedelijk Museum te Amsterdam en
een slotconcert in de Hilversumse VARA-studio. De Stichting Gaudeamus heeft er ieder jaar weer een toer
aan om alle geselecteerde werken tot klinken te brengen. Ook nu is dat niet helemaal gelukt. Het Radio
Filharmonisch Orkest zag geen kans om naast de vier stukken die het morgenavond uitvoert ook nog A
la fenêtre recelant van de Italiaan Mario Garuti in te studeren. Als compensatie speelde het
Gaudeamus Kwartet gisteren zijn strijkkwartet E l'altro.
Een onvoorziene tegenslag is de ziekte van organist Klaas Hoek, die vanavond in de Haarlemse St.Bavo
een programma met eigentijdse orgelmuziek zou spelen. Het ontstane gat in de programmering is ijlings
gevuld met een concert van het Xenakis Ensemble in de IJsbreker.
© Frits van der Waa 2006