Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 2 februari 1987, Kunst, recensie

Del Tredici's flonkersteen gewoon glas

Concertgebouworkest: Schubert, Von Weber, Paganini, Del Tredici. Soliste: Nobuko Imai. Dirigent: Myung- Whun Chung. In: Concertgebouw, Amsterdam.

Pinkeltje pakte zijn blauwe mutsje, stak er zijn hand in en... daar kwam die prachtige flonkersteen te voorschijn.
O!, o!, wat flonkerde en schitterde die flonkersteen!
Alle Pinkelmannetjes en -vrouwtjes klapten in hun handjes en riepen:
"Hoera!, hoera!, hoera!!!"

Dat krijg je er nou van als sponsors zich met muziek gaan bemoeien.

De flonkersteen in kwestie was Tattoo, een nieuw orkestwerk van de 50-jarige Amerikaanse componist David Del Tredici, gecomponeerd in opdracht van de jubilerende bankiersfirma Van Lanschot. Maar in het Amsterdamse Concertgebouw leek gisteren niemand in de gaten te hebben dat het alleen maar een listig geslepen stuk gekleurd glas was.

Onder Del Tredici's virtuoze orkestratiekunsten schuilt een muzikale taal die net zo zoetsappig is en evenveel overbodige alinea's, verkleinwoordjes en leestekens bevat als de tekst hierboven, afkomstig uit de belegen Pinkeltje-verhalen waar we in de eerste klas van de lagere school al te volwassen voor waren. In voorgaande werken haalde Del Tredici inspiratie uit Lewis Carroll's Alice in Wonderland, waarvan hij fragmenten opblies tot uit hun voegen barstende coloratuur-aria's.

Daar is hij gelukkig mee opgehouden. In Tattoo (taptoe), een betrekkelijk kort stuk van een kwartier, worden de goedkope effecten nog duidelijker hoorbaar. Een bokkig "modern" gegeven in de baspartij, de opeenstapeling van steeds sneller over elkaar vallende motiefjes, ondersteund door trapsgewijs stijgende, Wagneriaans gesausde harmonieën, en vooral de bombast van een zwaar bezet symfonie-orkest missen hun uitwerking niet.

De directie van het Concertgebouworkest trapt er al jaren in.

Een sponsor heeft weliswaar geen artistieke inbreng, maar kan zo'n merkwaardige voorkeur wel bevorderen. Del Tredici had Tattoo toch wel geschreven. Het is de vraag of het stuk hier uitgevoerd zou zijn zonder Van Lanschots bijdrage.

Het programma was een herhaling van het twee dagen eerder in besloten kring uitgevoerde concert waarmee het Bossche bankiersbedrijf zijn 2S0-jarig bestaan vierde. Dat de muzikale smaak van de jubilaris daarin tot uitdrukking kwam is niet meer dan logisch. Minder logisch is het om zo'n programma, met Schuberts Derde Symfonie als meest substantiële onderdeel, in het officiële concertenpakket op te nemen.

Voor het orkest stond de Koreaanse dirigent Myung-Whun Chung (een broer van de violiste Kyung-Wha Chung), die deze week nog drie maal als gastdirigent zal optreden in een programma met Moessorgsky, Sibelius en Prokofjef. Een vakman met een voortreffelijke techniek, waarmee hij zowel in de overladen partituur van Del Tredici als in de spaarzame orkestbegeleiding van Paganini's Sonate voor altviool en orkest een afgewogen klankbeeld weet te bereiken.

Maar techniek alleen maakt nog geen muziek. Onder Chungs handen rollen de noten voort als een goed geolied naaimachientje, rap en elegant, maar zonder veel bezieling of enthousiasme. Kortom: saai. In Von Webers Andante e Rondo ungarese leidde dat zelfs tot een woordeloze strijd om het tempo met soliste Nobuko Imai, die met haar warmbloedig altvioolspel vergeefse pogingen deed om dirigent en orkest mee te krijgen in het vurige karakter van de muziek.


© Frits van der Waa 2006