Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 20 januari 1987, Kunst, reportage

THEMADAG VOOR AMATEURISTISCHE MUZIEKBEOEFENING

"Het moet mooi zijn én waar"

UTRECHT - "Als er geen tijd voor is ben ik ook wel heel blij", aarzelt de fluitspeelster. Plankenkoorts. Schoorvoetend zet ze toch een sonate van Fauré op de lessenaar ("het snelle deel niet, hoor"). Maar er is geen reden voor schroom, het wordt een bekoorlijke uitvoering.

Muziek van deze eeuw voor en door amateurs! luidt het devies, in grote letters afgedrukt op een vouwblad. Het thema van deze eerste bijeenkomst is "impressionisme". Ruim veertig belangstellenden hebben zich verzameld in Zaal Elf en kijken met geknepen ogen naar een schilderij van Turner, geprojecteerd op een kromgetrokken diascherm.

Leiders van de studiedag zijn Jurrien Sligter en Piet Veenstra, beiden bestuurslid van de Vereniging Nieuw-Queekhoven. Deze organisatie is in feite een voortzetting van de Vereniging van Queekhoven. Maar alleen de naam verwijst nog naar Queekhoven, het muzikantenlustoord dat enkele jaren geleden door de eigenaar, de Eduard van Beinumstichting, van de hand werd gedaan.

Veenstra, die vorig jaar afscheid nam als artistiek directeur van het Residentie Orkest, is nog steeds actief als pleitbezorger van de eigentijdse muziek. Met dit project, een reeks van vier muziekdagen, hoopt hij de kloof tussen dat repertoire en de amateurmusici, die hij beschouwt als de basis van het muziekleven, te verkleinen. De themadagen moeten onder andere resulteren in een overzicht van voor amateurs uitvoerbare twintigste-eeuwse muziek.

Het deelnemersbestand blijkt hoofdzakelijk samengesteld uit fluitisten en pianisten. Alle generaties zijn vertegenwoordigd. Er zijn dames en heren die zo te zien al geruime tijd van hun pensioen genieten, er zijn veel muziekliefhebbers van omstreeks de veertig, en er is ook een saxofoniste, die nog op de middelbare school zit. Kan iemand haar misschien begeleiden in Debussy's Rapsodie voor saxofoon en piano? Ze is wat onzeker, want ze heeft het stuk tot nog toe altijd alleen gespeeld.

Niemand durft het aan: de pianopartij is te lastig. Maar gelukkig zijn voor deze "meesterklas voor amateurs" ook enkele beroepsmusici uitgenodigd, onder wie de pianist Alwin Bär, die graag bereid is het stuk à vue met haar te spelen. Wat is dat eigenlijk voor een rapsodie? Nooit van gehoord. Veenstra heeft, na enig zoeken in de hoog opgetaste stapels vakliteratuur, het antwoord paraat. Het is een onvoltooid orkeststuk van Debussy, begonnen in opdracht van een steenrijke Amerikaanse saxofoniste. Maar de componist kon niet uit de voeten met het "waterige" geluid van de sax (een "instrument aquatique", citeert Veenstra, tot ieders hilariteit). Het stuk werd later afgemaakt door Roger-Ducasse, en dit is weer een bewerking daarvan.

"De meeste impressionistische stukken die door amateurs gespeeld worden hebben een evocatieve sfeer", zegt Bär. "Maar wazig zijn ze niet. De pietluttigheid waarmee de muziek is opgeschreven, is dan wel typisch Frans, maar toch heb je je daaraan te houden. Het moet niet alleen mooi zijn, maar ook waar."

Voor de meeste amateurmusici is de muziek van Debussy en zijn tijdgenoten niet nieuw. De werkelijke confrontatie met de eigentijdse muziek moet nog komen. Schönberg en Webern, weinig jonger dan Debussy en Ravel, hebben in hun muziek veel hogere barrières aangebracht. De Vereniging Nieuw-Queekhoven heeft zich al verzekerd van de medewerking van het Schönberg Kwartet. Maar de eerstvolgende bijeenkomst is gewijd aan Satie en Cage. Sligter kondigt aan dat Ton Hartsuiker dan zal demonstreren hoe men volgens Cage een vleugel moet "prepareren" met stukjes rubber, papier en metalen bouten. Enkele toehoorders beginnen wat ongemakkelijk in hun stoelen te schuiven. "Wees gerust", verzekert Sligter. "Het prepareren van een vleugel is minder schadelijk voor het instrument dan het spelen van Liszt."


© Frits van der Waa 2006