de Volkskrant van 13 april 1987, Kunst, recensie
Gaudeamus Muziekconcours wordt een waar festival
Internationaal Gaudeamus Muziekconcours. Openingsconcert met o.a. het Basklarinettencollectief, Jane
Manning en Michel Waisvisz in de Doelen, Rotterdam.
Conservatoriumconcert met o.a. Gaudeamus Kwartet en Duo Contemporain in de Unie, Rotterdam.
In Rotterdam ligt tot en met vrijdag de moderne muziek als manna op straat. Tot in metrostations en
winkelcentra zal te merken zijn dat de verbreiding van de eigentijdse muziek serieus ter hand genomen
wordt. Er zijn meer dan zeventig gratis concerten op allerlei openbare locaties, er is een
filmmuziekfestival in de Lantaren, en er zijn concerten in de Doelen en de Unie.
Gaudeamus werkt dit jaar voor het eerst samen met de Rotterdamse Kunststichting, die sinds enige
tijd veel werk maakt van de eigentijdse muziek. Kieskeurig is de Kunststichting geenszins: het
Gaudeamus-concours is nu uitgebreid tot een waar festival voor eigentijdse muziek, waarin al wat er ook
maar enigszins bij paste is ondergebracht.
Voor het concours hebben zich ruim zeventig solisten en ensembles aangemeld. Daarvan zijn er 41 op
komen dagen, waaronder 17 gitaristen, aangetrokken door de speciale prijs die is uitgeloofd voor de
beste vertolking van eigentijdse gitaarmuziek. De Cubaanse gitarist Leo Brouwer, tevens lid van de
jury, heeft voor deze gelegenheid een verplicht uit te voeren werk gecomponeerd, Paisaje Cubano con
Campanas. Het stuk vertoont invloeden van de minimal music, maar bevat ook allerlei typische
elementen uit het gitaar-idioom.
De uitvoering die de Nederlandse gitarist Martin Kaaij van het stuk geeft veroorzaakt opschudding
bij de jury. Tijdens zijn spel laat hij een band meelopen met allerlei natuurgeluiden, die culmineert
in een passage met luid blatende en loeiende schapen en koeien. "Ik heb jarenlang mijn best gedaan om
dit soort repertoire te vermijden", zegt hij minachtend, "en nu wordt het hier nota bene verplicht."
Kaaijs sympathie ligt meer bij het complexe werk van een componist als Elliott Carter. Zijn uitvoering
van diens Changes kan misschien de nadelige effecten van zijn grap nog ongedaan maken.
Het niveau van de deelnemers is uiteenlopend. Naast plichtmatige, schoolse uitvoeringen van de
Italiaanse gitarist Stefano Cardi en de Duitse fluitiste Dorothea Susanne Meindl staat het Franse Trio
des Lyres met een spetterende vertolking van Xenakis' strijktrio Ikhoor. Ook de Oostduitse
pianist Josef Anton Scherrer maakt indruk met zijn uitgebalanceerde Eerste Sonate van Boulez.
Het programma waarmee het concours vrijdag werd geopend geeft de ondogmatische benadering van de
Kunststichting aardig weer. Twee juryleden leverden een bijdrage: sopraan Jane Manning demonstreerde
haar vocale virtuositeit in Messiaens Chants de terre et de ciel en Peroration, een
Berio-imitatie van de Engelse componist Brian Elias; en Harry Sparnaay was present met zijn
negenkoppige basklarinettencollectief, dat in werk van Du Bois, Raxach en Smetanin de onvermoede
klankmogelijkheden van deze wonderlijke bezetting blootlegde.
De uitvoering van Steve Reichs Music for a large ensemble door een conservatoriumorkest onder
leiding van Otto Ketting was even goed bedoeld als slecht gedirigeerd. Het muzikale universum van
Michel Waisvisz staat nog verder van de Gaudeamus-wereld, maar zijn elektro-akoestische performance
Touch Monkeys, waarmee het concert werd besloten, heeft tenminste kwaliteit.
Waisvisz bedient zich hierin van een zelf ontworpen instrument, De Handen, waarmee hij zes
synthesizers bestuurt door bewegingen van zijn vingers en armen. Touch Monkeys is een
fascinerend ballet voor één speler. Er is steeds een nauwe, maar moeilijk te definiëren
relatie tussen beweging en klank. Waisvisz gebruikt veelzijdig geluidsmateriaal, dat hij als het ware
in de lucht boetseert. Hij heeft een onnavolgbaar gevoel voor timing en overrompelt de luisteraar
met razendsnelle, soms humoristische overgangen.
Ruimhartig heeft de Kunststichting ook twee concerten van de compositieafdeling van het Rotterdams
Conservatorium in dit festival opgenomen. Tussen veel nog onrijp werk viel Skiamachia voor
contra-altklarinet en marimba van de 23-jarige Rob Zuidam op. Het stuk lijkt aanvankelijk een dorre
compositie-oefening, maar geleidelijk ontwikkelt zich daaruit een samenhangend muzikaal verhaal.
Zuidams werk is, hoewel vakbekwaam en spiritueel, nog niet erg oorspronkelijk.
Naast muziek uit de eigen werkplaats worden in de conservatoriumprogramma's ook eigentijdse
klassiekers ten gehore gebracht, zoals Stockhausens elektronische compositie Gesang der Jünglinge
uit 1956, waarvan kennelijk alleen een illegale bandkopie voorhanden was.
Dat naast zulke muziek, zelfs in verminkte staat, de produkten uit de onlangs opgerichte
elektronische studio van het conservatorium bleek afsteken is voorspelbaar. Eric de Clerq poogde dat te
compenseren door bij het afspelen van zijn Hug the dark de volumeknop flink omhoog te draaien.
Tevergeefs. Het stuk liet niets na dan afschuwelijke pijnscheuten in de oren.
© Frits van der Waa 2006