de Volkskrant van 13 januari 1987, Kunst, interview
STRIJKKWARTET WEET RAAD MET COMPLEXE HEDENDAAGSE PARTITUREN
Arditti deinst niet terug voor kwarttoonsmuziek
AMSTERDAM - Om moderne muziek met succes te kunnen spelen, moet je in de muziek kruipen. Your heart
has to be in it. Je moet begrijpen wat de componist wil. Dat zijn voor Irvine Arditti (33) de
voorwaarden om hedendaagse composities verantwoord te kunnen spelen.
Het Arditti String Quartet, waarvan Irvine Arditti de tweede violist is, heeft zich in betrekkelijk
korte tijd van twaalf jaar een internationale faam verworden met zijn perfecte, gedreven interpretaties
van de ingewikkeldste hedendaagse partituren. Afgelopen vrijdag maakte het ensemble furore met een
Xenakis-programma in de IJsbreker, samen met de pianist Claude Helffer.
Het Arditti Kwartet lijkt geen zee hoog te gaan. "Ik geloof niet dat we ooit muziek onder ogen
hebben gehad die we niet konden spelen. Natuurlijk zijn er stukken die je niet in één of
twee dagen kunt instuderen. Maar als je genoeg tijd neemt, kun je alle problemen te boven komen. Het
wordt moeilijker als je concert-afspraken maakt over een stuk dat nog niet eens geschreven is. Dan moet
je van te voren schatten hoeveel tijd het zal gaan kosten, en dan kun je in de knel komen. Maar echte
rampen zijn ons nog niet overkomen."
Hoewel het Arditti Kwartet gevestigd is in Londen, doen de namen van de spelers exotische landen
voor het geestesoog opdoemen. Arditti's naam doet een mediterane herkomst vermoeden maar zijn tongval
wijst onmiskenbaar op een Angelsaksische achtergrond. "De naam Arditti is zeker niet Engels", zegt
Arditti. "Het is geloof ik Italiaans of Spaans. Sommigen zeggen zelfs Turks.' Toen ik het kwartet
oprichtte, in 1974, studeerden alle oorspronkelijke spelers nog aan de Royal Academy of Music. De
altviolist en ikzelf zijn de enige overgebleven spelers uit die tijd."
Maximaal
Het Arditti Kwartet bestaat verder uit Rohan de Saram, David Alberman en Levine Andrade. De cellist
Rohan de Saram komt uit Sri Lanka en is al bij het kwartet sinds 1977. David Alberman, de nieuwe tweede
violist, is een Engelsman. Levine Andrade, de altviolist, komt uit India terwijl Alexander Balanescu,
de vorige tweede violist, een Roemeen was. "Quite a mixture," vindt Arditti. Balanescu heeft het
ensemble verlaten om zicht te wijden aan de minimal music.
De minimal music was niet bepaald de enigerichting die het kwartet op wilde. Arditti: "We willen in
onze uitvoeringen een breed spectrum aan nieuwe muziek laten zien, maar we zijn vooral bekend om
"maximale" muziek. Dus daar worden we vaker voor gevraagd. Ik denk ook dat goede
minimal-componisten schaars zijn. En als je het zo druk hebt als wij, kan het problemen
opleveren wanneer je aldoor muziek moet spelen waar je niet helemaal achter staat."
Het ensemble heeft ondanks de spelerswisseling zijn kwaliteit behouden. Arditti vindt dat hij geboft
heeft. "De meeste strijkers, de goede tenminste, zijn niet zo dol op eigentijdse muziek. We hebben
ijverig gezocht naar iemand met dezelfde soort achtergrond, iemand die opgewassen zou zijn tegen uren
en uren repeteren en daar voldoening aan zou beleven. Misschien juist niet iemand die al te lang in de
tredmolen van de klassieke muziek heeft gelopen en gedesillusioneerd is over de eigentijdse muziek."
Een nieuwe speler, zo is de ervaring van Arditti, heeft als gunstig bij-effect dat hij nieuwe
ideeën met zich mee brengt. "Hij leert niet alleen van ons, maar wij ook van hem. Dat is
kamermuziek. En omdat de muziek zo moeilijk is, is het niet zo frustrerend om alles opnieuw in te
studeren."
In de twaalf jaar van zijn bestaan heeft het Arditti Kwartet tientallen werken waarvan een
groot deel speciaal voor het ensemble zijn geschreven in premiére gebracht en op de
grammofoonplaat gezet. Het kwartet werkte samen met componisten als Carter, Ferneyhough en Xenakis.
Naast ruim tweehonderd recente composities omvat het repertoire ook werk van al wat bejaardere
grootheden zoals Schönberg, Stravinsky en Bartok.
Arditti: "Toen we begonnen hielden we ons uitsluitend bezig met nieuwe muziek, maar nu gaan we ook
verder terug. Volgend jaar doen we een concert in de IJsbreker, waar we ook Beethovens Grosse Fuge
zullen spelen, in combinatie met Ferneyhoughs Derde Strijkkwartet, een stuk dat hij schrijft in
opdracht van ons. Eén van de delen daarvan wordt een fuga, dat is het gemeenschappelijke
element."
Bij moderne muziek is het volgens Arditti van belang de frasering te begrijpen, het is niet zozeer
nodig om elke maat of structuur te analyseren. Het komt ook voor dat de componist zelf geen helder
beeld van zijn bedoelingen heeft. In dat geval moet je zelf interpreteren, en dat is niet altijd goed
voor het stuk. Maar sterke componisten weten meestal heel goed wat ze willen, is Arditti's ervaring.
Naar Darmstadt
Arditti was van meet af aan geboeid door eigentijdse muziek. "Toen ik zestien was en net van school
kwam, ging ik op mijn eentje, zonder een woord Duits te kennen, naar Darmstadt om de muziek van
Stockhausen en Ligeti en al die anderen te horen."
"Ik ben er altijd mee bezig geweest.
Maar daarnaast heb ik tot 1980 ook als orkestmusicus gewerkt. Ik vind orkestervaring erg belangrijk voor
kamermusici. In Engeland word je erop getraind snel en adequaat te reageren. In de muziek die wij
spelen is er dikwijls geen hoorbare puls, dus we werken met visuele signalen. Het opvolgen van die
tekens is, evengoed als het kunnen luisteren, onmisbaar bij onze manier van werken. Het heeft veel weg
van de manier waarop je een dirigent volgt, en dat is een ervaring die je alleen kunt opdoen in een
orkest."
In zijn eerstvolgende Nederlandse concert, op 20 maart, speelt het Arditti Kwartet werken van de
excentrieke Russische componist Ivan Visjnegradski (1893-1979), die zich sinds de jaren twintig vrijwel
uitsluitend met kwarttoonsmuziek heeft beziggehouden. Enkele jaren geleden werd in het Utrechtse
Vredenburg al een aantal pianowerken van hem uitgevoerd. Visjnegradski liet de instrumenten een
kwarttoon uit elkaar stemmen. Strijkers kunnen kwarttonen uiteraard makkelijker realiseren.
"Ik geloof niet dat deze stukken al eerder zijn uitgevoerd", zegt Irvine Arditti. Het gaat om drie
strijkkwartetten, een los deel, ook voor strijkkwartet, en een trio. De vroegste stukken stammen uit de
jaren twintig, maar het trio is Visjnegradski's laatste, onvoltooide werk. "Het zijn heel vreemde
stukken, very weird, afwijkend van moderne muziek met kwarttonen zoals die van Xenakis. Het is
bijna een andere wereld."
De kwarttonen leveren voor het doorknede Arditti Kwartet problemen op. De intonatie is volgens
Arditti extra lastig, omdat Visjnegradski dikwijls het hele kwartet in kwarttonen laat opschuiven,
binnen een tonale context. Of één van de vier partijen wijkt een kwarttoon af, terwijl de
andere drie in de normale stemming spelen.
"Het punt is dat strijkers bij traditionele akkoorden altijd al hun intonatie een beetje aanpassen,
zodat de samenklank volmaakt zuiver is, of althans zo volmaakt mogelijk. In feite speel je dus al met
toongradaties van achtsten of zestienden. Bij de muziek van Visjnegradski moet je met opzet uit de
buurt blijven. De vraag is alleen: hoe ver uit de buurt. Het is erg moeilijk om het goed te doen. En
vanzelfsprekend móeten we het wel goed doen, omdat iedereen dat van ons verwacht."
© Frits van der Waa 2006